Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 6 weken;
taakstraf van 240 uren;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820744;
- 18 STK Verdovende Middelen G2820748;
- 100 KG Verdovende Middelen G2820749;
- 100 GR Verdovende Middelen G2820750;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820757;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820767;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820735;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820736;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820743;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820745;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820752;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820754;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820764;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820765;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820766;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820762;
- 1 STK Verdovende Middelen G2820763.