Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.VORDERING
3.BEOORDELING VAN DE VORDERING
97.107,63
97.107,63
€ 48.553,82.
48.553,82,-.
4.TOEGEPAST WETSARTIKEL
5.BESLISSING
€48.553,82;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 juni 2022 een ontnemingsvonnis uitgesproken tegen een veroordeelde die betrokken was bij een oplichtingszaak. De veroordeelde had samen met een medepleger 31 personen opgelicht door hen zonnepanelen aan te bieden, maar deze na betaling niet te leveren. Het wederrechtelijk verkregen voordeel werd vastgesteld op € 48.553,82, na aftrek van kosten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot ontneming van het voordeel behandeld, waarbij de veroordeelde werd bijgestaan door zijn advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde en zijn medepleger het voordeel hebben gedeeld, wat leidde tot de uiteindelijke beslissing om de veroordeelde te verplichten tot betaling van het geschatte voordeel aan de Staat. De rechtbank heeft ook de duur van de gijzeling bepaald, die maximaal 365 dagen kan bedragen. De zaak is behandeld op de terechtzitting van 17 mei 2022, waar de standpunten van zowel de officier van justitie als de verdediging zijn gehoord. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de verplichting tot betaling opgelegd op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.