ECLI:NL:RBMNE:2022:2491
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bij bijstandsaanvraag wegens gebrek aan informatie over vermogen
Op 11 mei 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die in Turkije percelen grond bezat, had meerdere aanvragen voor bijstand ingediend op basis van de Participatiewet, maar deze waren door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht afgewezen of buiten behandeling gesteld. De reden hiervoor was het ontbreken van cruciale informatie over de verkoopopbrengst van de percelen en de financiële situatie van verzoeker.
Tijdens de zitting op 11 mei 2022 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van spoedeisend belang, aangezien verzoeker en zijn echtgenote niet in acute financiële nood verkeerden. Bovendien had verzoeker niet aangetoond dat zijn bezwaar een redelijke kans van slagen had. De voorzieningenrechter benadrukte dat verzoeker zelf verantwoordelijk was voor het aanleveren van bewijs met betrekking tot zijn financiële situatie en de verkoop van de percelen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het risico bestond dat verzoeker een bijstandsuitkering zou moeten terugbetalen, wat problematisch zou zijn gezien zijn financiële situatie. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.