Op 10 juni 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking uitgesproken in de zaak tegen betrokkene, geboren in 1975 in Armenië, die thans gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Zwolle Zuid. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een manisch-psychotische stoornis, wat heeft geleid tot ernstige mishandeling van zijn ex-partner en zijn kinderen. De rechtbank oordeelt dat de psychische aandoening van betrokkene zodanig is dat het bewezenverklaarde niet aan hem kan worden toegerekend. Daarom wordt hij niet strafbaar verklaard en ontslagen van alle rechtsvervolging.
De rechtbank heeft ambtshalve een zorgmachtiging verleend op grond van de Wet forensische zorg (Wfz) voor de duur van zes maanden. Dit houdt in dat betrokkene verplichte zorg zal ontvangen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van zijn bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft ook vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd, zoals een contact- en locatieverbod, om de veiligheid van betrokkene en anderen te waarborgen.
De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de medische rapportages en de standpunten van de officier van justitie en de raadsvrouw van betrokkene. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.