In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 15 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoekster] om de ontruimingstermijn van een parenclub te verlengen. Het verzoek is gebaseerd op artikel 7:230a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomsten rechtsgeldig zijn opgezegd door [verweerder] en dat het gehuurde moet worden gekwalificeerd als overige bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de belangen van [verweerder] bij de herontwikkeling van het industrieterrein zwaarder wegen dan de belangen van [verzoekster] bij het voortzetten van de exploitatie van de parenclub. Het verzoek om verlenging van de ontruimingstermijn is afgewezen, en de kantonrechter heeft bepaald dat de ontruiming uiterlijk op 1 oktober 2022 moet plaatsvinden. Tevens is [verzoekster] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 498,00.