In deze zaak vordert eiseres, een consument, schadevergoeding van gedaagde, een besloten vennootschap, wegens non-conformiteit van een keukenblad dat zij in 2018 heeft aangeschaft. Eiseres heeft het keukenblad zelf gemonteerd en heeft in april 2021 gereclameerd over vermeende gebreken. Gedaagde heeft de leverancier ingeschakeld, die concludeerde dat de vlekken op het blad gebruiksvlekken waren, veroorzaakt door intensief gebruik van chemische middelen. Eiseres stelt dat het keukenblad gebrekkig is en vordert schadevergoeding, maar gedaagde betwist dit en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante wetsbepalingen en concludeert dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat het keukenblad een gebrek vertoont. De kantonrechter stelt vast dat de beschadigingen aan het keukenblad zijn ontstaan door externe oorzaken en niet door een intrinsiek gebrek. Hierdoor kan de hoofdvordering van eiseres niet worden toegewezen. Ook de nevenvorderingen, waaronder de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, worden afgewezen. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde, plus nakosten.
Het vonnis is uitgesproken op 22 juni 2022 door kantonrechter M. Ramsaroep in Utrecht. De kostenveroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard.