ECLI:NL:RBMNE:2022:2409
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen de afwijzing van een urgentieverklaring voor woonruimte op basis van mantelzorgbehoefte
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een urgentieverklaring voor woonruimte. Eiser, die lijdt aan schizofrenie, Parkinson en hartklachten, heeft een aanvraag ingediend omdat hij in de buurt van zijn dochter wil wonen, die hem mantelzorg verleent. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Almere, omdat niet was aangetoond dat eiser voor minimaal vier dagen per week, minimaal twee uur per dag zorg nodig heeft, zoals vereist volgens de Huisvestingsverordening Almere 2019.
De rechtbank heeft het beroep op 28 april 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn dochter aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door in het bestreden besluit een algemene voorwaarde tegen te werpen zonder eiser de kans te geven deze nader te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat eiser er vanuit mocht gaan dat aan de algemene voorwaarden was voldaan, gezien de motivering in het primaire besluit. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij eiser de kans krijgt om zijn standpunt verder te onderbouwen.
Daarnaast moet verweerder het griffierecht en de proceskosten aan eiser vergoeden. De rechtbank benadrukt dat eiser en zijn dochter onvoldoende zijn gehoord over de algemene voorwaarde en dat zij de kans moeten krijgen om dit alsnog te doen. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange en is openbaar uitgesproken op 22 juni 2022.