Op 24 juni 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, wonend op een perceel in IJsselstein, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein. De zaak betreft een beroep tegen de omgevingsvergunning die aan vergunninghouder is verleend voor de legalisering van een voetbalkooi en de bouw van een geluidsscherm. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder de voetbalkooi al had gerealiseerd voordat de vergunning was verleend, en dat de vergunninghouder in 2018 al een omgevingsvergunning had gekregen voor het gebruik van het perceel voor buitenschoolse opvang en kinderentertainment.
Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning, maar het college heeft deze bezwaren niet-ontvankelijk verklaard en later gewijzigd in ontvankelijk maar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eisers behandeld en geconcludeerd dat de beroepsgronden van eisers grotendeels gericht waren tegen de eerdere omgevingsvergunning uit 2018, en deze niet meegenomen kon worden in de beoordeling van de huidige vergunning.
De rechtbank heeft de argumenten van eisers over geluidsoverlast en de zorgvuldigheid van het besluit van het college beoordeeld. Het college had de aanvraag getoetst aan het bestemmingsplan en had besloten om af te wijken van het bestemmingsplan, omdat de voetbalkooi niet in strijd was met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college de geluidsnormen in acht had genomen en dat de vergunning voor de voetbalkooi en het geluidsscherm in stand blijft. Het beroep van eisers is ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen griffierecht terugkrijgen en geen vergoeding van proceskosten ontvangen.