Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met productie 1 t/m 6
- de conclusie van antwoord met productie 1 t/m 8
2.Waar deze zaak over gaat
3.Het geschil
- primair gedaagden te bevelen om het bouwwerk binnen een maand na dit vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, te (doen) verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag, voor elke dag dat dat na het verstrijken van die termijn uitblijft;
- subsidiair gedaagden hoofdelijk te veroordelen om, vanwege het feit dat het bouwwerk onrechtmatig is opgericht, binnen 14 dagen na dit vonnis aan eisers een (schade)vergoeding te betalen ten bedrage van € 10.000,-, bij gebreke van tijdige betaling te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, zulks vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
- gedaagde hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de kosten van de kadastrale meting d.d. 23 december 2020, alsmede de kosten van deskundige de heer [A] , althans tot vergoeding van een in goede justitie te bepalen bedrag aan (redelijke) buitengerechtelijke kosten tot vaststelling aansprakelijkheid en schade;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, de nakosten en wettelijke rente.