4.3Het oordeel van de rechtbank
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
1. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] het volgende gerelateerd:
Op maandag 3 januari 2022 zijn er twee verdachten aangehouden die vermoedelijk betrokken waren geweest bij een auto-inbraak te [plaats] , gemeente [gemeente] . Bij de verdachten werden diverse goederen aangetroffen die vermoedelijk afkomstig waren van diefstal. Onder andere zat er bij de inbeslaggenomen goederen een laptop van het merk Apple. Bij het openen van deze laptop verscheen de naam [slachtoffer 1] in beeld. Op diverse papieren bescheiden, onder andere van het [school] te [plaats] , kwam de naam [slachtoffer 1] tevens naar voren. Wij kregen hierbij het vermoeden dat deze goederen, en mogelijk ook andere inbeslaggenomen voorwerpen, afkomstig konden zijn uit een woning. Uit nader onderzoek in de tot ons beschikbare systemen zagen wij dat er op de [adres] te [plaats] ene [slachtoffer 1] woonachtig was.
Wij zijn vervolgens naar het adres [adres] te [plaats] gegaan, om een nader onderzoek in te stellen. Toen wij ter plaatse kwamen zagen wij dat er aan de achterzijde van de woning een deur open stond. Aan de voorzijde van de woning zagen wij dat er een ruit stuk was en dat er een brandende schemerlamp in de woonkamer op de grond lag. Ik, verbalisant de [verbalisant 2] , belde bij de woning aan en de voordeur werd geopend door een man die opgaf te zijn genaamd [A] . Deze verklaarde dat de bewoners op vakantie in Portugal zijn, hij op de woning past, hij vanochtend door de bewoonster werd gebeld dat er mogelijk was ingebroken en of hij bij de woning wilde gaan kijken, dat toen hij bij de woning kwam zag hij dat de terrasdeur aan de zijkant open stond en dat er een raam aan de voorzijkant was verbroken en hij zag dat in alle ruimtes de kasten open stonden en doorzocht waren. Wij hebben met toestemming van [A] de woning betreden. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb op maandag 3 januari 2022, omstreeks 10:10 uur, telefonisch contact gehad met [slachtoffer 1] .
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , vroeg [slachtoffer 1] of zij in het bezit was van een laptop/Macbook. Hierop antwoordde zij dat ze een laptop heeft van het merk Apple en nog een aantal oudere laptops. Tevens vroeg ik haar of zij in het bezit was van papieren bescheiden van de school “ [school] ” te [plaats] . [slachtoffer 1] bevestigde mij dit.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb [slachtoffer 1] verzocht om aangifte te doen van de inbraak in haar woning.
2. [slachtoffer 2] heeft op 14 januari 2022 bij de politie aangifte gedaan en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, het volgende verklaard:
Ik was met vakantie in Portugal van 22 december 2021 tot en met 10 januari 2022. Tijdens mijn vakantie werd ik op 3 januari 2022 om 8 uur lokale tijd gebeld door mijn buurvrouw [B] . Zij gaf mij aan slecht nieuws te hebben en dacht dat er bij mij was ingebroken. De buurman had in de ochtend rond 06.30 uur een aantal mensen weg zien rennen. Op 22 december 2021, omstreeks 11.30 uur heb ik mijn woning afgesloten en rondom in goede orde achter gelaten om vervolgens naar mijn dochter in [plaats] te gaan. Op 10 januari rond 20.30 uur kwam ik terug bij mijn woning, nadat ik eerst weer mijn auto heb opgehaald bij mijn dochter in [plaats] .Ik zag verder dat er allerlei spullen weg waren of waren verplaatst. Ik heb een lijstje gemaakt van spullen die zijn weggenomen. Ook mijn e-reader is weg.
3. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 3] het volgende gerelateerd:
Op maandag 3 januari 2022 werd aangehouden de verdachte [medeverdachte] . Tijdens de fouillering werden de volgende goederen aangetroffen bij de verdachte.
Een bruine tas met vakjes en 4 ritsen, inhoud:- 2 blikjes, vis en tomatenpuree, broodjes, blikjes bier en zakje snoepjes.
