ECLI:NL:RBMNE:2022:2506

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 juni 2022
Publicatiedatum
28 juni 2022
Zaaknummer
C/16/539337 / KG ZA 22-199
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot uitlevering van scheurkalenders in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vordert de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, om 38.000 scheurkalenders uit te leveren. De eiseres heeft in het verleden de scheurkalender voor de gedaagde vormgegeven en gedistribueerd, maar de gedaagde heeft in 2021 besloten om de scheurkalender in eigen beheer uit te geven. De partijen hebben in februari 2022 een Verkoopovereenkomst gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over de verkoop en distributie van de scheurkalender. De eiseres stelt dat zij recht heeft op de levering van de scheurkalenders, inclusief een bestelling voor Bol.com, terwijl de gedaagde zich op het standpunt stelt dat deze levering niet kan plaatsvinden op basis van de overeenkomst.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiseres voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vordering, ondanks dat zij al sinds april 2022 op de hoogte is van de weigering van de gedaagde om de scheurkalenders voor Bol.com te leveren. De rechter concludeert dat Bol.com onder de definitie van klant in de Verkoopovereenkomst valt, en dat de gedaagde de scheurkalenders moet leveren. De gedaagde wordt veroordeeld om de scheurkalenders uiterlijk op 1 september 2022 te leveren, met een dwangsom van € 250 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 25.000. Daarnaast wordt de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die op € 1.817,03 zijn begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/539337 / KG ZA 22-199
Vonnis in kort geding van 27 juni 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. A.J.C. van Bemmel in Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. Ch.E. Koster in 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met als bijlagen producties 1 tot en met 17;
  • de e-mail van [gedaagde] van 13 juni 2022 met als bijlagen producties 1 tot en met 14;
  • de brief van [eiseres] van 14 juni 2022 met als bijlagen producties 18 tot en met 20;
  • de mondelinge behandeling op 15 juni 2022;
  • de pleitnota van [eiseres] ;
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Daarna is er bepaald dat er vonnis wordt gewezen.

2.Waar gaat dit kort geding over?

2.1.
[eiseres] is aanbieder van verjaardagskalenders, wenskaarten en agenda’s. [eiseres] heeft hiervoor een eigen grafische afdeling voor het ontwerp van die producten. [eiseres] levert aan boekhandels, kantoorvakhandels, (online) winkels en cadeaushops.
2.2.
[gedaagde] verzorgt trainingen, workshops, seminars, events, publiceert boeken en tijdschriften en ontwikkelt producten, waaronder de [naam gedaagde] -scheurkalender (hierna: de scheurkalender). [gedaagde] exploiteert ook een uitgeverij.
Dit kort geding gaat over de vraag of [gedaagde] verplicht is om de scheurkalender 2023 aan [eiseres] te leveren.
2.3.
Tot eind 2021 heeft [eiseres] de scheurkalender voor [gedaagde] vormgegeven en gedistribueerd. Zij sloten hiervoor jaarlijks een overeenkomst. [gedaagde] heeft in de loop van 2021 aan [eiseres] laten weten dat zij voortaan de scheurkalender in eigen beheer zou uitgeven en deze ook niet meer via [eiseres] wilde distribueren. [onderneming] (hierna: [onderneming] ) zou de vaste distributeur worden. [eiseres] heeft toen laten weten dat zij toch nog graag een deel van de distributie van de scheurkalenders op zich wilde nemen. [gedaagde] heeft hiermee ingestemd. Partijen hebben eind 2021 / begin 2022 onderhandeld over de Verkoopovereenkomst voor 2022 (hierna: de Verkoopovereenkomst). Nadat eerdere concepten zijn aangepast is op 7 februari 2022 de Verkoopovereenkomst ondertekend. Hierin staat onder meer:
“ [gedaagde] geeft aan [eiseres] het recht om in Nederland en België namens [gedaagde] op te treden met betrekking tot de verkoop en distributie van de door [gedaagde] uitgegeven scheurkalender aan hun klanten.
