ECLI:NL:RBMNE:2022:2472

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
24 juni 2022
Zaaknummer
C/16/FO RK 22-612
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling

In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 10 juni 2022, is de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarige [minderjarige (voornaam)] aan de orde. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [minderjarige (voornaam)] wordt uitgeoefend door de moeders [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2]. De minderjarige verblijft op een open groep van [instelling 3] in [plaats 2], na eerder in gesloten jeugdhulp te hebben verbleven. De ondertoezichtstelling van [minderjarige (voornaam)] is verlengd tot 10 juni 2023, en de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 1 januari 2023.

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juni 2022 is de noodzaak tot benoeming van een bijzondere curator besproken. De minderjarige heeft aangegeven dat het haar niet veel uitmaakt of er een bijzondere curator wordt benoemd, maar de GI (gecertificeerde instelling) heeft benadrukt dat dit prima is als [minderjarige (voornaam)] dat fijn vindt. De moeders zijn het echter niet eens met de benoeming, omdat zij van mening zijn dat een bijzondere curator niets toevoegt. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat er een belangenstrijd is tussen de minderjarige en de moeders, en dat het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen om de minderjarige te vertegenwoordigen.

De kinderrechter heeft artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek in overweging genomen, dat bepaalt dat wanneer de belangen van de ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, de rechtbank een bijzondere curator kan benoemen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat aan de wettelijke vereisten voor benoeming is voldaan en heeft mevrouw mr. M. van Harskamp benoemd tot bijzondere curator. De benoeming zal duren tot 10 juni 2023, en de bijzondere curator zal de minderjarige vertegenwoordigen in en buiten rechte, en contact onderhouden met haar.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/539965 / FO RK 22-612 Benoeming bijzondere curator

Beschikking van 10 juni 2022

in de zaak betreffende:

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige (voornaam)] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] ,

hierna te noemen: de moeder [belanghebbende 1] ,
wonende te [woonplaats] ,

[belanghebbende 2] ,

hierna te noemen: de moeder [belanghebbende 2] ,
wonende te [woonplaats] ,

de gecertificeerde instelling SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND,gevestigd te [plaats 1] , hierna te noemen: de GI.

Het procesverloop

Voor het procesverloop verwijst de rechtbank naar de beschikkingen van 18 mei 2022 en
3 juni 2022 (zaaknummer C/16/538482 / JE RK 22-776). In die laatste beschikking heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [minderjarige (voornaam)] tot 10 juni 2023 verlengd, de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige (voornaam)] tot 1 januari 2023 verlengd en de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden.
In de beschikking van 18 mei 2022 heeft de kinderrechter overwogen om tijdens de mondelinge behandeling van 3 juni 2022 de noodzaak tot het (ambtshalve) benoemen van een bijzonder curator te bespreken.
Op 3 juni 2022 heeft de kinderrechter met de aanwezigen de noodzaak tot het (ambtshalve) benoemen van een bijzondere curator besproken. Verschenen zijn:
- [minderjarige (voornaam)] ;
- de moeder [belanghebbende 1] ;
- mevrouw [A] , namens de GI.
Hoewel behoorlijk opgeroepen is de moeder [belanghebbende 2] niet verschenen.
De feiten
Het ouderlijk gezag over [minderjarige (voornaam)] wordt uitgeoefend door de moeder [belanghebbende 1] en de moeder [belanghebbende 2] .
[minderjarige (voornaam)] verblijft op de open groep [.] van [instelling 3] in [plaats 2] . Voor het verblijf op deze open groep verbleef ze in de gesloten jeugdhulp en daarna met een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp bij [instelling 2] .
Bij beschikking van 14 juli 2020 is [minderjarige (voornaam)] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 10 juni 2023.

