In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap B.V. Makelaars Combinatie Holland-West en een gedaagde partij, die in deze procedure als eiser in reconventie optreedt. De zaak betreft een geschil over schadevergoeding die de gedaagde stelt te hebben geleden als gevolg van een hennepkwekerij in de door hem verhuurde woning. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 15 december 2021 de gedaagde opgedragen bewijs te leveren van de schade die hij heeft geleden. De gedaagde heeft vervolgens een akte na tussenvonnis ingediend, waarin hij zijn eis heeft gewijzigd en nieuwe schadeposten heeft opgevoerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de wijziging van eis ten aanzien van de nieuwe schadeposten niet toelaatbaar is, maar dat de vermindering van de oorspronkelijke schadeposten wel geaccepteerd kan worden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bemiddelingsovereenkomst tussen de gedaagde en Holland-West rechtsgeldig is ontbonden, omdat Holland-West tekort is geschoten in haar zorgplicht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde geen recht heeft op vergoeding van de opgevoerde schoonmaakkosten en herstelkosten, omdat de woning na de ontruiming met minimale kosten verkoopklaar is gemaakt en de verkoopopbrengst aanzienlijk hoger was dan de geadviseerde vraagprijs. De kantonrechter heeft echter wel geoordeeld dat de gedaagde recht heeft op een vergoeding van de huurderving, die is vastgesteld op € 1.650,--, en de kosten voor nutsvoorzieningen van € 375,--. Daarnaast zijn de juridische kosten van € 1.303,53 ter zake van de vaststellingsovereenkomst toewijsbaar. De totale schadevergoeding die aan de gedaagde wordt toegewezen bedraagt € 3.328,53, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter heeft Holland-West veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.