ECLI:NL:RBMNE:2022:2650
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting door eiseres
Op 11 januari 2021 heeft de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht aan eiseres een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 69,69. Dit gebeurde omdat eiseres haar auto, merk Opel, op een gefiscaliseerde parkeerplaats had geparkeerd zonder de verschuldigde parkeerbelasting te betalen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd op 15 juni 2021 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
De zitting vond plaats op 16 juni 2022, waarbij eiseres aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, W. Vos. De rechtbank heeft de zaak behandeld via een Teams-beeldverbinding. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, met de motivering dat eiseres niet aan de verplichting om parkeerbelasting te betalen heeft voldaan op het moment van parkeren. Eiseres voerde aan dat zij door persoonlijke omstandigheden, zoals het ophalen van een kortingscode en het bezoeken van het toilet, niet in staat was om tijdig te betalen. De rechtbank oordeelde echter dat de aard van de parkeerbelasting objectief is en dat persoonlijke omstandigheden niet in aanmerking kunnen worden genomen.
De rechtbank heeft verder opgemerkt dat de ongemakken die eiseres ervaart met betrekking tot het betalen van parkeerbelasting niet als reden kunnen dienen om van de wet af te wijken. De naheffingsaanslag is derhalve terecht opgelegd en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.