De standpunten

[minderjarige (voornaam)] vertelt dat het haar niet zoveel uitmaakt of er een bijzondere curator wordt benoemd. Zij vond het wel fijn dat de kinderrechter in een brief aan haar al had geschreven wat een bijzondere curator is en doet.
De GI benadrukt dat benoeming van een bijzondere curator prima is, als [minderjarige (voornaam)] dat fijn vindt. De GI staat er neutraal in, maar vraagt zich wel af wat de toegevoegde waarde is.
De moeder is het niet eens. Een bijzondere curator voegt niets toe. [minderjarige (voornaam)] heeft misschien een maatje nodig, iemand die haar opvangt.

De beoordeling

De rechtbank zal ambtshalve een bijzondere curator over [minderjarige (voornaam)] benoemen. Zij zal deze beslissing hierna uitleggen.
Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt – voor zover hier van belang – het volgende. Wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, kan de rechtbank, indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk wordt geacht, daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake, zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor benoeming van een bijzondere curator is voldaan.
In de beschikking van 3 juni 2022 is onder andere overwogen:
“De concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] zijn: uit diagnostisch onderzoek bij [minderjarige (voornaam)] toen zij op de [instelling 1] verbleef is autisme, PTSS en problemen in de ouder-kind relatie vastgesteld. De kinderrechter vindt het belangrijk dat de gezinsvoogden betrokken blijven bij [minderjarige (voornaam)] en de moeders, zodat zij een sturende rol kunnen vervullen richting [minderjarige (voornaam)] en de moeders over wat er nodig is en beslissingen kunnen nemen die in het belang van [minderjarige (voornaam)] zijn.
Ook is de uithuisplaatsing van [minderjarige (voornaam)] noodzakelijk in het belang van haar verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, BW). In verband met de ernstig verstoorde relatie tussen [minderjarige (voornaam)] en de moeders kan [minderjarige (voornaam)] niet thuis wonen. [minderjarige (voornaam)] heeft verteld dat zij graag rond augustus/september 2022 weer thuis wil wonen en dat contact met de moeder wordt opgebouwd. Dit vindt de kinderrechter niet mogelijk. Eerst zal in ieder geval de ouder-kind relatie hersteld moeten worden. Daarvoor is nodig dat [minderjarige (voornaam)] en de moeders meewerken aan een traject om tot verandering te komen. De GI heeft toegelicht dat daarvoor committment nodig is om te kijken naar ieders eigen aandeel in de totstandkoming van de problemen. Die committment is er op dit moment nog niet. Daardoor wordt de ouder-kind relatie niet hersteld en kan [minderjarige (voornaam)] niet thuis wonen. Want [minderjarige (voornaam)] heeft veel last van de huidige relatie met de moeders. Zo zijn er situaties geweest dat [minderjarige (voornaam)] vertelde over een gebeurtenis die thuis gebeurd zou zijn, terwijl de moeders aangeven dat die verklaring niet waar is. De ene keer geven de moeders aan dat zij [minderjarige (voornaam)] niet willen zien, waardoor het voor [minderjarige (voornaam)] als een afwijzing voelt, en de andere keer worden de onderlinge banden weer aangetrokken. Voor [minderjarige (voornaam)] is dit heel verwarrend en onduidelijk. De kinderrechter is het dan ook met de GI eens dat er een zekere continuïteit en stabiliteit in het contact tussen [minderjarige (voornaam)] en de moeders moet zijn, voordat de GI kan onderzoeken of het in het belang van [minderjarige (voornaam)] is om weer thuis te wonen.
