ECLI:NL:RBMNE:2022:2368
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in civiele procedure en beoordeling van onpartijdigheid
Op 20 juni 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot wraking van mr. H.A.M. Pinckaers afgewezen. Verzoekster had op 6 juni 2022 een wrakingsverzoek ingediend, omdat zij meende dat de rechter partijdig was. Dit verzoek was gebaseerd op een brief van de griffie waarin stond dat verzoekster niet had gereageerd op een eerdere zitting, terwijl zij dit wel had gedaan. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om het wrakingsverzoek niet als een inhoudelijke reactie te beschouwen niet onbegrijpelijk was en dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond. Verzoekster had eerder al meerdere keren uitstel gekregen om te reageren in de hoofdzaak, wat de indruk van vooringenomenheid niet kon onderbouwen.
De wrakingskamer benadrukte dat de onpartijdigheid van de rechter wordt verondersteld, tenzij het tegendeel vaststaat. In dit geval was er geen bewijs van vooringenomenheid of een gerechtvaardigd vermoeden daarvan. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en bepaalde dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in dezelfde zaak niet in behandeling zou worden genomen, om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.