DEFINITIES
l. Onder klanten wordt verstaan de giftshops, kantoorvakhandels en bestaande klanten van
[eiseres] die expliciet aangeven uitsluitend bij [eiseres] te willen bestellen.
2. Onder artikelen worden in deze overeenkomst verstaan de [naam gedaagde] scheurkalender.
(…)
VERGOEDING
[eiseres] koopt de scheurkalenders in bij [gedaagde] voor de prijs van €4,91 ex. btw per stuk, zonder recht van retour.
Het aantal van de in te kopen scheurkalenders laat [eiseres] voor l juni 2022 weten aan [gedaagde] .
Dat aantal garandeert [gedaagde] te leveren op een nog nader te bepalen datum. [gedaagde] zal aansturen op een leverdatum zo vroeg mogelijk in augustus. [eiseres] kan later in het jaar 2022 altijd meer scheurkalenders inkopen bij [gedaagde] , maar [gedaagde] kan niet garanderen of deze leverbaar zijn.
De betalingstermijn voor de afgenomen scheurkalenders is 30 dagen.
Bulkverkoop
Het is [eiseres] niet toegestaan de scheurkalender in grote aantallen te verkopen aan bedrijven of andere organisaties, anders dan de klanten zoals aangegeven in de eerste alinea van deze overeenkomst. [eiseres] zal klanten die een dergelijke vraag hebben doorverwijzen naar [gedaagde] .
DUUR VAN DE OVEREENKOMST
De overeenkomst wordt per l januari 2022 aangegaan voor de periode van één jaar en betreft alleen de [naam gedaagde] scheurkalender.
Beëindiging
Deze overeenkomst kan door middel van een aangetekend schrijven met een opzegtermijn van drie maanden door beide partijen worden beëindigd in geval de andere partij in strijd handelt met enige bepaling van deze overeenkomst. De andere partij zal binnen vijfentwintig werkdagen nadat zij per aangetekend schrijven op haar strijdige handelswijze is gewezen, alsnog deze overeenkomst volledig nakomen. Doet deze partij dit niet, dan wordt de overeenkomst automatisch beëindigd.
(…)”
2.4.
[eiseres] heeft op 10 maart 2022 aan [gedaagde] laten weten dat een bestaande klant van haar, te weten Bol.com, expliciet heeft aangegeven de scheurkalender via [eiseres] te willen afnemen. Dit gaat om in totaal 26.000 scheurkalenders. [gedaagde] reageerde daarop dat dit niet kan op basis van de Verkoopovereenkomst. Vervolgens is tussen partijen over de definitiebepaling van ‘klanten’ een discussie ontstaan.
2.5.
Op 8 april 2022 heeft de advocaat van [gedaagde] per e-mail aan de advocaat van [eiseres] laten weten dat de scheurkalenderorder voor Bol.com niet uitgeleverd zal worden. De advocaat schrijft verder:
“Formeel gezien meent cliënte dat uw cliënte in verzuim is waar het gaat om bol.com en de boekhandels, die zij in strijd met de Verkoopovereenkomst contracteert, ook na herhaalde ingebrekestelling en sommatie om dat niet te doen/dit terug te draaien. Voor dat deel van de verleende rechten zal de Verkoopovereenkomst in ieder geval ontbonden dan wel opgezegd worden.”
2.6.
Op 13 mei 2022 heeft [eiseres] 38.000 scheurkalenders besteld, waarvan 26.000 scheurkalenders zijn bedoeld voor Bol.com en 12.000 scheurkalenders zijn bedoeld voor de overige klanten van [eiseres] . [gedaagde] heeft laten weten dat zij bereid is de 12.000 scheurkalenders te leveren wanneer [eiseres] aan haar duidelijk maakt voor welke klanten van [eiseres] de bestelling bedoeld is. De 26.000 scheurkalender voor Bol.com zullen niet uitgeleverd worden.
2.7.
