Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem van 7 februari 1994 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege vanwege verkrachting en moord;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 20 december 1999;
- de beslissing van deze rechtbank van 2 maart 2020, waarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd;
- de beslissing van deze rechtbank van 14 december 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met één jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 4 november 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 25 augustus 2021, opgemaakt door E.M.M. Mol, psychiater;
- de voortgangsverslagen met betrekking tot de betrokkene, over de periode 2 september 2020 tot en met 2 september 2021;
- het reclasseringsadvies van 19 oktober 2021, opgemaakt door G. Wilbers, reclasseringswerker;
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting bij deze rechtbank van 6 december 2021, waarbij de zaak is aangehouden tot 10 januari 2022.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de reclassering
De afgelopen drie jaren is een grote ontwikkeling bij betrokkene waargenomen. Betrokkene neemt uit zichzelf contact op met de reclassering. Bij de reclassering bestaat de overtuiging dat betrokkene in de toekomst hulp zal zoeken als hij dat nodig heeft. Ook zijn omgeving houdt een oogje in het zeil. Hij heeft inmiddels ook buiten het werk om sociale contacten opgedaan, al is het niet de verwachting dat hij een groot sociaal netwerk zal opbouwen.
4.Het standpunt van de deskundige
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
[betrokkene]voornoemd.