ECLI:NL:RBMNE:2022:2372
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- M.P. Glerum
- M.E.C. Bakker
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening voor gehandicaptenparkeerkaart
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein. In het primaire besluit van 28 mei 2021 werd haar aanvraag afgewezen. Tijdens de bezwaarprocedure heeft verweerder toegezegd dat verzoeksters verlopen parkeerkaart zou worden gereactiveerd tot de resultaten van een herkeuring bekend zijn. Verzoekster heeft echter niets meer vernomen van verweerder en heeft daarom de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. De rechter heeft vastgesteld dat er geen reden is om te twijfelen aan de toezegging van verweerder, aangezien deze geen inlichtingen heeft verschaft of de toezegging heeft bestreden. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om relevante stukken in te dienen, heeft verweerder hier geen gehoor aan gegeven. Hierdoor kon de voorzieningenrechter niet anders dan uitgaan van de juistheid van de stellingen van verzoekster.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder opgedragen om verzoekster in het bezit te stellen van haar oude gehandicaptenparkeerkaart totdat op het bezwaar is beslist. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 50,- en een proceskostenvergoeding van € 759,- aan verzoekster. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.