ECLI:NL:RBMNE:2022:2751

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
16/265641-19 (vordering wijzigen voorwaarden)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van tbs-voorwaarden en locatieverbod in het kader van veiligheid slachtoffers

Op 13 juli 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/265641-19, waarin de rechtbank de tbs-voorwaarden van de betrokkene heeft gewijzigd. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarde betreffende beschermd/begeleid wonen aangepast, zodat betrokkene medewerking moet verlenen aan beschermd wonen indien de reclassering dit nodig acht. Tevens is het locatieverbod uitgebreid met de gemeente Amersfoort, waarbij routes van en naar de woning, het werk en de reclasseringslocatie zijn uitgezonderd van het verbod. De rechtbank heeft deze beslissing genomen op basis van de voortgangsverslagen van de reclassering en het standpunt van de officier van justitie, die een uitbreiding van het locatieverbod voorstelde in het belang van de slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de huidige situatie van betrokkene, die zich goed aan de voorwaarden houdt en voldoende toezicht heeft, niet in gevaar mag komen door een te strenge uitbreiding van het locatieverbod. De rechtbank heeft de reclassering de mogelijkheid gegeven om in uitzonderlijke situaties toestemming te verlenen voor afwijkingen van het locatieverbod. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de reclassering opgedragen toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/265641-19 (vordering wijzigen voorwaarden)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 13 juli 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 10 november 2020 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan onder meer het teweegbrengen van een ontploffing en meerdere bedreigingen;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 15 maart 2021;
  • de vordering van de officier van justitie van 9 mei 2022, die strekt tot wijziging van de voorwaarden, in die zin dat de bijzondere voorwaarde betreffende het locatieverbod wordt uitgebreid met Amersfoort en aanpassing van de bijzondere voorwaarde met betrekking tot het verblijven in een instelling voor beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang;
  • de voortgangsverslagen van GGZ Fivoor TBS Noord van 11 juni 2021, 1 oktober 2021, en 31 december 2021, opgemaakt door N. Bakker en H. Melhem, reclasseringswerkers en het voortgangsverslag van Inforsa van 25 maart 2022, opgemaakt door M.J. van Elst en N. van der Molen, reclasseringswerkers.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 29 juni 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.T. Brassé (waarnemend voor haar kantoorgenoot mr. J.S.W. Boorsma), advocaat te Amsterdam;
- mevrouw M.J. van Elst, reclasseringswerker.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit de onder 1 genoemde voortgangsverslagen. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Behandelverloop
Op 18 februari 2022 is de klinische behandeling van betrokkene bij FPA De Hooge Venne afgerond. Gedurende deze klinische behandeling is door de toezichthouders beslist dat een beschermd / begeleid wonen traject aansluitend aan het verblijf in de kliniek niet geïndiceerd was. De toezichthouders zijn daar destijds over in contact getreden met het openbaar ministerie en hebben - door miscommunicatie - begrepen dat er toestemming was vanuit het openbaar ministerie om geen gehoor te geven aan de bijzondere voorwaarde betreffende het beschermd / begeleid wonen. Om die reden is betrokkene na zijn verblijf in de kliniek zelfstandig gaan wonen, samen met zijn vriendin. Vervolgens is de begeleiding en het toezicht overgenomen door de reclassering in Amersfoort. De reclassering kwam voor het voldongen feit te staan dat betrokkene zelfstandig woonde bij zijn vriendin te [woonplaats] . Om te zorgen voor voldoende toezicht, heeft zij per 17 maart 2022 ambulante woonbegeleiding ingezet. Betrokkene wordt tweewekelijks bezocht door woonbegeleiding van het Leger des Heils. Dit contact loopt goed en betrokkene komt zijn afspraken na. Daarnaast loopt het behandeltraject nog. Betrokkene heeft urinecontroles en tweemaal per week behandeling, waarvan eenmaal per week samen met zijn partner. Inmiddels is besloten dat daarnaast het forensisch ambulant zorgteam eens per maand op huisbezoek gaat. Op deze manier is getracht een alternatief te creëren voor het beschermd / begeleid wonen. Het is een ingewikkelde situatie, maar betrokkene houdt zich keurig aan alle afspraken en is open in de communicatie.
Beschermd / begeleid wonenHet standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er op dit moment voldoende toezicht op betrokkene is. Er is een goed alternatief gecreëerd en het traject verloopt naar wens. Betrokkene is niet gemotiveerd om beschermd / begeleid te gaan wonen en zonder deze motivatie zullen instanties hem moeilijk accepteren. Bovendien bestaat er op dit moment onduidelijkheid over de lvb-status van betrokkene, die door de kliniek in Heiloo wordt betwijfeld, waardoor ook voor de reclassering niet duidelijk is voor welke type begeleid wonen (LVB of juist niet) betrokken zou moeten worden aangemeld. De reclassering acht het op dit moment niet noodzakelijk dat betrokkene alsnog beschermd / begeleid gaat wonen. Bovendien zijn de wachtlijsten voor beschermd / begeleid wonen erg lang.
Locatieverbod Amersfoort
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat een locatieverbod voor heel Amersfoort het traject van betrokkene zou doorkruisen. Als de behandeling van betrokkene zou worden overgeheveld naar een andere regio, dient betrokkene opnieuw een behandelrelatie met nieuwe behandelaars op de bouwen. Dat is niet wenselijk. Daarnaast zullen er financiële consequenties aan verbonden zijn omdat betrokkene in dat geval een langere afstand moet afleggen. Bovendien zullen de reisbewegingen in veel gevallen ook weer via het treinstation van Amersfoort gaan. De reclassering is derhalve van mening dat aansluiting kan worden gezocht bij het aangepaste besluit tot voorwaardelijke invrijheidsstelling, waarbij een aantal routes tussen woning en werk van betrokkene en de reclassering wordt uitgesloten van het locatieverbod in Amersfoort.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd om het beschermd / begeleid wonen als bijzondere voorwaarde te handhaven en daaraan uitvoering te geven. Ten aanzien van het locatieverbod heeft de officier van justitie primair aangevoerd een locatieverbod voor heel Amersfoort toe te voegen aan de voorwaarden en subsidiair een locatieverbod voor Amersfoort met uitzondering van de routes, zoals beschreven in het aangepaste besluit tot voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Daartoe is aangevoerd dat het beschermd / begeleid wonen belangrijk is in het kader van de veiligheid van de slachtoffers, de maatschappij, maar ook van de vriendin van betrokkene. Voornamelijk gelet op de jonge leeftijd van betrokkene, de problematiek die speelt en het indexdelict. Daarnaast is aangevoerd dat de slachtoffers van het indexdelict in Amersfoort en in Bunschoten-Spakenburg wonen. De slachtoffers zijn betrokkene al een keer tegengekomen en dat is onwenselijk. Om die reden dient het locatieverbod te worden uitgebreid.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich in grote lijnen vinden in het standpunt van de reclassering en verzoekt de rechtbank om daarin mee te gaan.
Daartoe is aangevoerd dat lang is nagedacht door alle betrokken behandelaren en dat destijds een goede afweging is gemaakt om betrokkene niet beschermd / begeleid te laten wonen. Kijkend naar het gehele traject zijn er geen concrete aanwijzingen om te denken dat deze beslissing onterecht is genomen, want het gaat goed met betrokkene. Hij zet zich volledig in en wil graag deze lijn voortzetten. Dat ervoor is gekozen om betrokkene te laten resocialiseren in deze omgeving is goed geweest. Zijn werk en vriendin motiveren hem en hij heeft al behoorlijke stappen gezet. Eventueel kan de bijzondere voorwaarde betreffende het beschermd / begeleid wonen worden aangepast naar ‘indien de reclassering dat nodig acht’. Het is zeer onwenselijk als het locatieverbod wordt uitgebreid naar heel Amersfoort, want dat zal betekenen dat betrokkene ineens niet meer zijn vaste behandelaren mag bezoeken. Daarmee zal het gehele traject worden doorkruist. Daarnaast maakt betrokkene zich zorgen om zijn zieke en oudere familieleden. Wanneer zij opgenomen worden in het ziekenhuis, zal dat vermoedelijk in Amersfoort zijn en dan mag hij daar niet heen. Om die reden wordt verzocht om geen locatieverbod voor Amersfoort op te leggen.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank volgt het standpunt van de reclassering. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, waarbij de voorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidsstelling en de tbs-voorwaarden elkaar doorkruisen.
De rechtbank acht het van belang dat betrokkene zijn traject voort kan zetten op de manier waarop het nu gaat en hij zich kan blijven ontwikkelen.
Om die reden zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden betreffende het beschermd / begeleid wonen aanpassen in die zin dat indien de reclassering bepaalt dat beschermd / begeleid wonen geïndiceerd is, betrokkene daaraan zijn medewerking zal verlenen zolang de reclassering dat nodig acht.
Daarnaast zal de rechtbank de bijzondere voorwaarde betreffende het locatieverbod in het kader van de veiligheid van de slachtoffers uitbreiden met de gemeente Amersfoort en daarbij aansluiten bij de wijze zoals het in het besluit voorwaardelijke invrijheidsstelling is bepaald. Dat betekent dat de routes van en naar de woning en het werk van betrokkene en de reclasseringslocatie waar hij zich moet melden in het kader van zijn tbs-voorwaarden uitgezonderd worden van het verbod. Ook zal de rechtbank bepalen dat de reclassering betrokkene in zeer uitzonderlijke situaties uitdrukkelijke toestemming kan verlenen om van het locatieverbod af te wijken.