[eiseres] is van mening dat zij op grond van de overeenkomst ook mag leveren aan Bol.com. Zij vordert daarom in dit kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
  • [gedaagde] te veroordelen om [eiseres] zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk op 5 augustus 2022, 38.000 [naam gedaagde] -scheurkalenders uit te leveren op straffe van € 15.000 per dag;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
2.8.
[gedaagde] voert verweer. Zij stelt zich op het standpunt dat [eiseres] geen spoedeisend belang heeft. Zij weet al sinds 8 april 2022 dat [gedaagde] de order voor Bol.com aan [eiseres] niet gaat leveren. Voor het geval de voorzieningenrechter de vorderingen wel inhoudelijk behandelt stelt [gedaagde] dat bij het sluiten van de overeenkomst nooit is bedoeld dat [eiseres] aan Bol.com zou leveren. [eiseres] kan maximaal 12.000 stuks afnemen voor haar andere klanten, maar dat aantal vordert [eiseres] niet. Verder beroept [gedaagde] zich op de gedeeltelijke ontbinding dan wel opzegging van de Verkoopovereenkomst op 8 april 2022. [eiseres] kan daarom geen nakoming vorderen van het gedeelte van de Verkoopovereenkomst dat is ontbonden.
2.9.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?

Spoedeisend belang?
3.1.
[eiseres] heeft voldoende onderbouwd dat sprake is van een spoedeisend belang. [gedaagde] heeft onomwonden laten weten dat zij het onderdeel van de bestelling dat ziet op scheurkalenders voor Bol.com niet zal leveren. Dat zij dit standpunt van [gedaagde] al kent vanaf april neemt niet weg dat met de geplande levering voor de scheurkalenders in de maand augustus het spoedeisend belang gegeven is.
Partiële ontbinding?
3.2.
Volgens [gedaagde] heeft zij op 8 april 2022 de Verkoopovereenkomst partieel ontbonden of opgezegd voor bestaande klanten van [eiseres] ‘
die expliciet aangeven uitsluitend bij [eiseres] te willen bestellen’. Deze vallen niet langer onder de definitie van klanten. Daaruit volgt volgens haar dat zij de bestelling van scheurkalenders voor Bol.com niet aan [eiseres] hoeft te leveren. De voorzieningenrechter volgt [gedaagde] hierin niet. In de e-mail van 8 april 2022 waar [gedaagde] zich op baseert staat weliswaar iets opgenomen over gedeeltelijke ontbinding dan wel opzegging. Maar er staat ‘
zal …ontbonden dan wel opgezegd worden.’ Dat duidt op een vervolghandeling in de toekomst waarbij ontbonden of opgezegd wordt. Er staat in ieder geval niet dat het per direct ontbonden of opgezegd is. Ook had [eiseres] dat uit de context niet hoeven te begrijpen. Bovendien hebben partijen in de Verkoopovereenkomst afspraken gemaakt over de manier waarop de overeenkomst beëindigd kan worden, zoals hiervoor onder 2.3. is weergegeven. Niet is gebleken dat [gedaagde] zich aan die afspraken heeft gehouden bij het partieel ontbinden van de overeenkomst. De voorzieningenrechter gaat er daarom vanuit dat de Verkoopovereenkomst nog in zijn totaliteit bestaat.
Valt Bol.com onder de definitie van klant in de Verkoopovereenkomst?
