Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
25 producties en de conclusie van antwoord met 5 producties. Verder is door [eiser sub 1] productie 26 overgelegd.
2.Wat is er feitelijk aan de hand?
31 augustus 2020 laten weten dat [C] akkoord was met een verlenging van de termijn uit artikel 26 van de koopovereenkomst.
€ 33.750 aan [C] betaald om de zaak te schikken.
3.Wat willen partijen en waarom?
€ 33.750 aan hem betaalt als schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten. [eiser sub 1] zegt dat uit de correspondentie met (de advocaat van) [C] en de schriftelijke verklaring van [C] en zijn dochter blijkt dat [gedaagde] niet bevoegd was de termijn uit artikel 26 van de koopovereenkomst te verlengen. [eiser sub 1] stelt dat hij op
11 september 2020 de koopovereenkomst dus niet meer kon ontbinden. Daarbij zou
[gedaagde] zonder toestemming van [C] de ontbinding hebben bevestigd. Om de schade te beperken heeft [eiser sub 1] een schikking getroffen met [C] . Het bedrag van
€ 33.750 had [eiser sub 1] niet hoeven betalen als [gedaagde] correct had gehandeld.
4.De vorderingen van [eiser sub 1] zullen worden afgewezen
[gedaagde] tot verruiming van de ontbindingstermijn. [C] had dan zichzelf als partijgetuige kunnen horen en zijn dochter [D (voornaam)] . Maar, hun verklaringen staan haaks op de verklaring van [gedaagde] die dan door [eiser sub 1] had kunnen worden opgeroepen.
De verklaring van [gedaagde] zou geloofwaardiger worden gevonden door het volgende:
“Dat is niet fijn. Wordt geregeld!:)”.In haar getuigenverklaring betwist [D (voornaam)] dat ze hiermee bedoelde dat opdracht aan [gedaagde] zou worden gegeven om de ontbinding te bevestigen. Maar wat zij wel bedoelde verklaart zij niet. Een andere bedoeling is niet aannemelijk. Te meer omdat ze vervolgens per WhatsApp bericht van 16 september 2020 aan [gedaagde] schrijft: “
Hiernaast zag ik dat [eiser sub 1 (voornaam)] ook nog geen bevestiging heeft gehad. Zou je dat ook nog willen doen zoals besproken.” Ook aan dit WhatsApp bericht voegde [D (voornaam)] [C] een smiley toe. Uit de inhoud van deze berichten volgt anders dan zij heeft verklaard niet dat ze door [gedaagde] onder druk zou zijn gezet om dit bericht te versturen.
5.De beslissing
€ 2.394 (bestaande uit € 952 aan griffierecht en € 1.442 voor salaris advocaat (2 punten). Als [eiser sub 1] deze kosten niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis betaalt, moet [eiser sub 1] ook de wettelijke rente (op grond van artikel 6:119 BW) over deze kosten betalen tot aan de dag van volledige betaling;
proces-verbaal.