7.Beslissing

De rechtbank:
- wijzigt de algemene en bijzondere voorwaarden die bij vonnis van deze rechtbank van 10 november 2020 zijn gesteld, in die zin dat deze algemene en bijzondere voorwaarden thans komen te luiden:
1.
Geen strafbaar feit plegen
Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
2.
Meewerken aan reclasseringstoezicht
Betrokkene werkt mee aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt in:
betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
betrokkene laat één of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
betrokkene zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren;
betrokkene werkt mee aan huisbezoeken;
betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
betrokkene verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn resocialisatie en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
betrokkene zal geen omgang hebben met personen die zijn resocialisatie in gevaar (kunnen) brengen en stelt zich open op, inzake het aangaan van nieuwe relaties of bestaande relaties en heeft geen bezwaar dat deze op ‘gepaste en discrete’ wijze door de reclassering worden gescreend.
3.
Opname in een zorginstelling
Betrokkene laat zich opnemen en zal verblijven in een nader te bepalen forensische klinische instelling, zulks te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
De opname start direct aansluitend aan detentie. De opname duurt zolang de reclassering en het behandelteam dat nodig vinden.
Betrokkene houdt zich aan de daar geldende huisregels, afspraken en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Als de reclassering en het behandelteam een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vinden, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
4.
Meewerken aan een time-out
Betrokkene werkt, in het geval van een door de reclassering en behandelaren geïndiceerde crisissituatie, mee aan een tijdelijke terugplaatsing in de gesloten unit van een FPA/FPK of een soortgelijke instelling, voor de duur van maximaal veertien weken per kalenderjaar.
5.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Indien de reclassering dat nodig acht, zal betrokkene verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
6.
Ambulante behandeling
Aansluitend aan zijn klinische behandeling laat betrokkene zich behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te
bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en/of
de zorginstelling dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van
medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
7.
Middelenverbod en meewerken aan middelencontrole
Betrokkene gebruikt geen drugs en alcohol en werkt mee aan controle op dit
verbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak
betrokkene wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn ademonderzoek
(blaastest) en urineonderzoek.
8.
Dagbesteding
Betrokkene zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door
de reclassering goedgekeurde dagbesteding en houdt zich aan de voorwaarden
c.q. regels die hem gesteld worden.
9.
Meewerken aan schuldhulpverlening/beschermingsbewind
Betrokkene geeft inzage in zijn financiën en werkt mee aan het aflossen van zijn
schulden en het treffen van betalingsregelingen. Desgewenst werkt hij mee aan
schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke
Personen en/of beschermingsbewind.
10.
Niet naar het buitenland (reisverbod)
Betrokkene zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven.
11.
Contactverbod
Betrokkene mag op geen enkele wijze - direct of indirect - contact (laten)
opnemen, zoeken of hebben met [A] , geboren [1998] . [B]
, geboren [1998] . [C] , geboren [1969]
en [D] , geboren [1973] . Op geen enkele wijze betekent ook: geen
contact via e-mail of sociale media zoals Facebook, WhatsApp of Instagram.
12.
Locatieverbod
Betrokkene mag zich niet bevinden op of in een straal van 100 meter om de
woning aan de [adres] te [woonplaats] en in de gemeente Amersfoort. Een uitzondering wordt gemaakt voor bezoeken aan Reclassering Inforsa (Amersfoort) aan de Utrechtseweg 13 via de route vanaf zijn werk of zijn huis waarbij betrokkene zo weinig en kort mogelijk in Amersfoort is. De route die betrokkene vanaf zijn woonadres mag nemen is als volgt: via de N199 en Amersfoortseweg naar de Bunschoterstraat en van daaruit achtereenvolgens Boelenhoefseweg, Maatweg, De Schans, De Stuw, Korvetweg, Kwekersweg, Kleine Koppel, Kleine Spui, Smallepad, Stadsring en Utrechtseweg.
Een andere route is niet toegestaan.Vanuit de Reclassering Inforsa kan betrokkene dezelfde route terugnemen naar zijn woonadres. Indien betrokkene vanuit de reclassering naar zijn werk aan de [adres] in [plaats] gaat, dient hij tevens de route te nemen waarbij hij zo weinig en kort mogelijk in Amersfoort is. Dat is vanaf de Utrechtseweg naar de Stadsring, achtereenvolgens Smallepad, Schimmelpenninckstraat, Jan van Riebeeckpad, Hoefseweg, Veerweg richting [plaats] .
Een andere route is niet toegestaan.Vanaf zijn werk naar huis neemt betrokkene de kortst mogelijke route – dus niet via Amersfoort – naar zijn woonadres. Een uitzondering op het locatieverbod voor de gemeente Amersfoort kan worden gemaakt in uitzonderlijke situaties, met uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de reclassering.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en betrokkene bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beslissing is genomen door mr. J.G. van Ommeren, voorzitter, mrs. S.M. Schothorst en X.C. van Balen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.