Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 juni 2022, met producties (1-6),
- de brief van BNNVARA van 15 juni 2022 met producties (1-4),
- de op 15 juni 2022 door [eiseres] toegezonden producties (7-9),
- de op 16 juni 2022 door [eiseres] toegezonden nadere productie 10,
- de mondelinge behandeling op 16 juni 2022,
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van BNNVARA.
2.De vordering
BNNVARA te verbieden om een uitzending te wijden aan [eiseres] , althans een uitzending te wijden aan vermeende misstanden rond afhandeling door [eiseres] van restitutieverzoeken, donderdag 16 juni 2022, zonder dat [eiseres] in de gelegenheid is gesteld om in de uitzending inhoudelijk te reageren op concrete klachten cq concrete verwijten van nader te noemen personen cq die haar tevoren schriftelijk zijn voorgelegd;
3.Waar gaat de zaak over?
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
1.016,00
5.De beslissing
- € 163,00 aan salaris advocaat, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening,
- € 85,00 aan salaris advocaat alsmede de explootkosten van betekening van dit vonnis, indien vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening,