In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 5 juli 2022, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. P.J.G. Poels, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe. Het college had op 6 juli 2021 een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een opblaashal, maar eisers maakten bezwaar tegen dit besluit. Na het uitblijven van een beslissing op hun bezwaar, hebben eisers verweerder in gebreke gesteld en op 4 april 2022 beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn heeft beslist op het bezwaar van eisers. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft verweerder verzocht om binnen twee weken de benodigde stukken in te dienen, maar verweerder heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of de beslistermijn was verlengd of dat er een bezwaaradviescommissie was ingesteld.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat verweerder in gebreke is gebleven. De rechtbank legt een dwangsom op van € 1.442,- en bepaalt dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Daarnaast moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Ook is verweerder veroordeeld tot betaling van € 379,50 aan proceskosten aan eisers.