Verder droeg de verdachte een plastic tas bij zich met diverse toiletartikelen.
De volgende goederen werden gefotografeerd en in beslag genomen:- een soort laptop tas met diverse papieren van aangever [slachtoffer 1]- een laptop, waarbij bij opening te zien was dat deze van [slachtoffer 1] is- een externe harde schijf- een [.] (rood) met ketting naam “ [.] ”- een t-shirt tekst “Papa of all papas”- een t-shirt tekst “ [.] ”- een t-shirt met tekst “ [.] ”
4. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 4] het volgende gerelateerd:
Nadat de verdachte was aangehouden, ging ik terug naar de locatie alwaar verdachte [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] zich aan zijn staande houding had onttrokken. Ik zag een groene zonnebril in het gras liggen. Tevens zag ik een rechter handschoen liggen.
5. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022hebben verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] het volgende gerelateerd:
Onderstaand summier weergegeven wat door ons in beslag is genomen onder de verdachte [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ]. Deze goederen had de verdachte bij zich ten tijde van zijn aanhouding.
- Zonnebril merkloos- Witte rolkoffer van het merk Princess- Witte Macbook type A1181 met toetsenbord en muis (in de witte koffer)- HP laptop met een sticker ( [.] )- Diverse sieraden
6. In een
proces-verbaal van bevindingen van 14 januari 2022hebben verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] het volgende gerelateerd:
Op 14 januari 2022 deden wij onderzoek naar de herkomst van de inbeslaggenomen goederen, welke in beslag waren genomen onder verdachte [verdachte] dan wel verdachte [medeverdachte] . Op bovengenoemde dag en tijdstip hadden wij een afspraak met aangever [slachtoffer 2] , welke aangifte had gedaan van een gepleegde woninginbraak aan de [adres] te [plaats] . Wij hebben aangever foto's getoond en de vraag erbij gesteld of zij de goederen herkent als eigenaresse.
Bijlage B: Deze sieraden zijn van mij. Mijn trouwring ligt er ook tussen.
Bijlage G: Deze Apple laptop is van mij.
Bijlage I: Deze laptoptas en bescheiden zijn allemaal van mij.
Bijlage J: Deze leenlaptop van HP is van mij.
Bijlage L: Deze koffer is van mij.
Bijlage O: Deze gitaar is van mij.
Bijlage P: Dit is mijn laptoptas.
Bijlage Q: Deze MacBook Pro is van mij. Mijn naam staat ook in het scherm.
Bijlage R: Dit is mijn externe harde schijf.
Bijlage U: Dit t-shirt is van mijn man.
Bijlage V: Dit t-shirt is van mij.
Bijlage X: Dit t-shirt is van mijn man.
Bijlage Y: Deze handschoen zijn van mij.
Bijlage 2: Deze groene zonnebril is van mij.
Bijlage 3: Deze Samsung Galaxy S4 telefoon is van mij.
Bijlage 4: Deze oplader is van mij. Het hoort bij mijn laptop.
Bijlage 5: Deze bruine tas is van mij.
Bijlage 7: Deze etenswaren zijn van mij.
Tevens hoorden wij aangeefster ons zeggen dat ze nog meer mist, maar wat niet bij deze in beslag genomen goederen ligt, waaronder een elektrische tandenborstel en verzorgingsproducten.
7. In een
proces-verbaal van bevindingen van 11 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 9] het volgende gerelateerd:
Op 11 januari 2022 om 09:00 uur kwam ik, naar aanleiding van een gekwalificeerde diefstal in/uit woning, voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] , [postcode] [plaats] .
Ik zag op de keukentafel een aantal goederen liggen waar bloed op zat, welke de dochter van de aangever heeft aangetroffen tijdens het opruimen van de woning.
Ik heb dit bloed veilig gesteld onder SIN nummer:
AALW9843NL (bloed op stukje glas van inklimraam welke achter de tv lag)
Op de cola fles heb ik bemonsterd op Epitheel onder SIN nummer:
AALW9844NL (dop en drink gat van een colafles, deze kwam uit de slaapkamer)
8. Een
geschriftals bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapport DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut van 1 april 2022, inhoudende:
SIN: AALW9844NL#01
Celmateriaal kan afkomstig zijn van [medeverdachte]
Matchkans: Kleiner dan één op één miljard
SIN: AALW9843NL#01
Celmateriaal kan afkomstig zijn van: [verdachte]
Matchkans: Kleiner dan één op één miljard
1. [slachtoffer 6] heeft op 3 januari 2022 bij de politie aangifte gedaan en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, het volgende verklaard:
Op 2 januari 2022 omstreeks 12 uur in de middag heb ik mijn auto met het kenteken [kenteken] geparkeerd op de [adres] te [plaats] . Ik woon daar. Mijn auto was toen in goede orde en ik denk dat ik ben vergeten om de auto af te sluiten. Op 3 januari 2022 omstreeks 08:45 uur ben ik in mijn auto gestapt en ben ik naar mijn werk gereden. Op 3 januari 2022 10:00 uur werd ik door een medewerker van de politie gebeld met de vraag of ik een jas miste aangezien zij deze hadden aangetroffen. Ik ben gaan kijken en ik zag dat mijn werkjas die normaal in de auto ligt weg was.
2. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 5] het volgende gerelateerd:
Op 3 januari 2022 was ik belast met het onderzoek naar het incident alwaar de verdachte [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] bij betrokken is. Ten tijde van het insluiten van de genoemde verdachte viel het mij op dat de verdachte een jas aan had met een bedrijfslogo er op. Gezien het feit dat de verdachte afkomstig is van het asielszoekerscentrum leek het mij niet geheel ondenkbaar dat deze jas van diefstal afkomstig was. Het logo betreft [onderneming 3] . Dit heb ik middels Google bevraagd met als toevoeging [plaats] . Aldaar is het eerste delict waar de verdachte van wordt verdacht gepleegd. Ik zag dat één van de eerste zoekresultaten betreft [onderneming 3] gevestigd aan de [adres] te [plaats] . Na telefonisch contact bleek dat [slachtoffer 6] eigenaar is van de jas en dat deze uit zijn auto is gehaald.
1. [slachtoffer 3] heeft op 3 januari 2022 bij de politie aangifte gedaan en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, het volgende verklaard:
Ik heb mijn auto, een Blauwe Volkswagen Polo, voor mijn deur geparkeerd op 16 december 2021 omstreeks 18:00 uur. Ik heb mijn auto in goede staat achter gelaten.
Ik ben twee weken naar Polen geweest. De auto was nog goed toen ik terug kwam.
Op maandag 3 januari 09:30 uur ging ik met mijn honden uit. Ik liep langs mijn auto. Ik zag dat mijn autodeur niet goed dicht zat. Ik had de auto niet op slot achter gelaten. Ik keek in de auto. Ik zag dat mijn autoradio er half bij hing. De draden van de autoradio zijn nog intact.
Ik ben naar binnen gegaan. Ik heb toen mijn camerabeelden bekeken. Ik zag dat er rond 03:31 uur twee (2) personen in mijn auto zaten. Ik zag dat er een (1) persoon naar mijn raam van mijn woning liep. Ik zag dat een andere persoon in mijn auto iets aan het zoeken was of zo.
2. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 10] het volgende gerelateerd:
Op maandag 3 januari 2022 omstreeks 11:30 uur heb ik onderzoek gedaan naar digitale beelden.
Deze beelden zijn afkomstig van een aangever van een poging diefstal uit een personenauto en zijn aangeleverd bij het doen van aangifte aan het bureau.
Ik zag op de beelden een tuin, nabij een woning. Ik zag dat in deze tuin een auto
stond waarvan ik het merk en type niet kan omschrijven. Ik zag in de auto een persoon zitten en dat de deur van deze auto open stond terwijl deze persoon er in zat.
Vervolgens zag ik dat de persoon, na een paar handelingen, het voertuig uit kwam. wat de handelingen waren kon ik niet zien. Vervolgens zag ik dat een ander persoon, links achter de auto, naar de woning toe loopt en daar blijft staan. Kort daarna zag ik de eerste persoon de auto uit stappen. Ik zag dat de persoon daarop de deur van de auto sluit en weg loopt bij de auto. Vervolgens stopt de aangeleverde opname.
Ik kan de eerste persoon als volgt omschrijven:
- man
- blank / licht getint
- wit mondkapje
- donkere jas, zwart
- capuchon, donker groen
- zwarte broek
- witte sneakers
De tweede persoon kan ik omschrijven als:
- man
- zwarte jas met capuchon
- donker broek
- zwarte schoenen
- rugtas/ paars kleurig
3. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 3] het volgende gerelateerd:
Op maandag 3 januari 2022 werd aangehouden de verdachte [medeverdachte] . Tijdens de fouillering werd een paarse rugtas aangetroffen bij de verdachte.
4. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 4] het volgende gerelateerd:
Op maandag 3 januari 2022,omstreeks 06:30 uur, bevond ik mij in het politiebureau te [plaats] en belast met een onderzoek ter zake diefstal door middel van braak c.q. verbreking vanuit een personenauto. De mogelijke verdachten zouden vermoedelijk verblijven op het asielzoekerscentrum te [plaats] . Daar ik vanuit de politie contactpersoon ben van bovengenoemd asielzoekerscentrum begaf ik mij naar het asielzoekerscentrum, alwaar ik omstreeks 06:45 uur arriveerde.
Gekomen op asielzoekerscentrum sprak ik medewerkster [C] van [onderneming 1] . Ik hoorde [C] het volgende zeggen: Vannacht omstreeks 02:35 uur, zag ik drie personen die in het donker gekleed waren het terrein van het asielzoekerscentrum fietsend wilde verlaten. Gezien het tijdstip wilde ik weten wie zij waren en sprak ik een van de personen aan die herkende ik als “ [verdachte] ”. Ik zag dat [verdachte] een donkerkleurige jas droeg met daaronder een groene sweater met capuchon. Daarnaast zag ik dat hij een zwarte joggingsbroek droeg met daaronder witte schoenen.
1. [slachtoffer 4] heeft op 3 januari 2022 bij de politie aangifte gedaan en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, het volgende verklaard:
Plaats delict: [adres] , [postcode] [plaats]
Pleegdatum/tijd: Tussen 1 januari 2022 te 17:00 uur en 3 januari 2022 te 09:00 uur
Er is ingebroken in de schuur. Een plaat hout is weggehaald. Er zijn twee fietsen gestolen.
MOUNTAINBIKE
Merk: ROCKRIDER
Type: ST900 24 INCH
Kleur: ROOD
MOUNTAINBIKE
Merk: [.]
Type: FOX 19
Kleur: BLAUW
2. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 4] het volgende gerelateerd:
Op 3 januari 2022, omstreeks 06:30 uur, bevond ik mij in het politiebureau te [plaats] en belast met een onderzoek ter zake diefstal door middel van braak cq verbreking vanuit een personenauto. De mogelijke verdachten zouden vermoedelijk verblijven op het asielzoekerscentrum te [plaats] . Daar ik vanuit de politie contactpersoon ben van bovengenoemd asielzoekerscentrum begaf ik mij naar het asielzoekerscentrum, alwaar ik omstreeks 06:45 uur arriveerde.
Gekomen op asielzoekerscentrum sprak ik medewerkster [C] van [onderneming 1] . Ik hoorde [C] het volgende zeggen: “Vannacht
omstreeks 02:35 uur, zag ik drie personen die in het donker gekleed waren het terrein van het asielzoekerscentrum fietsend wilde verlaten. Gezien het tijdstip wilde ik weten wie zij waren en sprak ik een van de personen aan die herkende ik als zijnde
“ [verdachte] ”. Hierna hoorde ik [C] zeggen dat haar nachtdienst erop dat en dat zij naar huis ging.