[minderjarige (voornaam)] verblijft sinds twee weken op de groep [.] van [instelling 3] in [plaats 2] . Zij vindt die groep zelf niet fijn, omdat er 7 jongens op verblijven en zij het enige meisje is. Zij heeft geen vrijheden en voor haar gevoel duurt het lang voordat zij wel vrijheden kan krijgen. De GI beaamt dat de groep niet ideaal is voor [minderjarige (voornaam)] . De GI heeft echter te maken met de huidige omstandigheden dat het heel moeilijk is om een geschikte plek voor [minderjarige (voornaam)] te vinden. Die geschikte plek ligt niet voor het oprapen. De GI bekijkt wel de mogelijkheden om [minderjarige (voornaam)] te laten doorstromen naar een meer passende groep binnen [instelling 3] . De kinderrechter gaat ervan uit dat de GI de mogelijkheden om [minderjarige (voornaam)] op een meer geschikte plek te plaatsen nauw in het oog houdt en haar overplaatst op het moment dat dat mogelijk is.”
Uit deze overwegingen blijkt een belangenstrijd tussen [minderjarige (voornaam)] en de moeders. Het is niet vanzelfsprekend dat de moeders namens [minderjarige (voornaam)] spreken en problemen met de gezinsvoogden bespreken. De taak van de bijzondere curator zal zijn [minderjarige (voornaam)] in en buiten rechte te vertegenwoordigen bij de ondertoezichtstelling en alle daarbij behorende verzoekschriften/overleggen. Een bijzondere curator kan wel namens [minderjarige (voornaam)] in en buiten de rechtbank het woord voeren en problemen bij de gezinsvoogden aankaarten. De bijzondere curator kan bovendien met andere belangrijke personen contact opnemen en aanwezig zijn bij besprekingen zoals zorgadviesoverleggen. De bijzondere curator zal tevens contact met [minderjarige (voornaam)] onderhouden, haar voorbereiden op de mondelinge behandeling ten aanzien van de machtiging uithuisplaatsing (eind 2022) en tijdens die mondelinge behandeling aanwezig zijn en (ook namens [minderjarige (voornaam)] ) het woord voeren. De benoeming zal duren tot 10 juni 2023. Voor de volledigheid merkt de kinderrechter op dat de bijzondere curator geen schriftelijk verslag behoeft in te dienen. Indien de bijzondere curator de visie van [minderjarige (voornaam)] ten behoeve van een komende zitting eerst schriftelijk (en later mondeling) kenbaar wil maken, is dat geen probleem.
De kinderrechter heeft ook meegewogen dat [minderjarige (voornaam)] een advocaat had in de periode dat er verzoeken tot een (voorwaardelijke) machtiging gesloten jeugdzorg werden gedaan. Hoewel zij nu niet meer gesloten geplaatst is, is de kinderrechter in de situatie van [minderjarige (voornaam)] oordeel dat zij ook ondersteuning door een advocaat als bijzondere curator behoeft.
De rechtbank zal mevrouw mr. M. van Harskamp tot bijzondere curator over [minderjarige (voornaam)] benoemen. Mr. Van Harskamp heeft zich op 3 juni 2022 telefonisch akkoord verklaard om tot bijzondere curator over [minderjarige (voornaam)] te worden benoemd. De rechtbank zal de griffie opdracht geven om aan mr. Van Harskamp alle relevante stukken te sturen, zodat zij haar rol als bijzondere curator adequaat kan vervullen. De bijzondere curator wordt verzocht uiterlijk 11 november 2022 verhinderdata voor de periode 11 november 2022 – 14 december 2022 naar de rechtbank te sturen.

De beslissing

De rechtbank:
- benoemt tot bijzonder curator over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] :
mevrouw mr. M. van Harskamp, kantoorhoudende aan de [adres] , [postcode] in [plaats 1] , telefoonnummer [telefoonnummer] ;
-
verzoekt de bijzondere curator om
uiterlijk 11 november 2022haar verhinderdata voor de periode 11 november 2022 – 14 december 2022 aan de rechtbank door te geven;
- verzoekt de griffie samen met deze beschikking aan de bijzondere curator te sturen:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 mei 2022;
- de beschikkingen van 18 mei 2022 en 3 juni 2022
(kenmerk C/16/538482 / JE RK 22-776).
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, (kinder-)rechter, in aanwezigheid van D.B.T. Koster als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2022.
..