Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Ik trok de man naar achteren toe. Mijn collega duwde de man op de grond. Zo is de man naar de grond gewerkt. Dat ging redelijk gecontroleerd. De man lag toen op zijn rug (pagina 27). [aangever 1] heeft echter verklaard dat hij tijdens de worsteling met de verdachte ten val is gekomen, waarbij de verdachte met zijn volle gewicht bovenop hem zou zijn beland. In zijn aangifte merkt [aangever 1] op: “Het ging zo snel dat ik het allemaal niet meer precies weet.”
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
feiten 1, 2 en 5 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
feiten 3 en 4 tenlastegelegde bewezenzoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
een gevangenisstraf van 40 dagen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
[aangever 1] niet-ontvankelijkin de vordering.