4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van [slachtoffer 1]
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde ten aanzien van [slachtoffer 1] heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Zoals terecht door de officier van justitie naar voren is gebracht, woonde [slachtoffer 1] in de tenlastegelegde periode bij haar vader.
1. [getuige 1] heeft op 25 februari 2021 een getuigenverklaring afgelegd en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuige,onder meer het volgende verklaard:
Ik ben woonachtig geweest van januari 2018 tot en met april 2020 op de [adres] . Bij ons in de straat woonde een mevrouw welke is genaamd [verdachte] . Voor zover ik weet heeft deze mevrouw een vijftal kinderen. Ik kan zeggen dat ik, met name in de zomer, veelvuldig de moeder heb horen schelden tegen haar kinderen, ik bedoel dan zelfs dat de kinderen gekleineerd werden. Ik zal een aantal voorbeelden geven.
Als wij in de voortuin zaten hoorden wij de moeder zeggen: "ik ben ongelukkig omdat jij geboren bent" Dit was gericht tegen één van de kinderen. Ik heb zelf het idee dat dit gericht was tegen de oudste van alle kinderen. Tevens schold de moeder bijna de gehele dag met het woord kanker, dit was gericht tegen de kinderen.
Wanneer de kinderen niet luisterden konden wij allemaal horen dat de kinderen één voor één naar boven werden genomen naar de badkamer. Daar hoorde ik dan dat de kinderen werden geslagen. Direct daarna hoorde ik altijd de kinderen niet huilen maar krijsen.
2. [getuige 2] heeft op 27 februari 2021 een getuigenverklaring afgelegd en heeft, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuige, onder meer het volgende verklaard:
Wij zijn sinds maart 2019 woonachtig op de [adres] te [woonplaats] . Wij hebben een buurvrouw genaamd: [verdachte] . [verdachte] bleek 4 a 5 kinderen te hebben. Sowieso waren er altijd vier kinderen in haar woning. Als [verdachte] zich in de tuin bevond met haar kinderen hoorde wij haar veelvuldig schelden tegen haar kinderen. Wij hoorde zeer regelmatig [verdachte] zeggen: “kut kind / kinderen, jij verpest mijn leven”. De kinderen werden ook vaak uitgescholden voor kankerkinderen.
3. Verdachte heeft op 23 december 2019, zoals blijkt uit
een proces-verbaal van verhoor verdachte, onder meer het volgende verklaard:
Ik was inderdaad wel van het fysieke optreden. Ik heb mijn kinderen inderdaad wel eens een corrigerende tik gegeven als dat in mijn ogen nodig was. Ik geef eerlijk toe dat ik wel te vaak geschreeuwd heb.Ik heb de kinderen wel eens bij hun oor gepakt of bij hun arm. Ik heb ze ook wel eens met mijn vlakke hand een tik op hun achterhoofd gegeven. Verder dan dat ging het niet. Ik heb ze wel uitgescholden voor dom ja. Ik heb ook zeker wel eens kankerkinderen tegen hen gezegd.
Bewezenverklaring fysieke mishandeling
De beslissing dat het bewezenverklaarde door verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Partiele vrijspraak emotionele mishandeling
Aan verdachte is ook tenlastegelegd dat zij haar kinderen emotioneel heeft mishandeld. Emotionele of psychische mishandeling van een kind kan worden aangemerkt als mishandeling in de zin van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. De in het vierde lid van artikel 300 Sr genoemde gelijkstelling van mishandeling met benadeling van de gezondheid biedt namelijk aanknopingspunten voor strafbaarheid van niet alleen het veroorzaken van lichamelijke pijn, letsel of onlust, maar ook voor psychische of emotionele mishandeling. Bij de vraag of hiervan sprake is komt het aan op de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de gedraging(en) van verdachte en de omstandigheden waaronder deze is/zijn verricht.
In deze zaak kan op basis van de verklaringen in het dossier worden vastgesteld dat verdachte in de tenlastegelegde periode tegen een of meer van haar kinderen heeft geschreeuwd, zij haar kinderen heeft uitgescholden voor kankerkinderen en dat zij tegen haar kinderen zou hebben gezegd dat zij ongelukkig was omdat zij waren geboren. Ook is gebleken dat zij haar kinderen heeft geslagen. De rechtbank ziet hierin sterke en zorgwekkende signalen dat verdachte in de tenlastegelegde periode op een laakbare en onjuiste wijze is omgegaan met haar kinderen. Uit het dossier kan echter niet worden opgemaakt hoe vaak en met welke intensiteit verdachte haar kinderen heeft geslagen, en of de kinderen daar letsel aan hebben overgehouden. De verklaring van verdachte, dat het om corrigerende tikken zou gaan, kan dan ook niet worden uitgesloten. Daarnaast biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten om te concluderen dat het slaan en schelden van verdachte van een dusdanige aard en ernst waren, dat hierdoor bij een of meerdere van haar kinderen psychisch letsel, als bedoeld in artikel 300 Sr is veroorzaakt. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van de tenlastegelegde emotionele mishandeling.