ECLI:NL:RBMNE:2022:2155

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2022
Publicatiedatum
7 juni 2022
Zaaknummer
C/16/529973 / FO RK 21-1166
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht dat het huwelijk niet rechtsgeldig is en verbetering van de vadergegevens in de geboorteakte

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 9 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een vrouw die verzocht om te verklaren dat haar huwelijk met een man, dat in Eritrea is gesloten, niet rechtsgeldig is. De vrouw, die sinds september 2016 in Nederland woont, heeft het verzoek ingediend omdat de man onbekend is en niet op de zitting is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk niet voldoet aan de vereisten van het Eritrese recht en dat er geen huwelijksverklaring van een bevoegde autoriteit is afgegeven. Hierdoor is het huwelijk niet rechtsgeldig in Nederland. De rechtbank heeft ook de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente 1] opgedragen om de geboorteakte van het kind van de vrouw te verbeteren, door de vadergegevens te verwijderen, aangezien de man niet als juridische vader kan worden erkend. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw tot echtscheiding en ontkenning van het vaderschap afgewezen, omdat deze niet meer relevant zijn na de verklaring dat het huwelijk niet rechtsgeldig is. De beslissing is niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat een verklaring voor recht niet op die manier kan worden uitgevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/529973 / FO RK 21-1166
rechtsgeldigheid huwelijk, wijziging geboorteakte
Beschikking van 9 juni 2022
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. E.M. van Essen,
tegen
[de man],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
hierna te noemen: de man,
met als belanghebbenden
mr. H. Hooijer,
kantoorhoudende in Utrecht,
als bijzondere curator over het kind
[minderjarige (voornaam)],
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,
gemeente [gemeente 1] ,
hierna te noemen: de ABS.

1.De procedure

1.1.
De vrouw heeft op 2 november 2021 een verzoekschrift ingediend, met bijlagen.
1.2.
In de beschikking van 27 december 2021 heeft de rechtbank mr. H. Hooijer benoemd als bijzondere curator over [minderjarige (voornaam)] . De bijzondere curator vertegenwoordigt [minderjarige (voornaam)] in deze procedure en komt op voor zijn belang.
1.3.
Daarna heeft de rechtbank de volgende stukken ontvangen:
  • het advies van 20 februari 2022 van de bijzondere curator;
  • de brief van 25 februari 2022 van de vrouw.
1.4.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 12 mei 2022. Daarbij waren aanwezig:
  • de vrouw met haar advocaat,
  • de bijzondere curator,
  • mr. [A] , ambtenaar van de burgerlijke stand, namens de gemeente [gemeente 1] ,
  • de heer A. Mohammed Ali, als tolk.
De man was ook uitgenodigd voor de zitting (door middel van een advertentie in de Staatscourant), maar hij is niet gekomen.
1.5.
Daarna heeft de rechtbank op 27 mei 2022 nog een aanvullend verzoekschrift van de vrouw ontvangen.

2.Waar het over gaat

2.1.
Volgens de Basisregistratie Personen (BRP) zijn partijen met elkaar getrouwd op
[2009] in [plaats 1] , Eritrea. Het huwelijk is geregistreerd naar aanleiding van de Verklaring onder ede van [2016] van de vrouw in [plaats 2] .
2.2.
De vrouw woont sinds september 2016 in Nederland. De verblijfplaats van de man is onbekend. De laatst bekende verblijfplaats van de man was in Israël in 2019.
2.3.
De vrouw is bevallen van een zoon:
[minderjarige (voornaam)], geboren op [2021] in [geboorteplaats] .
2.4.
Van de geboorte van [minderjarige (voornaam)] is op [2021] een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer] . Deze akte is ingeschreven in het geboorteregister van de gemeente [gemeente 1] van het jaar 2021.
2.5.
In de geboorteakte van [minderjarige (voornaam)] staat de man vermeld als de vader van [minderjarige (voornaam)] , vanwege het in de BRP geregistreerde huwelijk van partijen.
2.6.
Partijen hebben de Eritrese nationaliteit.
De vrouw had op het moment van de geboorte van [minderjarige (voornaam)] de asielstatus in Nederland.
2.7.
De vrouw heeft de rechtbank verzocht:
A. primair: te verklaren voor recht dat er geen sprake is van een tussen partijen rechtsgeldig tot stand gekomen huwelijk, en dat het huwelijk daarom in Nederland niet kan worden erkend;
subsidiair: te verklaren voor recht dat het in Eritrea gesloten huwelijk van de vrouw en de man, dat door de ambtenaar van de burgerlijke stand in de BRP is geregistreerd, naar Eritrees recht niet rechtsgeldig is, of nadien rechtsgeldig is geworden, en dat het huwelijk daarom in Nederland niet kan worden erkend;
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente 2] te gelasten om de persoonsgegevens van de vrouw in de BRP te verbeteren, met dien verstande dat de burgerlijke staat van de vrouw wordt aangepast naar ‘ongehuwd en geen geregistreerd partnerschap’;
En voorwaardelijk, indien er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk:
de echtscheiding tussen partijen uit te spreken en de vrouw te belasten met het gezag over [minderjarige (voornaam)] ;
om de ontkenning van het vaderschap van de man gegrond te verklaren.
2.8.
De vrouw heeft aan haar (afstammings)verzoek ten grondslag gelegd dat niet de man, maar
[B]de biologische vader is van [minderjarige (voornaam)] .
De vrouw en de bijzondere curator vinden het in het belang van [minderjarige (voornaam)] dat de man niet meer zijn juridische vader zal zijn.

3.De beoordeling

Conclusie
3.1.
De rechtbank zal voor recht verklaren dat het huwelijk van partijen niet rechtsgeldig is. Daarnaast zal de rechtbank opdracht geven voor verbetering van de geboorteakte van [minderjarige (voornaam)] , in die zin dat de vadergegevens uit de geboorteakte worden verwijderd.
De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
Rechtsgeldigheid huwelijk
3.2.
De rechtbank moet beoordelen of er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat in Nederland kan worden erkend. Een buiten Nederland gesloten huwelijk wordt in Nederland erkend als het huwelijk volgens het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond (in dit geval Eritrea) rechtsgeldig is, of nadien rechtsgeldig is geworden. [1]
Een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn indien een verklaring hierover is afgegeven door een bevoegde autoriteit. [2]
Wanneer een huwelijksverklaring van een bevoegde autoriteit ontbreekt, beoordeelt de rechtbank op basis van de feiten, omstandigheden en bewijsstukken van het concrete geval of aan de materiële voorwaarden en vormvoorschriften (als die er zijn) van het buitenlandse recht is voldaan.
3.3.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk. Hierbij verwijst de rechtbank naar de overwegingen die ten grondslag liggen aan de besluiten van 16 maart 2018 en 20 december 2018 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de beschikking van 25 juli 2019 van de bestuursrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht.
De kerkelijke huwelijksakte is volgens Bureau Documenten ‘hoogstwaarschijnlijk niet bevoegd opgemaakt en afgegeven’. Daarnaast hebben partijen tegenstrijdige verklaringen afgelegd over de huwelijksceremonie, de samenleving tijdens het huwelijk en essentiële persoonlijke informatie. Gelet hierop is niet aannemelijk gemaakt dat partijen een rechtsgeldig huwelijk hebben gesloten.
3.4.
Dit betekent dat de vrouw ten onrechte als gehuwd geregistreerd staat in de BRP.
De rechtbank zal daarom voor recht verklaren dat het huwelijk van partijen niet rechtsgeldig is. De rechtbank gaat ervan uit dat deze verklaring voor recht met zich brengt dat de
BRP-ambtenaar van de gemeente [gemeente 2] de registratie van de vrouw in de BRP zal wijzigen van ‘gehuwd’ naar ‘ongehuwd’.
De rechtbank kan hiervoor geen opdracht geven aan de ABS van de gemeente [gemeente 2] , zoals is verzocht, omdat de ABS wijzigingen kan aanbrengen in de registers van de burgerlijke stand, maar niet in de BRP.
Geboorteakte [minderjarige (voornaam)]
3.5.
Tijdens de zitting is besproken dat de ABS van de gemeente [gemeente 1] geen mogelijkheden ziet om ambtshalve (de vadergegevens op) de geboorteakte van [minderjarige (voornaam)] te verbeteren, naar aanleiding van de verklaring voor recht over het huwelijk van partijen. Gelet hierop heeft de vrouw een aanvullend verzoek ingediend tot verbetering van de geboorteakte van [minderjarige (voornaam)] , in die zin dat de vadergegevens worden verwijderd uit deze akte.
3.6.
Nadat de BRP-ambtenaar van de gemeente [gemeente 2] de registratie van de vrouw in de BRP heeft gewijzigd van ‘gehuwd’ naar ‘ongehuwd’, zal [minderjarige (voornaam)] juridisch gezien niet meer uit het huwelijk van partijen zijn geboren. Het is dan onjuist dat de gegevens van de man nog als vadergegevens in de geboorteakte van [minderjarige (voornaam)] staan. Volgens de rechtbank is er daarom sprake van een akte die een fout bevat en die moet worden verbeterd. [3] Hiervoor zal de rechtbank opdracht geven aan de ABS van de gemeente [gemeente 1] .
Echtscheiding, gezag en ontkenning vaderschap
3.7.
Nu de rechtbank voor recht zal verklaren dat het huwelijk van partijen niet rechtsgeldig is en opdracht zal geven voor verbetering van de geboorteakte van [minderjarige (voornaam)] , heeft de vrouw geen belang meer bij haar (voorwaardelijke) verzoeken tot echtscheiding, eenhoofdig gezag en ontkenning van het vaderschap. De rechtbank zal deze verzoeken daarom afwijzen.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.8.
De vrouw heeft verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dat wil zeggen dat de beslissing meteen kan worden uitgevoerd, ook al wordt er hoger beroep ingesteld. De rechtbank zal dit verzoek afwijzen. Een verklaring voor recht kan naar zijn aard niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Daarnaast kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de geboorteakte pas aanpassen (door een latere vermelding toe te voegen aan de geboorteakte) wanneer de beslissing onherroepelijk is.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart voor recht dat het huwelijk van partijen niet rechtsgeldig is;
4.2.
geeft opdracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente 1] om,
nadat de BRP-ambtenaar van de gemeente [gemeente 2] de vrouw als ‘ongehuwd’ in plaats van ‘gehuwd’ heeft geregistreerd in de BRP, de geboorteakte van
[minderjarige (voornaam)], met nummer [nummer] van het jaar 2021, te verbeteren op de volgende wijze:
Naam vader : -
Geboorteplaats vader : -
Geboortedag vader : -
4.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Dit is de beslissing van mr. A.C. van den Boogaard, (kinder)rechter, tot stand gekomen in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2022.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 10:31 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
2.Artikel 10:31 lid 4 BW
3.Artikel 1:24 lid 1 BW