ECLI:NL:RBMNE:2022:2272

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
14 juni 2022
Zaaknummer
16/126276-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor twee straatroven gepleegd jegens hetzelfde slachtoffer met bijzondere voorwaarden

Op 14 juni 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee straatroven, gepleegd op 13 september 2019 en 24 november 2019, telkens tegen hetzelfde slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen de telefoon, jas en koptelefoon van het slachtoffer heeft gestolen, waarbij geweld en bedreiging met geweld zijn gebruikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Tevens is er een contactverbod met het slachtoffer opgelegd als bijzondere voorwaarde. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer toegewezen, die in totaal € 1.270,44 bedraagt, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige misdrijven die een gevaar vormen voor de onaantastbaarheid van personen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/126276-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 juni 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 28 september 2021, 1 maart 2022 en 31 mei 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C.J. Booij en van hetgeen mr. D.G. Nagel, advocaat te Almere, namens verdachte, alsmede hetgeen [A] van Slachtofferhulp Nederland namens de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
op 13 september 2019 in Almere, samen met een of meer anderen, met (bedreiging met) geweld een telefoon, een jas en een koptelefoon van [slachtoffer] heeft gestolen,
en/of
op 13 september 2019 in Almere, samen met een of meer anderen, [slachtoffer] , door (bedreiging met) geweld heeft gedwongen tot afgifte van onder meer een telefoon, een jas en een koptelefoon, toebehorende aan die [slachtoffer] .
feit 2:
op 24 november 2019 in Almere, samen met een of meer anderen, een koptelefoon, huissleutels, inlogcodes en een geldbedrag heeft gestolen van [slachtoffer] ,
en/of
op 24 november 2019 in Almere, samen met een of meer anderen, [slachtoffer] , door (bedreiging met) geweld heeft gedwongen tot afgifte van een koptelefoon, huissleutels, inlogcodes en een geldbedrag van die [slachtoffer] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder 1 tenlastegelegde diefstal met geweld van de telefoon en koptelefoon en afpersing van de jas en de onder 2 tenlastegelegde diefstal met geweld van de koptelefoon en de sleutels en afpersing van de inloggegevens, inlogcodes en het geldbedrag, telkens in vereniging met een of meer anderen gepleegd, wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het door aangever opgegeven signalement van de daders is te beperkt om uit af te leiden dat verdachte een van de daders is geweest. Daarnaast past verdachte niet in dat signalement. Voorts geldt dat de verklaring van aangever niet overeenkomt met hetgeen op camerabeelden is te zien. De verklaring van aangever wordt verder niet ondersteund door andere bewijsmiddelen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 eerste en tweede alternatief en feit 2 eerste en tweede alternatief [1]
[slachtoffer]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 13 september 2019 omstreeks 21:00 uur ben ik van mijn huis in [woonplaats] naar de Jumbo in het centrum van [woonplaats] gefietst. Ik werd aangesproken door een man die mij zei dat ik mee moest lopen met hem en geen 'help' mocht roepen. Ik kan deze man als volgt omschrijven: Man, slank postuur, brede schouders, donkere huidskleur, leeftijd ongeveer 20 jaar, oorbel in zijn linker oor. Ik schat de man tussen de 1.70-1.90 meter. Ik ben zelf ongeveer 1.70 meter lang en hij was een flink stuk langer dan ik. De man liep voor mij uit en ik merkte dat er twee mannen achter ons aanliepen. [2] Nabij de Kruidvat graaide de man mijn koptelefoon van mijn nek. Daarna zijn wij langs het [straat] , voorbij het parkeerterrein gelopen. De man die mij als eerste had aangesproken in het centrum begon in mijn zakken te voelen. In mijn rechter broekzak voelde hij vervolgens mijn telefoon. Ik zag dat de man deze uit mijn zak haalde. Nadat de man mijn telefoon had moest ik mijn jas uittrekken. Ik zag dat de man alles aan de twee andere mannen gaf die zich de hele tijd nergens mee hadden bemoeid. De mannen zijn vervolgens met mijn spullen in hun handen weggelopen, verder het bos in.
Toen de mannen weg waren zei de man die mij als eerste had aangesproken dat aangifte doen geen zin had en dat hij alles van mij wist. Waar ik op school zit en waar ik werk. [3]
In de bijlage “goederen” bij de aangifte, worden de goederen genoemd, die zijn weggenomen. Het betreft de volgende goederen:
Object : Telefoon
Merk/type : Samsung Galaxy A6+
Object : Jas
Merk/type : Nike
Object : Hoofdtelefoon
Merk/type : Jbl E500-Bt [4]
[slachtoffer]heeft op 24 november 2019 nogmaals aangifte gedaan. Hij heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 24 november 2019 kwam ik aan bij mijn voetbalclub [voetbalclub] in [woonplaats] . Ik liep rond 14:50 uur de kleedkamer uit. Ik hoorde 'hey jongen, kom je me weer tegen, hoe gaat het met je, je moet met me meelopen, je weet hoe het de vorige keer ging, je weet als je gaat tegenstribbelen of niet mee gaat werken, dan heb je een nog groter probleem'. [5]
Ik zag dat er naast deze jongen nog 2 jongens stonden. Ik zag en hoorde dat jongen 1 het woord voerde. Ik zag dat jongen 2 schuin links naast jongen 1 stond. Ik zag dat jongen 3 achter de andere jongens stond. Ik herkende de stem van jongen 1. Hij vroeg mij of ik hem van de vorige keer herkende. Ik wist gelijk dat deze jongen mij de vorige keer ook beroofd had.
Nadat ik van het sportpark afliep werd door jongen 1 mijn koptelefoon afgepakt.
Jongen 1 vroeg aan mij op een dwingende wijze dat ik mijn telefoon moest pakken en de bankierapp moest openen. Hij vertelde mij hierbij dat ik de inlogcode hard moest opnoemen. Ik pakte mijn telefoon uit mijn broekzak. Jongen 1 pakte mijn telefoon uit mijn handen om te kijken hoeveel er op mijn rekening stond. Jongen 1 gaf de telefoon aan Jongen 2 en jongen 3. Ik zag dat jongen 2 en jongen 3 aan de slag gingen om geld van mijn rekening over te maken. [6]
Ik moest mijn code invoeren om de betaling daadwerkelijk te maken. Ik deed dit zonder de telefoon in mijn handen te krijgen. Jongen 2 hield de telefoon vast. De betaling is gelukt.
Jongen 1 vroeg mij om mijn huissleutels. Ik gaf hem mijn huissleutels.
Jongen 1 vertelde mij dat ik vanavond zondag 24 november om 23:00 uur moest reageren op een WhatsApp bericht. Hij vertelde mij niet wat voor bericht dit zou zijn.
De koptelefoon die van mij gestolen is was een JBL E65BT. [7]
[slachtoffer]is op 25 november 2019 nader gehoord over de gebeurtenissen op 24 november 2021. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Mijn trainer [trainer] heeft de naam van degene aan wie het geld is overgemaakt gezien. Hij is toen gaan zoeken op die naam en kwam toen met foto’s. [trainer] heeft mij twee foto’s laten zien. De tweede herkende ik als de jongen die mij gisteren aansprak.
Via Whatsapp heb ik berichten binnen gekregen. Om 23.43 uur kreeg ik twee berichtjes: 'Tot hoelaat ben je morgen alleen kamaraad' en 'Je bent ni vergeten tog'
Toen kreeg ik om 00.34 uur een spraakoproep die ik gemist heb. En om 00.35 uur kreeg ik het bericht: 'Weetje zeker'.
[getuige]is op 24 november 2019 als getuige gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] vertelde dat hij dit moest doen naar de rekening van [verdachte] . Ik heb die naam opgezocht op Facebook en kwam een jongen uit [woonplaats] tegen. Die heb ik aan [slachtoffer] laten zien en hij vertelde me dat dat een van de jongens was die hem hadden beroofd.
[slachtoffer]is bij de rechter-commissaris gehoord als getuige. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Je benoemt in je verklaring dat dat ook de jongen was in het donker. In die verklaring gaf je aan dat je de jongen niet kon herkennen vanwege de capuchon die over het gezicht was getrokken.
Dat klopt, maar de tweede keer was zijn hoofd zichtbaar. Ook bij de club was zijn hoofd zichtbaar. Ik heb zijn stem herkend, als de stem die ik ook bij het incident hoorde. [8]
[slachtoffer]is op 1 december 2019 gehoord als getuige door de politie. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 27 november moest ik werken bij de [winkel ] aan het [straat] , van 17.00 uur tot 21.00 uur. Tussen 20.00 uur en 21.00 uur kwamen drie jongens heel kort naast me staan. Ik hoorde toen een van die jongens zeggen: “never lekking toch”? Ik weet dat dit betekent niet snitchen. Dit betekent verraden. De jongen die dit zei is de jongen die ik herkend heb op Facebook. Ik weet zeker dat twee van deze jongens er ook bij waren tijdens de beroving vorige week zondag 24 november 2019.
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 1 december 2019 verkreeg ik van de ondergenoemde [winkel ] een usb stick met daarop de gevraagde camerabeelden.
Ik constateerde dat er drie personen de winkel in kwamen.
Ik constateerde dat deze drie personen op enig moment in het desbetreffende pad stonden alwaar [slachtoffer] stond.
Ik constateerde dat een van deze drie personen [slachtoffer] aansprak. [9]
Ik herkende direct de ondergenoemde broers [broers] . Dit betreffen de eerste twee personen welke door het toegangspoortjes de winkel binnen liepen.
Ik herkende beiden aan hun gehele postuur en aan hun gehele gelaat. Ik herkende
beiden aan de stand van de neus, ogen, oren en mond. Ik herkende beiden aan hun
haardracht.
Op de foto is te zien dat de voorste persoon gekleed was in een zwarte trainingsbroek
voorzien van twee rode strepen aan de zijkant. Op de foto is te zien dat hij een
zwarte gewatteerde jas aan had en zwarte sportschoenen droeg.
Ik herkende de voorste persoon als:
[verdachte] , geboren op [1999] te [geboorteplaats] [10]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 26 november 2019 werd er een zogenoemde aanvraag vordering verstrekking historische financiële gegevens gedaan met betrekking tot de rekening van ondergenoemde [verdachte] . Hieruit bleek dat tevens dat er op 24 november 2019 te 15:17 uur een geldbedrag van 65,45 euro daadwerkelijk was overgemaakt vanaf de rekening van de ondergenoemde aangever [slachtoffer] naar de rekening van [verdachte] . [11]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Tevens werd [slachtoffer] later diverse keren via whatsapp benaderd. Dit nummer betrof [telefoonnummer] .
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op dinsdag 19 november 2019 deed ik onderzoek naar de uitdraai van Marktplaats. Ik zag dat de verkoper zich [verkoper] noemde, 11 maanden actief was, telefoonnummer en bankrekening gecontroleerd en woonachtig in Almere. [verkoper] gaf op als telefoonnummer [telefoonnummer] .
Ik zag hierop dat [verkoper] ook een jas te koop aanbood. Dit betrof een zwarte jas van Nike zoals ook vermeld stond in de aangifte. Deze advertentie was op 14 september 2019 geplaatst (dag na de diefstal). [12]
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat in BVH vermeld stond dat [B] een relatie heeft met [verdachte] . In Summit onderzoek 25Bideford stond vermeld dat het telefoonnummer van haar vriend onder de naam [naam] in de telefoon stond met het telefoonnummer [telefoonnummer] (augustus 2019). [13]
Het telefoonnummer waarmee dus heler [heler] contact heeft gehad en het nummer van de whatsapp berichten na de 2de straatroof, is dus het telefoonnummer welke in gebruik is bij verdachte [verdachte] . [14]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De vordering verstrekking historische gegevens betrof de zogenoemde marktplaats advertentie omtrent de ondergenoemde jas. Hieruit bleek dat deze advertentie op 14 september 2019 was geplaatst. Het IP-adres betrof [IP adres]
Naar aanleiding van bovenstaande heb ik een vordering verstrekking gebruikersgegevens op het IP-adres en het gmail-adres gedaan. Hieruit bleek dat het IP-adres [IP adres] op naam stond van ondergenoemde [C] met adres [adres] te [woonplaats] .
Dit betreft de vader van beiden ondergenoemde broers [broers] .
