Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 8 juli 2020 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan (kort gezegd) meerdere geweldsfeiten, bedreigingen en diefstallen. De terbeschikkingstelling is dadelijk uitvoerbaar verklaard;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 8 juli 2020;
- de beslissing van deze rechtbank van 28 maart 2022, waarbij het bevel is gegeven dat betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd;
- de vordering van de officier van justitie van 10 mei 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 7 april 2022, opgemaakt door L.H.W.M. Kaiser, psychiater;
- de voortgangsverslagen over de periode 8 juli 2020 tot en met 8 juli 2021;
- het reclasseringsadvies van 2 mei 2022, opgemaakt door E.M. van der Nap, reclasseringswerker bok GGZ ERW Novadic-Kentron Breda;
- de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de reclassering
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundige
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de rapportage van de psychiater vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen en een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn. De behandeling dient immers nog opgestart te worden.
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.