3.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat Bol.com voorheen de scheurkalender inkocht bij [eiseres] . Het staat dus vast dat Bol.com voor wat betreft de scheurkalender een bestaande klant van [eiseres] is. Volgens [gedaagde] heeft Bol.com echter niet expliciet aangegeven dat zij uitsluitend bij [eiseres] wil bestellen. Zij verwijst daarvoor naar het op schrift uitgewerkte telefoongesprek dat de heer [A] , [.] van [gedaagde] , op 23 maart 2022 met de heer [B] , werkzaam bij Bol.com, heeft gevoerd (zie productie 10 van [gedaagde] ). Daaruit volgt volgens [gedaagde] dat Bol.com ook via een andere weg de scheurkalenders wil inkopen en het voorstel van [onderneming] zal afwachten. Dit leidt de voorzieningenrechter uit de uitwerking van dat telefoongesprek echter niet af. Hieruit volgt juist dat Bol.com de scheurkalender voor dit jaar juist nog bij [eiseres] wil inkopen en het voor volgend jaar wel opnieuw wil bekijken. Verder heeft [eiseres] een e-mail van diezelfde [B] overgelegd (zie productie 20 van [eiseres] ) van 14 juni 2022 waarin Bol.com laat weten de scheurkalender bij [eiseres] af te willen nemen. Zij laat weten geen tijd te hebben om met een andere leverancier te onderhandelen en geen behoefte te hebben aan een andere leverancier. [eiseres] heeft daarom voldoende aannemelijk gemaakt dat Bol.com voor dit jaar expliciet heeft aangegeven dat zij de scheurkalender uitsluitend bij [eiseres] wil bestellen.
Partijbedoelingen
3.4.
[gedaagde] is verder van mening dat het bij de totstandkoming van de Verkoopovereenkomst nooit de bedoeling is geweest dat [eiseres] een grote klant als Bol.com nog zou kunnen aanhouden. [gedaagde] verwijst hierbij naar de gang van zaken voorafgaand aan het sluiten van de Verkoopovereenkomst. [eiseres] heeft de bepaling met de definitie van ‘klanten’ namelijk kort voor de ondertekening van de Verkoopovereenkomst laten aanpassen terwijl zij al wist dat Bol.com bij haar de scheurkalender had besteld. [gedaagde] dacht op dat moment dat die definitiebepaling alleen zag op wat kleinere afnemers zoals boekhandels en enkele vestigingen van de Primera. Dit Haviltex-verweer van [gedaagde] over de bedoeling van partijen bij de overeenkomst en de uitleg daarvan blijft echter steken op de eenzijdige bedoeling van [gedaagde] bij deze bepaling. De voorzieningenrechter ziet geen aanknopingspunten dat [eiseres] die bedoeling kende of behoorde te kennen en daar ook iets mee moest doen. Hoewel het moreel wellicht gepast was geweest als [eiseres] bij de totstandkoming van de Verkoopovereenkomst had laten weten dat dit op de achtergrond speelde, is het juridisch onvoldoende om bij de beperkte toetsing van een kort geding het beding anders te lezen dan hoe het er nu staat.
Conclusie
3.5.
Het voorgaande betekent dat de voorzieningenrechter voorshands van oordeel is dat voldoende aannemelijk is dat Bol.com valt onder de definitie van een bestaande klant die expliciet heeft aangegeven bij [eiseres] te willen bestellen. Dat betekent dat [eiseres] op juiste grond voor 1 juni 2022 het aantal te bestellen scheurkalenders heeft doorgegeven aan [gedaagde] . Daar valt dus onder de 12.000 scheurkalenders voor de giftshops en de kantoorvakhandels én de 26.000 scheurkalenders voor Bol.com. Omdat [gedaagde] heeft verklaard dat de scheurkalenders pas eind augustus toegeleverd kunnen worden, zal de vordering in die zin worden toegewezen dat [gedaagde] dit zo spoedig mogelijk in de maand augustus zal moeten toeleveren, en uiterlijk op 1 september.
Dwangsom
3.6.
[gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat de dwangsom moet worden afgewezen, en anders gematigd moet worden tot € 250 per dag. De voorzieningenrechter zal de dwangsom toewijzen, maar ziet aanleiding deze te matigen en bepaalt de dwangsom naar redelijkheid en billijkheid op € 250 per dag, met een maximum van € 25.000.
Proceskosten
3.7.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- betekening oproeping € 125,03
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.817,03

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om [eiseres] , zo vroeg mogelijk in de maand augustus 2022, maar uiterlijk op 1 september 2022, 38.000 [naam gedaagde] -scheurkalenders uit te leveren;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 250 voor iedere dag dat zij niet aan de in 4.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 25.000 is bereikt;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.817,03;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Killian, bijgestaan door mr. F.G.T. Russcher-Jansen, en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: