ECLI:NL:RBMNE:2022:2165
Rechtbank Midden-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake WIA-uitkering en herbeoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt de zaak behandeld van eiser, een heftruckchauffeur die zich op 2 juli 2015 ziek meldde. Eiser heeft een WIA-uitkering aangevraagd na het verstrijken van de wachttijd op 16 juli 2017, maar deze werd geweigerd omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Na een herbeoordeling op 12 mei 2021, waarbij eiser zich met terugwerkende kracht ziek meldde per 13 februari 2019, heeft het Uwv besloten dat hij recht heeft op een WIA-uitkering vanaf 13 mei 2020, maar niet eerder. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat hij van mening is dat de ingangsdatum van de uitkering eerder had moeten zijn.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv de ingangsdatum van de uitkering niet correct heeft vastgesteld. Eiser heeft argumenten aangedragen dat de verzekeringsarts de datum van 13 mei 2020 had moeten hanteren in plaats van 13 februari 2019. De rechtbank stelt vast dat de rapportages van de verzekeringsarts niet voldoen aan de vereisten van zorgvuldigheid en begrijpelijkheid. De rechtbank geeft het Uwv de gelegenheid om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.
De uitspraak is gedaan door rechter S.G.M. van Veen en griffier L.M.A. Koeman. De beslissing is openbaar gemaakt op 20 april 2022. Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open, maar kan dit wel tegelijkertijd met de einduitspraak worden ingesteld.