Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met als bijlagen producties 1 tot en met 17;
- de e-mail van [gedaagde] van 13 juni 2022 met als bijlagen producties 1 tot en met 14;
- de brief van [eiseres] van 14 juni 2022 met als bijlagen producties 18 tot en met 20;
- de mondelinge behandeling op 15 juni 2022;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.Waar gaat dit kort geding over?
“Formeel gezien meent cliënte dat uw cliënte in verzuim is waar het gaat om bol.com en de boekhandels, die zij in strijd met de Verkoopovereenkomst contracteert, ook na herhaalde ingebrekestelling en sommatie om dat niet te doen/dit terug te draaien. Voor dat deel van de verleende rechten zal de Verkoopovereenkomst in ieder geval ontbonden dan wel opgezegd worden.”
- [gedaagde] te veroordelen om [eiseres] zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk op 5 augustus 2022, 38.000 [naam gedaagde] -scheurkalenders uit te leveren op straffe van € 15.000 per dag;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
3.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?
die expliciet aangeven uitsluitend bij [eiseres] te willen bestellen’. Deze vallen niet langer onder de definitie van klanten. Daaruit volgt volgens haar dat zij de bestelling van scheurkalenders voor Bol.com niet aan [eiseres] hoeft te leveren. De voorzieningenrechter volgt [gedaagde] hierin niet. In de e-mail van 8 april 2022 waar [gedaagde] zich op baseert staat weliswaar iets opgenomen over gedeeltelijke ontbinding dan wel opzegging. Maar er staat ‘
zal …ontbonden dan wel opgezegd worden.’ Dat duidt op een vervolghandeling in de toekomst waarbij ontbonden of opgezegd wordt. Er staat in ieder geval niet dat het per direct ontbonden of opgezegd is. Ook had [eiseres] dat uit de context niet hoeven te begrijpen. Bovendien hebben partijen in de Verkoopovereenkomst afspraken gemaakt over de manier waarop de overeenkomst beëindigd kan worden, zoals hiervoor onder 2.3. is weergegeven. Niet is gebleken dat [gedaagde] zich aan die afspraken heeft gehouden bij het partieel ontbinden van de overeenkomst. De voorzieningenrechter gaat er daarom vanuit dat de Verkoopovereenkomst nog in zijn totaliteit bestaat.
1.016,00