Omstreeks 06:50 uur werd ik gebeld door [C] . Ik hoorde haar zeggen dat zij eerdergenoemde “ [verdachte] ” zag fietsen over de [straat] , komende vanaf [plaats] en gaande in de richting van [plaats] . Hierop begaf ik mij ten spoedigste naar het door [C] opgegeven locatie. Aldaar zag ik op het fietspad een persoon fietsen die voldeed aan het door [C] opgegeven signalement. Ik zag dat hij fietste op blauwe mountainbike met 29 inch velgen. Desgevraagd vroeg ik naar de man zijn naam en een geldig legitimatie bewijs.
Ik hoorde de man in gebrekkig Engels zeggen dat zijn legitimatiebewijs op asielzoekerscentrum zou liggen. Ondertussen had ik nog telefonisch contact met [C] . Ik hoorde haar zeggen dat zij nu de tweede persoon zag fietsen ter hoogte van de rotonde [straat] met de [straat] . Deze persoon zou fietsen op een kleine roze fiets, eveneens in de richting van [plaats] . Het was mij verbalisant [verbalisant 4] bekend dat collega's [verbalisant 11] en [D] in die omgeving waren voor het opnemen van de aangifte van eerder genoemde melding. Hierop gaf ik via mijn portofoon aan hun door dat van de verdachten ieder moment langs hen zou kunnen fietsen en dat deze staande gehouden kon worden.
3. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 11] het volgende gerelateerd:
Op 3 januari 20222 omstreeks 06:30 uur bevond ik mij in het bureau van politie te [plaats] . Tijdens de start van mijn ochtenddienst en bij de overdracht van de dienst hoorde ik dat er zojuist een inbraak in een auto was gepleegd op het adres [adres] te [plaats] . De daders waren bij deze inbraak door de aangever betrapt. Hierbij zijn de daders weggevlucht in de richting van [plaats] . Vervolgens ben ik samen met collega [D] naar de aangever gegaan.
Ter plaatse werden we door de aangever aangesproken. Collega [D] nam vervolgens de aangifte van aangever op en ik stelde een nader onderzoek in. Hierbij heb ik de aanwezige camerabeelden bekeken en middels mijn diensttelefoon overgenomen. Op deze beelden was duidelijk te zien dat het twee personen betroffen. Beiden droegen donkerkleurige kleding. Beiden droegen een wit kleurig mondkapje en hadden een licht grijs kleurige capuchon of hoodie. Ik zag dat een van deze personen een opvallende rugzak op zijn rug droeg. Dit was namelijk een opvallende paars roze kleurige rugzak. Voorts zag ik middels deze camerabeelden, dat deze twee personen wegrenden in de richting van de [straat] .
Van collega [verbalisant 4] kreeg ik het bericht middels de portofoon door dat de verdachte met de opvallende rugzak bij de rotonde [plaats] in de richting van [plaats] zou fietsen. Op dat moment bevond ik mij vlak nabij deze locatie en ben ik direct naar buiten gegaan. Mijn collega [D] bleef binnen bij de aangever om de aangifte verder af te handelen. Buiten gekomen zag ik een persoon op een fiets aan komen fietsen. Deze fietste mij tegemoet. Ik zag dat deze persoon uit de richting van de rotonde [plaats] kwam fietsen. Ik zag dat dit een persoon betrof met een wit kleurig mondkapje voor zijn mond en neus. Ik zag dat deze persoon gelet op zijn lichaamslengte op een te kleine fiets fietste. Dit betrof een rood kleurige fiets. Ter hoogte van perceel [adres] heb ik de persoon staande gehouden en vroeg hem naar zijn identiteit bewijs. Ik zag dat deze persoon mij een vreemdelingendocument overhandigde. Persoon was genaamd [medeverdachte] , geboren [1996] .