[verdachte]
[medeverdachte] [15]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op dinsdag 17 december 2019 deed ik onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] . De verkeersgegevens werden opgevraagd over de periode 27 augustus 2019 tot en met 27 november 2019. Ik heb onderzoek gedaan naar de volgende momenten en tijdstippen:
1e straatroof beginnend op de [straat] en eindigend in het [straat] te [woonplaats] op vrijdag 13 september 2019 tussen 21.15 en 22.20 uur.
Om 19.12 uur straalt het telefoonnummer de zendmast aan op de [straat] te [woonplaats] . Deze straat is in de nabijheid van de [straat] te [woonplaats] (woonadres
verdachte [verdachte] ). Tevens is de [straat] in de nabijheid van het [straat] .
Daarna als eerste om 21.09 en 21.10 uur straalde hij de zendmast aan op het [straat] te [woonplaats] . Dit betreft het winkelcentrum alwaar de Jumbo in gelegen is en het eerste deel van de looproute van de verdachten met aangever. [16]
Bewijsoverweging
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat verdachte de onder 1, eerste en tweede alternatief en 2, eerste en tweede alternatief, ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 13 september 2019 te Almere, op de openbare weg nabij het [straat] , tezamen en in vereniging met anderen een telefoon (Samsung Galaxy A6+) en koptelefoon (merk JBL E500 BT) die aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld bestond uit
- voornoemde [slachtoffer] de woorden toe te voegen: “Loop mee en roep niet om hulp”, en
- de koptelefoon van de nek van die [slachtoffer] te pakken en
- die [slachtoffer] te fouilleren en
- de telefoon van die [slachtoffer] te pakken en
- die [slachtoffer] de woorden toe te voegen: “Aangifte doen heeft geen zin. Ik weet alles van je”,
en
op 13 september 2019 te Almere, op de openbare weg nabij het [straat] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van een jas (merk Nike) welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “Loop mee en roep niet om hulp”, en
- de koptelefoon van de nek van die [slachtoffer] heeft gepakt en
- die [slachtoffer] heeft gefouilleerd en
- de telefoon van die [slachtoffer] heeft gepakt en
- die [slachtoffer] heeft toegevoegd: “Aangifte doen heeft geen zin. Ik weet alles van je”;
feit 2
op 24 november 2019 te Almere, op de openbare weg nabij het [straat] , tezamen en in vereniging met anderen een koptelefoon (merk JBL E65 BT) en een geldbedrag van 65,45 euro, die aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld bestond uit
- voornoemde [slachtoffer] de woorden toe te voegen: “Hey jongen, kom je me weer tegen, hoe gaat het met je, je moet met me meelopen, je weet hoe het de vorige keer ging, je weet als je gaat tegenstribbelen of niet mee gaat werken, dan heb je een nog groter probleem”, en
- de koptelefoon van die [slachtoffer] weg te pakken en
- de telefoon van die [slachtoffer] te pakken en
- die [slachtoffer] naar de code van zijn Internet Bankieren te vragen en
- vervolgens 65,45 euro van de rekening van die [slachtoffer] te halen,
en
op 24 november 2019 te Almere, op de openbare weg nabij het [straat] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van, huissleutels en inlogcodes, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “Hey jongen, kom je me weer tegen, hoe gaat het met je, je moet met me meelopen, je weet hoe het de vorige keer ging, je weet als je gaat tegenstribbelen of niet mee gaat werken, dan heb je een nog groter probleem”, en
- de koptelefoon van die [slachtoffer] heeft gepakt en
- de telefoon van die [slachtoffer] heeft gepakt en
- vervolgens die [slachtoffer] naar de code van zijn Internet Bankieren heeft gevraagd en
- vervolgens 65,45 euro van de rekening van die [slachtoffer] heeft gehaald;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 eerste en tweede alternatief
de voortgezette handeling van:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2 eerste en tweede alternatief
de voortgezette handeling van:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met het slachtoffer.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, bij het bepalen van de op te leggen straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de raadsvrouw verzocht rekening te houden met het tijdsverloop en artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan twee straatroven met telkens hetzelfde slachtoffer. Bij beide berovingen moest het slachtoffer gedurende enige tijd met verdachte en zijn mededaders meelopen terwijl er goederen werden afgepakt en het slachtoffer goederen moest afgeven. Bij de laatste beroving hebben verdachte en zijn mededaders ingelogd op de bankierenapp op de telefoon van het slachtoffer en hebben zij al het geld dat op zijn rekening stond overgemaakt naar de rekening van verdachte. Uit de stukken in het dossier blijkt dat verdachte en de medeverdachten na de berovingen het slachtoffer op zijn werk hebben opgezocht om hem te intimideren. Dit zijn zeer ernstige feiten. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort misdrijven zich nog lang onveilig voelen en daardoor beperkt worden in hun doen en laten. Dat geldt temeer als een slachtoffer tweemaal door dezelfde daders wordt beroofd, en vervolgens op zijn werk wordt opgezocht en geïntimideerd. Daarnaast veroorzaakt dit soort feiten ook gevoelens van onveiligheid in hun directe omgeving en in de samenleving. Verdachte heeft zich kennelijk enkel laten leiden door financieel gewin en heeft zich op geen enkel moment bekommerd om de geestelijke integriteit en de gevoelens van het slachtoffer. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 19 januari 2022 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor soortgelijke feiten als de onderhavige.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een rapport van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 9 december 2021, opgemaakt door T. Clarke, reclasseringswerker waaruit volgt dat er geen problemen naar voren zijn gekomen op de leefgebieden van verdachte. Door zijn ontkennende houding kan het risico op recidive niet worden ingeschat. De reclassering ziet geen indicaties voor interventies. Geadviseerd wordt om het volwassenenstrafrecht toe te passen.
Conclusie
Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor een straatroof met verbale bedreiging uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, dan wel, indien sprake is van recidive, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden. De rechtbank zal dit als uitgangspunt nemen en daarbij als strafverzwarende omstandigheden meewegen dat het bewezenverklaarde in vereniging met anderen is gepleegd, dat verdachte bij het plegen van het tenlastegelegde een leidinggevende rol heeft gehad en de feiten gepleegd zijn jegens een jong slachtoffer. Voorts zal de rechtbank in strafverzwarende zin meewegen dat verdachte geen enkel inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen en op geen enkel moment verantwoordelijkheid heeft genomen. Verdachte was zelf ook niet bij de behandeling ter terechtzitting aanwezig.
In strafverminderende zin zal de rechtbank rekening houden met het tijdsverloop.
De rechtbank houdt er bij het opleggen van de straf rekening mee dat verdachte na het plegen van het bewezenverklaarde op 16 februari 2021 een strafbeschikking is opgelegd. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden is. De rechtbank zal daarbij als bijzondere voorwaarde een contactverbod met het slachtoffer opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten diefstal met bedreiging met geweld en afpersing.
Verdachte heeft zich op twee verschillende momenten schuldig gemaakt aan strafbare feiten met telkens hetzelfde slachtoffer. Gelet hierop, alsmede het feit dat verdachte geen enkel inzicht heeft getoond in zijn handelen, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarde die verdachte zal worden opgelegd, dadelijk uitvoerbaar is.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie.

9.BENADEELDE PARTIJ

[wettelijk vertegenwoordiger] heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van
[slachtoffer]als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.270,44. Dit bedrag bestaat uit € 270,44 materiële schade en € 1.000,-- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van de materiële schadepost “Koptelefoon merk JBL E500 BT” moet worden afgewezen omdat de koptelefoon niet is weggenomen. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsvrouw zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat de vordering op dit punt onvoldoende onderbouwd is. Subsidiair heeft de raadsvrouw de rechtbank verzocht het toe te wijzen bedrag ten aanzien van de immateriële schade sterk te matigen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 1.270,44 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 13 september 2019 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn/haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 56, 57, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 eerste en tweede alternatief en 2 eerste en tweede alternatief tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 eerste en tweede alternatief en 2 eerste en tweede alternatief meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 eerste en tweede alternatief en 2 eerste en tweede alternatief bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
12 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [2003] te [geboorteplaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarde dadelijk uitvoerbaar is;
Benadeelde partij
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 1.270,44, bestaande uit € 270,44 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 september 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.270,44 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 september 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 22 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Hebly, voorzitter, mrs. R.B. Eigeman en H. den Haan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.S.A. Nahumury, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juni 2022.
Mr. Eigeman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
Fleetwood
hij op of omstreeks 13 september 2019 te Almere, in elk geval in Nederland, op de openbare weg (aan/nabij) het [straat] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon (Samsung Galaxy A6+) en/of een jas (merk Nike) en/of koptelefoon (merk JBL E500 BT), althans goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld bestond(en) uit
- voornoemde [slachtoffer] de woorden toe te voegen: "Loop mee en roep niet om hulp", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de koptelefoon van de nek van die [slachtoffer] te grissen/pakken en/of
- die [slachtoffer] te fouilleren en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] te pakken en/of
- die [slachtoffer] te vragen zijn telefoon leeg te halen en/of
- die [slachtoffer] de woorden toe te voegen: "Aangifte doen heeft geen zin. Ik weet alles van je" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 13 september 2019 te Almere, in elk geval in Nederland op de openbare weg (aan/nabij) het [straat] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van, onder meer, een telefoon (Samsung Galaxy A6+) en/of een jas (merk Nike) en/of koptelefoon (merk JBL E500 BT), in elk geval enig(e) goed(eren), welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededaders
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: : "Loop mee en roep niet om hulp", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de koptelefoon van de nek van die [slachtoffer] heeft/hebben gegrist/gepakt en/of
- die [slachtoffer] heeft/hebben gefouilleerd en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] heeft/hebben gepakt en.of
- die [slachtoffer] heeft/hebben gevraagd zijn telefoon leeg te halen en/of
- die [slachtoffer] heeft/hebben toegevoegd: "Aangifte doen heeft geen zin. Ik weet alles van je", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2
Fleetwood
hij op of omstreeks 24 november 2019 te Almere, in elk geval in Nederland, op de openbare weg (aan/nabij) het [straat] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een koptelefoon (merk JBL E65 BT) en/of huissleutels en/of van bank- en/of persoons- en/of inloggegevens en/of een of meer inlog- en/of betaalcodes en/of een geldbedrag van (ongeveer) 65,45 euro, althans goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren)en/of geldbedrag, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld bestond(en) uit
- voornoemde [slachtoffer] de woorden toe te voegen: "Hey jongen, kom je me weer tegen, hoe gaat het met je, je moet met me meelopen, je weet hoe het de vorige keer ging, je weet als je gaat tegenstribbelen of niet mee gaat werken, dan heb je een nog groter probleem", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/ of
- de koptelefoon van die [slachtoffer] weg te grissen/pakken en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] te pakken en/of
- die [slachtoffer] naar de code van zijn Internet Bankieren te vragen en/of
- ( vervolgens) 65,45 euro van de rekening van die [slachtoffer] te halen,
en/of
hij op of omstreeks 24 november 2019 te Almere, in elk geval in Nederland op de openbare weg (aan/nabij) het [straat] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van, onder meer, een koptelefoon (merk JBL E65 BT) en/of huissleutels en/of van bank- en/of persoons- en/of inloggegevens en/of een of meer inlog- en/of betaalcodes en/of een geldbedrag van (ongeveer) 65,45 euro, in elk geval enig(e) goed(eren)en/of geldbedrag, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededaders
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Hey jongen, kom je me weer tegen, hoe gaat het met je, je moet met me meelopen, je weet hoe het de vorige keer ging, je weet als je gaat tegenstribbelen of niet mee gaat werken, dan heb je een nog groter probleem", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de koptelefoon v die [slachtoffer] heeft/hebben gegrist/gepakt en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] heeft/hebben gepakt en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] naar de code van zijn Internet Bankieren heeft / hebben en/ of
- ( vervolgens) 65,45 euro van de rekening van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 11 juni 2020 in onderzoek Fleetwood / MD2R020057, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 473. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 120.
3.Pagina 121.
4.Pagina 123.
5.Pagina 151.
6.Pagina 152.
7.Pagina 153.
8.Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] d.d. 24 februari 2022, los bijgevoegd.
9.Pagina 221.
10.Pagina 222.
11.Pagina 182.
12.Pagina 131.
13.Pagina 238.
14.Pagina 239.
15.Pagina 268.
16.Pagina 237.