ECLI:NL:RBMNE:2022:2293
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bestemmingsplan bij meervoudige bewoning zonder omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker, eigenaar van een woning in Hilversum, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een last onder dwangsom die aan de verzoeker was opgelegd vanwege meervoudige bewoning zonder de vereiste omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van onverwijlde spoed, omdat de last onder dwangsom de verzoeker zou dwingen om faciliteiten te verwijderen die de woning geschikt maken voor meervoudige bewoning, wat onomkeerbare gevolgen met zich mee zou brengen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker in strijd handelt met het bestemmingsplan "Over 't Spoor", aangezien hij geen omgevingsvergunning heeft verkregen voor de verbouwing van de woning tot twee zelfstandige woonappartementen. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoeker, die stelde dat er concreet zicht op legalisatie was, verworpen. De verzoeker had niet aangetoond dat de woning voor 1 januari 2003 was verbouwd en dat deze sindsdien als zelfstandige woningen in gebruik was. Bovendien was er geen sprake van bijzondere omstandigheden die het handhavend optreden van de gemeente onredelijk zouden maken.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden en dat de last onder dwangsom terecht was opgelegd. De uitspraak benadrukt de beginselplicht tot handhaving en de noodzaak voor een omgevingsvergunning bij meervoudige bewoning.