1. [slachtoffer 5] heeft op 3 januari 2022 bij de politie aangifte gedaan en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, het volgende verklaard:
Ik doe aangifte van inbraak. Niemand had het recht of de toestemming het goed weg te nemen. Ik ben woonachtig op de [adres] , [postcode] te [plaats] . Ik verblijf daar tijdelijk in een stacaravan op het bedrijfsterrein van mijn tuinbedrijf omdat onze woning verbouwd wordt. Op 3 januari 2022, omstreeks 04:30 uur werd ik wakker van een claxon geluid en kort daarna van een dichtslaande deur die ik herken als van een autodeur. Vervolgens pakte ik mijn mobiele telefoon en opende de app op mijn mobiel van mijn beveiligingscamera’s die rond mijn bedrijfspand/kas hangen. Ik zag 2 mannen van begin 20 met een mondkapje voor met capuchons over hun hoofd op het terrein lopen tussen de caravan en het bedrijfspand. Ik heb toen wat kleren aangetrokken en ben toen op blote voeten de caravan uitgerend. Ik zag dat de 2 jongens dan de spat nemen en in de richting van [plaats] lopen en de onderlinge afstand is dan 20 meter. Ter hoogte van [adres] zie ik ze dan het weiland in vluchten en zag nog dat 1 van de personen een paars/roze rugzak op zijn rug droeg. Ik heb toen de poging om ze te pakken gestaakt en ben terug gelopen naar de caravan.
Ik zag toen dat de camera die op het terrein zicht heeft aan de kant van de [straat] dat ze bij mijn bedrijfsbus, een Ford, het zijruitje inslaan en volgens in de bus gaan. Ik ben toen naar mijn bus gelopen en zag aan de portierzijde glassplinters naast de mijn bus liggen en dat het raampje kapot was. Eenmaal in de bus miste ik mijn 2 benzinepassen van de firma [onderneming 2] en mijn zonnebril van het merk Ray Ban.
2. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022heeft verbalisant [verbalisant 3] het volgende gerelateerd:
Op maandag 3 januari 2022 werd aangehouden de verdachte [medeverdachte] . Tijdens de fouillering werden de volgende goederen aangetroffen bij de verdachte:
- 1 tankpas [onderneming 2] nummer [nummeraanduiding 1]
- [onderneming 2] , kaartnummer [nummeraanduiding 2] met stift [......]
- Een paarse rugtas
De verdachte droeg een groene jas merk Super Dry, een zwarte [.] sweater en een zwarte La Costa broek.
3. In een
proces-verbaal van bevindingen van 3 januari 2022hebben verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] het volgende gerelateerd:
Onderstaand summier weergegeven wat door ons in beslag is genomen onder de verdachte [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ].
Deze goederen had de verdachte bij zich ten tijde van zijn aanhouding:- Zonnebril Rayban
Ten aanzien van feit 1 en het verweer dat de resultaten van het DNA-onderzoek dienen te worden uitgesloten van het bewijsHet stuk glas met het bloedspoor is pas naderhand door aangeefster aan de politie overhandigd, maar dit maakt niet dat de daarop gebaseerde match met het DNA van verdachte niet voor het bewijs kan worden gebruikt. Niet is aangevoerd of anderszins gebleken op welke manier de scherf kan zijn besmet met het DNA van verdachte, anders dan door zijn betrokkenheid bij de inbraak. De rechtbank overweegt hierbij dat de betrokkenheid van verdachte bij het feit mede door ander bewijs wordt ondersteund. De rechtbank zal de resultaten van het DNA-onderzoek dan ook gebruiken voor het bewijs.
Ten aanzien van feit 3 en het verweer dat sprake is van vrijwillige terugtred
Onder 3 primair is ten laste gelegd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot diefstal in vereniging. De raadsman heeft vrijspraak bepleit, nu sprake is van vrijwillige terugtred.
De rechtbank stelt voorop dat van vrijwillige terugtred in de zin van artikel 46b van het Wetboek van Strafrecht sprake is indien de verdachte vrijwillig is teruggetreden voordat het misdrijf is voltooid. Vrijwillige terugtred impliceert een vrijwillig genomen besluit om ermee op te houden. Echter, dit is onvoldoende aannemelijk geworden nu verdachte daarover geen enkele verklaring heeft afgelegd, en daar op andere wijze ook niet van is gebleken.
Gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van verdachte(n) is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een poging tot diefstal van de autoradio, in vereniging.