In deze zaak heeft de kantonrechter op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Q-Park Operations Netherlands B.V. en [gedaagde] B.V. over de betaling van parkeerkosten en schadevergoeding. De eisende partij, Q-Park, vorderde betaling van € 376,59, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van het ongeoorloofd verlaten van de parkeergarage door de gedaagde partij. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op 26 juni 2021 de parkeergarage heeft verlaten door middel van 'treintje rijden', wat in strijd is met de algemene voorwaarden van Q-Park. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet kon aantonen dat het abonnement op naam van de gedaagde op dat moment geldig was voor de auto die de parkeergarage verliet. De kantonrechter heeft de vorderingen van Q-Park toegewezen, inclusief de proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente vanaf 20 augustus 2021. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar de vordering van Q-Park voor wettelijke rente over deze kosten werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat deze kosten al waren betaald aan de gemachtigde.