4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 eerste en tweede alternatief en feit 2 eerste en tweede alternatief
[slachtoffer]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 13 september 2019 omstreeks 21:00 uur ben ik van mijn huis in [woonplaats] naar de Jumbo in het centrum van [woonplaats] gefietst. Ik werd aangesproken door een man die mij zei dat ik mee moest lopen met hem en geen 'help' mocht roepen. Ik kan deze man als volgt omschrijven: Man, slank postuur, brede schouders, donkere huidskleur, leeftijd ongeveer 20 jaar, oorbel in zijn linker oor. Ik schat de man tussen de 1.70-1.90 meter. Ik ben zelf ongeveer 1.70 meter lang en hij was een flink stuk langer dan ik. De man liep voor mij uit en ik merkte dat er twee mannen achter ons aanliepen.Nabij de Kruidvat graaide de man mijn koptelefoon van mijn nek. Daarna zijn wij langs het [straat] , voorbij het parkeerterrein gelopen. De man die mij als eerste had aangesproken in het centrum begon in mijn zakken te voelen. In mijn rechter broekzak voelde hij vervolgens mijn telefoon. Ik zag dat de man deze uit mijn zak haalde. Nadat de man mijn telefoon had moest ik mijn jas uittrekken. Ik zag dat de man alles aan de twee andere mannen gaf die zich de hele tijd nergens mee hadden bemoeid. De mannen zijn vervolgens met mijn spullen in hun handen weggelopen, verder het bos in.
Toen de mannen weg waren zei de man die mij als eerste had aangesproken dat aangifte doen geen zin had en dat hij alles van mij wist. Waar ik op school zit en waar ik werk.
In de bijlage “goederen” bij de aangifte, worden de goederen genoemd, die zijn weggenomen. Het betreft de volgende goederen:
Object : Telefoon
Merk/type : Samsung Galaxy A6+
Object : Jas
Merk/type : Nike
Object : Hoofdtelefoon
Merk/type : Jbl E500-Bt
[slachtoffer]heeft op 24 november 2019 nogmaals aangifte gedaan. Hij heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 24 november 2019 kwam ik aan bij mijn voetbalclub [voetbalclub] in [woonplaats] . Ik liep rond 14:50 uur de kleedkamer uit. Ik hoorde 'hey jongen, kom je me weer tegen, hoe gaat het met je, je moet met me meelopen, je weet hoe het de vorige keer ging, je weet als je gaat tegenstribbelen of niet mee gaat werken, dan heb je een nog groter probleem'.
Ik zag dat er naast deze jongen nog 2 jongens stonden. Ik zag en hoorde dat jongen 1 het woord voerde. Ik zag dat jongen 2 schuin links naast jongen 1 stond. Ik zag dat jongen 3 achter de andere jongens stond. Ik herkende de stem van jongen 1. Hij vroeg mij of ik hem van de vorige keer herkende. Ik wist gelijk dat deze jongen mij de vorige keer ook beroofd had.
Nadat ik van het sportpark afliep werd door jongen 1 mijn koptelefoon afgepakt.
Jongen 1 vroeg aan mij op een dwingende wijze dat ik mijn telefoon moest pakken en de bankierapp moest openen. Hij vertelde mij hierbij dat ik de inlogcode hard moest opnoemen. Ik pakte mijn telefoon uit mijn broekzak. Jongen 1 pakte mijn telefoon uit mijn handen om te kijken hoeveel er op mijn rekening stond. Jongen 1 gaf de telefoon aan Jongen 2 en jongen 3. Ik zag dat jongen 2 en jongen 3 aan de slag gingen om geld van mijn rekening over te maken.
Ik moest mijn code invoeren om de betaling daadwerkelijk te maken. Ik deed dit zonder de telefoon in mijn handen te krijgen. Jongen 2 hield de telefoon vast. De betaling is gelukt.
Jongen 1 vroeg mij om mijn huissleutels. Ik gaf hem mijn huissleutels.
Jongen 1 vertelde mij dat ik vanavond zondag 24 november om 23:00 uur moest reageren op een WhatsApp bericht. Hij vertelde mij niet wat voor bericht dit zou zijn.
De koptelefoon die van mij gestolen is was een JBL E65BT.
[slachtoffer]is op 25 november 2019 nader gehoord over de gebeurtenissen op 24 november 2021. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Mijn trainer [trainer] heeft de naam van degene aan wie het geld is overgemaakt gezien. Hij is toen gaan zoeken op die naam en kwam toen met foto’s. [trainer] heeft mij twee foto’s laten zien. De tweede herkende ik als de jongen die mij gisteren aansprak.
Via Whatsapp heb ik berichten binnen gekregen. Om 23.43 uur kreeg ik twee berichtjes: 'Tot hoelaat ben je morgen alleen kamaraad' en 'Je bent ni vergeten tog'
Toen kreeg ik om 00.34 uur een spraakoproep die ik gemist heb. En om 00.35 uur kreeg ik het bericht: 'Weetje zeker'.
[getuige]is op 24 november 2019 als getuige gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] vertelde dat hij dit moest doen naar de rekening van [verdachte] . Ik heb die naam opgezocht op Facebook en kwam een jongen uit [woonplaats] tegen. Die heb ik aan [slachtoffer] laten zien en hij vertelde me dat dat een van de jongens was die hem hadden beroofd.
