Uitspraak
1.De procedure
8 oktober 2022 eerder beschikkingen gegeven tussen partijen. Bij die laatste beschikking heeft de rechter de beslissing op de verzoeken over de omgangsregeling aangehouden.
- het F9-formulier van de moeder van 1 februari 2022;
- de brief van de vader van 11 februari 2022.
19 mei 2022. Daarbij waren aanwezig:
- de heer [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad).
2.Waar gaat het over?
3.Overzicht van voorgaande procedures
Het hof heeft daarbij het volgende overwogen:
Voor wat betreft het verzoek om informatie heeft de rechtbank bepaald dat de moeder een keer per maand een e-mail of brief zal sturen aan de vader over de gezondheid van [minderjarige 2] en [minderjarige 1] , hoe het met hen gaat op school, hun hobby’s en twee keer per jaar een recente foto van de kinderen.
4.Standpunten van de belanghebbenden
5.De beoordeling
17 december 2020 zijn de kinderen weer volledig bij de moeder gaan wonen.
bij de kinderrechteren geschillen over gezag en omgang tussen ouders
bij de rechtbankheeft ondergebracht, is een dergelijke gescheiden behandeling niet in het belang van kinderen. Dat is hier al te duidelijk: door het wegvallen van de ondertoezichtstelling is ook de onafhankelijke instantie die ouders kan bewegen en zo trachten vastgelopen situaties weer vlot te trekken, weggevallen. Vanwege die gescheiden behandeling van ondertoezichtstelling en de omgangszaak is nu de bemoeienis van de GI, die door het hof nog nodig werd bevonden in de beslissing over het gezag, komen te vervallen zonder dat ook op het verzoek van de vader om een omgangsregeling is beslist. De bedoeling van de GI om het onderzoek in te zetten via het [organisatie 7] , waar de kinderrechter vanuit ging bij het niet verlengen van de ondertoezichtstelling, is daardoor ook niet van de grond gekomen.