ECLI:NL:RBMNE:2022:2664
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure wegens afwijzing uitstel mondelinge behandeling
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 juli 2022 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. J.K.J. van den Boom, de behandelend rechter in de hoofdzaak met zaaknummer C/16/515994. Het wrakingsverzoek werd ingediend door de advocaat van verzoeker, mr. R. van Domselaar, op 8 juni 2022, naar aanleiding van de afwijzing door de rechter van een verzoek om de mondelinge behandeling uit te stellen vanwege gezondheidsklachten van de advocaat. De wrakingskamer heeft de procedure openbaar behandeld op 21 juni 2022, waarbij zowel de advocaat van verzoeker als de rechter aanwezig waren.
De wrakingskamer heeft beoordeeld of de beslissing van de rechter om het verzoek tot aanhouding van de mondelinge behandeling niet te honoreren, blijk gaf van (schijn van) vooringenomenheid. De rechter had in zijn schriftelijke reactie aangegeven dat de mondelinge behandeling al twee keer eerder was uitgesteld en dat hij de partijen zo snel mogelijk duidelijkheid wilde geven over de vorderingen. Hij had bovendien voorgesteld dat de advocaat online zou deelnemen aan de zitting, wat niet door de advocaat werd opgepakt.
De wrakingskamer concludeerde dat de rechter bij zijn beslissing een belangenafweging had gemaakt en dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond. De beslissing om het wrakingsverzoek ongegrond te verklaren, werd genomen op basis van de overwegingen dat de rechter niet onpartijdig was en dat de afwijzing van het uitstelverzoek geen grond voor wraking opleverde. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.