11.BESLISSING
- verklaart het primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 30 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door
15 dagen hechtenis;
- ontzegt verdachte ter zake van het subsidiair bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte zich voor het einde van na te melden proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 900,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2020 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 900,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 18 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [bedrijf]
- wijst de vordering van [bedrijf] af;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Reijnierse, voorzitter, mr. J.G. van Ommeren en mr. J.A. Spee, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Dijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 juli 2022. De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 24 september 2020 te Nieuwegein als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (autoambulance), daarmede rijdende over de weg, Rijksweg A2, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- zonder er zich (voldoende) van te vergewissen dat het voor hem, verdachte, gelegen wegdek vrij was, (door) te blijven rijden en/of
- zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was,
waardoor verdachte (met grote snelheid) achter op een stilstaande vrachtwagen is gereden/gebotst, die (op zijn beurt) weer tegen een daarvoor stilstaande auto is gebotst/(aan)gereden,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] ) zwaar lichamelijk letsel hebben bekomen,
te weten voor
- die [slachtoffer 2] nek-, schouder- en/of rugklachten en/of
- die [slachtoffer 3] een hersenschudding en/of een verwonding aan zijn hand en/of knieletsel en/of
- die [slachtoffer 1] (blijvend) beenletsel en/of
- die [slachtoffer 4] rugpijn, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
( art 6 Wegenverkeerswet 1994 )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 september 2020 te Nieuwegein als bestuurder van een voertuig (autoambulance), daarmee rijdende op de weg, Rijksweg A2,
- zonder er zich (voldoende) van te vergewissen dat het voor hem, verdachte, gelegen wegdek vrij was is blijven rijden en/of
- zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 september 2020 te Nieuwegein als bestuurder van een voertuig (autoambulance) rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Rijksweg A2, zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij, verdachte, in botsing/aanrijding gekomen met een voor hem op die weg bevindend motorrijtuig (vrachtwagen);
( art 19 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 )