[slachtoffer]is bij de rechter-commissaris gehoord als getuige. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Je benoemt in je verklaring dat dat ook de jongen was in het donker. In die verklaring gaf je aan dat je de jongen niet kon herkennen vanwege de capuchon die over het gezicht was getrokken.
Dat klopt, maar de tweede keer was zijn hoofd zichtbaar. Ook bij de club was zijn hoofd zichtbaar. Ik heb zijn stem herkend, als de stem die ik ook bij het incident hoorde.
[slachtoffer]is op 1 december 2019 gehoord als getuige door de politie. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 27 november moest ik werken bij de [winkel ] aan het [straat] , van 17.00 uur tot 21.00 uur. Tussen 20.00 uur en 21.00 uur kwamen drie jongens heel kort naast me staan. Ik hoorde toen een van die jongens zeggen: “never lekking toch”? Ik weet dat dit betekent niet snitchen. Dit betekent verraden. De jongen die dit zei is de jongen die ik herkend heb op Facebook. Ik weet zeker dat twee van deze jongens er ook bij waren tijdens de beroving vorige week zondag 24 november 2019.
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 1 december 2019 verkreeg ik van de ondergenoemde [winkel ] een usb stick met daarop de gevraagde camerabeelden.
Ik constateerde dat er drie personen de winkel in kwamen.
Ik constateerde dat deze drie personen op enig moment in het desbetreffende pad stonden alwaar [slachtoffer] stond.
Ik constateerde dat een van deze drie personen [slachtoffer] aansprak.
Ik herkende direct de ondergenoemde broers [broers] . Dit betreffen de eerste twee personen welke door het toegangspoortjes de winkel binnen liepen.
Ik herkende beiden aan hun gehele postuur en aan hun gehele gelaat. Ik herkende
beiden aan de stand van de neus, ogen, oren en mond. Ik herkende beiden aan hun
haardracht.
Op de foto is te zien dat de voorste persoon gekleed was in een zwarte trainingsbroek
voorzien van twee rode strepen aan de zijkant. Op de foto is te zien dat hij een
zwarte gewatteerde jas aan had en zwarte sportschoenen droeg.
Ik herkende de voorste persoon als:
[verdachte] , geboren op [1999] te [geboorteplaats]
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 26 november 2019 werd er een zogenoemde aanvraag vordering verstrekking historische financiële gegevens gedaan met betrekking tot de rekening van ondergenoemde [verdachte] . Hieruit bleek dat tevens dat er op 24 november 2019 te 15:17 uur een geldbedrag van 65,45 euro daadwerkelijk was overgemaakt vanaf de rekening van de ondergenoemde aangever [slachtoffer] naar de rekening van [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Tevens werd [slachtoffer] later diverse keren via whatsapp benaderd. Dit nummer betrof [telefoonnummer] .
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op dinsdag 19 november 2019 deed ik onderzoek naar de uitdraai van Marktplaats. Ik zag dat de verkoper zich [verkoper] noemde, 11 maanden actief was, telefoonnummer en bankrekening gecontroleerd en woonachtig in Almere. [verkoper] gaf op als telefoonnummer [telefoonnummer] .
Ik zag hierop dat [verkoper] ook een jas te koop aanbood. Dit betrof een zwarte jas van Nike zoals ook vermeld stond in de aangifte. Deze advertentie was op 14 september 2019 geplaatst (dag na de diefstal).
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat in BVH vermeld stond dat [B] een relatie heeft met [verdachte] . In Summit onderzoek 25Bideford stond vermeld dat het telefoonnummer van haar vriend onder de naam [naam] in de telefoon stond met het telefoonnummer [telefoonnummer] (augustus 2019).
Het telefoonnummer waarmee dus heler [heler] contact heeft gehad en het nummer van de whatsapp berichten na de 2de straatroof, is dus het telefoonnummer welke in gebruik is bij verdachte [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De vordering verstrekking historische gegevens betrof de zogenoemde marktplaats advertentie omtrent de ondergenoemde jas. Hieruit bleek dat deze advertentie op 14 september 2019 was geplaatst. Het IP-adres betrof [IP adres]
Naar aanleiding van bovenstaande heb ik een vordering verstrekking gebruikersgegevens op het IP-adres en het gmail-adres gedaan. Hieruit bleek dat het IP-adres [IP adres] op naam stond van ondergenoemde [C] met adres [adres] te [woonplaats] .
Dit betreft de vader van beiden ondergenoemde broers [broers] .
[verdachte]
[medeverdachte]
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op dinsdag 17 december 2019 deed ik onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] . De verkeersgegevens werden opgevraagd over de periode 27 augustus 2019 tot en met 27 november 2019. Ik heb onderzoek gedaan naar de volgende momenten en tijdstippen:
1e straatroof beginnend op de [straat] en eindigend in het [straat] te [woonplaats] op vrijdag 13 september 2019 tussen 21.15 en 22.20 uur.
Om 19.12 uur straalt het telefoonnummer de zendmast aan op de [straat] te [woonplaats] . Deze straat is in de nabijheid van de [straat] te [woonplaats] (woonadres
verdachte [verdachte] ). Tevens is de [straat] in de nabijheid van het [straat] .
Daarna als eerste om 21.09 en 21.10 uur straalde hij de zendmast aan op het [straat] te [woonplaats] . Dit betreft het winkelcentrum alwaar de Jumbo in gelegen is en het eerste deel van de looproute van de verdachten met aangever.
Bewijsoverweging
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat verdachte de onder 1, eerste en tweede alternatief en 2, eerste en tweede alternatief, ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.