Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 maart 2022;
- akte uitlating na tussenvonnis van de vrouw;
- akte uitlating na tussenvonnis van de man.
2.De verdere beoordeling
in conventie en reconventie
Om ouders als bedoeld in onderdeel 2.1 sneller recht te doen voor het door hen ondervonden leed, keur ik vooruitlopend op wetgeving goed dat de Belastingdienst/Toeslagen een forfaitair bedrag van € 30.000 kan uitkeren aan ouders die in één of meerdere jaren in aanmerking komen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van (een van) de herstelregelingen
Het forfaitaire bedrag is € 30.000 en wordt eenmalig uitbetaald aan de ouder die de kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd. Als uitgangspunt geldt dat een ouder met een toeslagpartner in de jaren waarover herstel plaatsvindt, samen één keer voor het bedrag van € 30.000 in aanmerking komen. Dit is ongeacht het aantal jaren waarvoor recht op compensatie of tegemoetkoming bestaat en ongeacht of het partnerschap de gehele periode waarover herstel wordt geboden heeft geduurd. Van de ouder en de (ex-)toeslagpartner wordt verwacht dat zij waar van toepassing het bedrag onderling verdelen.
Indien reeds een bedrag aan compensatie of tegemoetkoming is vastgesteld en uitbetaald dat lager is dan € 30.000, zal de Belastingdienst/Toeslagen dit aanvullen tot – in totaal – € 30.000. Indien reeds een bedrag aan compensatie of tegemoetkoming is vastgesteld en uitbetaald dat hoger is dan € 30.000 wordt er geen forfaitair bedrag van € 30.000 uitgekeerd.
Het forfaitaire bedrag aan compensatie betaalt de Belastingdienst/Toeslagen uit op het bij de Belastingdienst/Toeslagen bekende rekeningnummer.
Dit is ongeacht het aantal jaren waarvoor recht op compensatie of tegemoetkoming bestaat en ongeacht of het partnerschap de gehele periode waarover herstel wordt geboden heeft geduurd. Van de ouder en de (ex-)toeslagpartner wordt verwacht dat zij waar van toepassing het bedrag onderling verdelen.”), leidt de rechtbank af dat de man recht heeft op de helft van de tegemoetkoming, waarbij het niet uitmaakt dat het leed (groten)deels buiten de huwelijkse periode is geleden. De man heeft daarom recht op de helft van dit bedrag, dat is € 15.000,-. De rechtbank veroordeelt de vrouw om dit bedrag binnen zeven dagen na dit vonnis aan de man te betalen.