In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, hebben eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], een vordering ingesteld tegen gedaagde, die naast hen woont. De kern van het geschil betreft het onrechtmatig handelen van gedaagde door zonder toestemming de gemeenschappelijke dakgoot tussen hun woningen door te zagen. Op 17 juni 2019 heeft een loodgieter in opdracht van gedaagde de dakgoot op de erfgrens doorgezaagd, waarbij het deel boven het erf van gedaagde is vervangen, terwijl het deel boven het erf van eisers niet is aangepakt. Dit leidde tot lekkage in begin 2020, wat eisers toeschrijven aan de werkzaamheden van gedaagde. Eisers vorderen herstel van de dakgoot in de oude staat en schadevergoeding voor de kosten van een reparatie die zij hebben laten uitvoeren.
Gedaagde betwist de onrechtmatigheid van haar handelen en stelt dat zij voorafgaand aan de werkzaamheden overleg heeft gehad met eisers. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat gedaagde zonder toestemming van eisers de dakgoot heeft laten aanpassen, wat een inbreuk op hun eigendom vormt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en haar bevolen de dakgoot te herstellen in de oude staat. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot schadevergoeding voor de kosten van de reparatie die eisers hebben uitgevoerd, alsook tot betaling van de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van overleg en toestemming bij het uitvoeren van werkzaamheden aan gemeenschappelijke eigendommen. De kantonrechter heeft de vorderingen van eisers grotendeels toegewezen, wat resulteert in een veroordeling van gedaagde tot herstel van de dakgoot en schadevergoeding.