3.5.[procesdeelnemer II] vordert in reconventie bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren voor recht:
primair:
I. dat [procesdeelnemer I] is tekortgeschoten onder de leaseovereenkomst aangezien zij een MG aan [procesdeelnemer II] beschikbaar heeft gesteld die voor wat betreft de actieradius en/of het laadvermogen niet beantwoordt aan de aanbieding en de daaruit voortvloeiende leaseovereenkomst;
II. dat die tekortkoming kwalificeert als een wanprestatie op basis waarvan [procesdeelnemer II] de leaseovereenkomst met recht en reden heeft ontbonden en dat de kantonrechter voor zover nodig de ontbinding in haar vonnis bekrachtigt;
III. dat [procesdeelnemer II] met de teruggave van de MG op de door [procesdeelnemer I] voorgeschreven wijze volledig heeft voldaan aan haar ongedaanmakingsverplichting;
IV. dat [procesdeelnemer I] onder de leaseovereenkomst niets meer van [procesdeelnemer II] heeft te vorderen;
V. dat [procesdeelnemer II] op grond van de ongedaanmakingsverplichting recht heeft op een door [procesdeelnemer I] aan [procesdeelnemer II] verschuldigde schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, als gevolg van het feit dat [procesdeelnemer II] te veel heeft betaald voor wat het van [procesdeelnemer I] geleverd heeft gekregen, te weten een MG met een in praktijk veel mindere actieradius;
subsidiair:
VI. dat de leaseovereenkomst tussen [procesdeelnemer I] en [procesdeelnemer II] als gevolg van dwaling zijdens [procesdeelnemer II] tot stand is gekomen en op grond van artikel 6:228 lid 1 BW bij het door de kantonrechter te wijzen vonnis zal worden vernietigd;
meer subsidiair:
VII. dat de leaseovereenkomst tussen [procesdeelnemer I] en [procesdeelnemer II] als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk zijdens [procesdeelnemer I] tot stand is gekomen en op grond van artikel 6:193j lid 3 BW bij het door de kantonrechter te wijzen vonnis zal worden vernietigd;
nog meer subsidiair:
VIII. dat artikel 15.4 van de door [procesdeelnemer I] als productie 3 bij de dagvaarding in het geding gebrachte algemene voorwaarden een oneerlijk beding in de zin van de Richtlijn Oneerlijke Bedingen betreft en op grond van artikel 6:233 BW bij het door de kantonrechter te wijzen vonnis zal worden vernietigd;
primair en subsidiair:[procesdeelnemer I] te veroordelen tot betaling aan [procesdeelnemer II] van:
IX. alle gelden die [procesdeelnemer II] toekomen op basis van de als gevolg van de ontbinding door [procesdeelnemer II] van de leaseovereenkomst op [procesdeelnemer I] rustende ongedaanmakingsverplichting, een en ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen;
X. volledige schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, als gevolg van onrechtmatig handelen, respectievelijk ongerechtvaardigde verrijking zijdens [procesdeelnemer I] als gevolg van de door [procesdeelnemer I] toegepaste misleidende handelspraktijken betreffende het aanbod en de leaseovereenkomst;
XI. een voorschot op die schade welke door [procesdeelnemer II] reeds is begroot op € 3.000,00 en onder een voorschotnota bij [procesdeelnemer I] in rekening is gebracht, een en ander te betalen binnen twee weken na dagtekening van het vonnis, althans in ieder geval binnen twee weken na betekening aan [procesdeelnemer I] van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente over het voorschot;
XII. de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.