In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de Belastingdienst Toeslagen. Eiseres had verzocht om herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig op dit verzoek beslist. Eiseres diende haar verzoek tot herbeoordeling in op 30 december 2020, en de Belastingdienst had tot uiterlijk 30 december 2021 de tijd om te beslissen, na een verlenging van de beslistermijn. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres de Belastingdienst op 24 januari 2022 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst een dwangsom moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,- voor de periode van 10 februari 2022 tot 24 maart 2022. Daarnaast moet de Belastingdienst binnen twaalf weken na de uitspraak alsnog een besluit nemen over de herbeoordeling. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst.