4.3Het oordeel van de rechtbank
WhatsAppberichten telefoonnummer [telefoonnummer 1]
Op 29 maart 2021 werd naast verdachte [verdachte] zijn halfbroer, verdachte [medeverdachte] , aangehouden in de woning aan de [adres 2] in [plaats] . In die woning werden telefoons aangetroffen, waarvan een wit/zilverkleurige iPhone, IMEI [IMEI nummer] met daarin telefoonnummer [telefoonnummer 1] , dat is getapt vanaf 26-03-2021.
28 maart 2021, 19:21 uur
[A] : Kan je bij pbl komen voor 1 1
+ [telefoonnummer 1] : Waar
[A] : [locatie] bij action/kwintes
+ [telefoonnummer 1] : Is goed mAAT
29 maart 2021, 11:23 uur
[B] : 2 wit, 1 bruin voor 25 euro toch ook?
+ [telefoonnummer 1] : Ja kan
Stemherkenning verdachte en medeverdachte
Taplijn 1
In het onderzoek contra verdachte [verdachte] werd telefoonnummer [telefoonnummer 2] (hierna te noemen: taplijn 1) vanaf dinsdag 23 maart 2021 middels interceptie afgeluisterd. In deze gesprekken hoorde ik middels stemherkenning dat de gebruiker van taplijn 1 telkens één en dezelfde persoon betrof. Aan de hand van gesprekken en waarnemingen bleek deze stem te zijn van [medeverdachte] .
Taplijn 2
Middels onderzoek bleek het vermoedelijk nieuwe dealnummer [telefoonnummer 1] te zijn
(hierna te noemen: taplijn 2). Op 26 maart 2021 werd dit nummer middels interceptie afgeluisterd. Op het eerste gesprek, wat direct nadat taplijn 2 was aangesloten binnenkwam, herkende ik de stem van [medeverdachte] . Op 27 maart 2021 luisterde ik alle gesprekken terug welke waren binnengekomen op taplijn 2. Bij al deze gesprekken herkende ik de stem van [medeverdachte] . Op 28 maart 2021 zag ik de gebruiker van taplijn 2 op 28 maart 2021, tussen 14.32 uur en 15.03 in totaal 34 maal een uitgaande oproep had gedaan naar allemaal verschillende nummers. Ik zag en hoorde dat van deze 34 uitgaande oproepen er daadwerkelijk 12 een gesprek waren. Ik hoorde dat de stem op deze 12 gesprekken overduidelijk niet de stem van [medeverdachte] was. Ik hoorde dat de stem veel hoger was, een ander accent had en nasaal klonk.
Stemherkenning [verdachte]
Op 1 april 2021 liet ik deze gesprekken horen aan collega [C] . [C] heeft op 30 maart 2021 [verdachte] als verdachte gehoord. [C] herkende de stem voor honderd procent als de stem van verdachte [verdachte] . Op 6 april 2021 liet ik deze gesprekken horen aan collega [D] . [D] heeft verdachte [verdachte] op 30 maart 2021 als verdachte gehoord.[D] herkende de stem voor honderd procent als de stem van verdachte [verdachte] .
De verklaring van getuige [getuige 3]
V: Wat koop jij bij de drugsdealer?
A: Coke. Ik kocht altijd de rookvorm van cocaïne. Ik kocht altijd voor minimaal 20 euro en maximaal 50 euro.
V: Hoelang kocht je bij [bijnaam 1] ?
A: Ik heb in principe het hele jaar 2020 bij hem gekocht. Zover ik mij kan herinneren kocht ik vanaf de jaarwisseling 2019-2020 bij [bijnaam 1] .
O: Ik toon u een foto van een persoon
(toev. rechtbank: een foto van [verdachte] ).
V: Wat kunt u zeggen over deze persoon?
A: Dit is [bijnaam 1] . Hij ziet er hier iets jonger en slanker uit maar dit is zeker weten [bijnaam 1] .
De verklaring van getuige [getuige 4]
O: U toont mij een foto van een persoon
(toev. rechtbank: een foto van [verdachte] ).
V: Wat kan je zeggen over deze persoon?
A: Dit is [bijnaam 2] .
V: Hoelang kocht jij drugs van [bijnaam 2] ?
A: Ik denk ongeveer 2,5 á 3 jaar.
V: Wat kocht jij bij [bijnaam 2] ?
A: Cocaïne en heroïne. Het moment dat [bijnaam 3] in beeld kwam was in de herfst 2020. [bijnaam 2] nam [bijnaam 3] mee en introduceerde hem als zijnde familie en dat zij nu samen liepen.Later vertelde [bijnaam 3] mij dat hij de handel van [bijnaam 2] had overgenomen. Op 27 maart 2021 kreeg ik een berichtje van zover ik weet [bijnaam 2] . In dit berichtje stond dat dit zijn nieuwe telefoonnummer was. Het telefoonnummer dat dit berichtje verstuurde betrof [telefoonnummer 1] .
V: Vanaf wanneer kocht jij drugs van [bijnaam 3] ?
A: Herfst 2020 tot maart 2021. Ik kocht in deze periode minimaal twee keer per week
van [bijnaam 3] .
V: Wat kocht jij van hem?
A: Cocaïne en heroïne.
O: Uit de historisch gegevens blijkt dat jij van januari 2021 tot en met maart 2021
regelmatig telefonisch contact had met telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
V: Wat kan je hier over zeggen?
A: Ik bestelde via dit telefoonnummer mijn drugs. Zover ik mij kan herinneren kwam
[bijnaam 3] dan.
De verklaring van getuige [getuige5]
O: Ik toon je nu een foto van een persoon
(toev. rechtbank: een foto van medeverdachte [medeverdachte] ).
V: Wat kun je zeggen over deze persoon?
A: Dit is de jongen waar ik het nu over heb, honderd procent.
V: Wat koop je bij deze drugsdealer?
A: Cocaïne en heroïne.
V: Was deze jongen altijd alleen of heb je hem ook wel eens met iemand anders gezien?
A: Ik weet dat deze jongen in het begin samen met een andere jongen was, van deze jongen heb ik in het verleden ook drugs gekocht maar dat is al een tijdje geleden.
O; Ik toon je nu een foto van een persoon
(toev. rechtbank: een foto van verdachte [verdachte] ).
V: Wat kun je zeggen over deze persoon?
A: Dat is de jongen die ik net beschrijf en in de grijze Chevrolet reed.
V: Hoe vaak heb je harddrugs bij deze jongen gekocht?
A: Niet zo vaak als bij dit andere jongen, maar toch regelmatig. Ook bij deze jongen kocht ik cocaïne en heroïne. Ongeveer een maand geleden heb ik nog van deze jongen gekocht. Ik schat dat ik in totaal 10 a 12 keer harddrugs van deze jongen heb gekocht. Ik weet niet waarom, maar ik heb het gevoel dat deze jongen het baasje was en dat de andere jongen voor hem liep.
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte]
In november of december 2020 heb ik 2 a 3 weken harddrugs verkocht. Dit ging om cocaïne en heroïne.
Bewijsoverwegingen
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek naar verdachte ontstond naar aanleiding van meldingen uit de buurt over de betrokkenheid van verdachte bij de handel in drugs
(pagina 15 e.v. van het dossier). Een getuige, [getuige 1] , is gehoord
(pagina 27 en 28 van het dossier). Zij heeft verklaard dat zij op 11 mei 2020 heeft gezien dat een Marokkaanse jongen in een auto met kenteken [kenteken 1] een praatje maakte met [E] , een harddrugsgebruiker, waarna [getuige 1] het vermoeden kreeg dat [E] drugs bij de Marokkaanse jongen had gekocht. Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat de bestuurder van de auto met kenteken [kenteken 1] vanaf april 2020 bijna dagelijks in de buurt kwam en contact had met een verslaafde. Aan zowel [getuige 1] als [getuige 2] is een foto van verdachte getoond. Zij herkenden verdachte als de bestuurder van de hiervoor genoemde auto. Uit de politiesystemen bleek dat de auto met het kenteken [kenteken 1] in de periode van 13 januari 2020 tot en met 1 juli 2020 op naam van verdachte stond
(pagina 46 van het dossier).
De betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen en de stemherkenningen
Verschillende getuigen hebben, na het tonen van een foto van verdachte door de verbalisanten, verklaard dat verdachte degene is bij wie zij cocaïne en/of heroïne hebben gekocht. De rechtbank stelt voorop dat in beginsel terughoudend moet worden omgegaan met de waardering van een herkenning op grond van een enkelvoudige fotoconfrontatie. De getuigen hebben echter niet alleen aan hen getoonde foto’s herkend, maar hebben ook specifieke informatie over verdachte en de medeverdachte verstrekt, zoals telefoonnummers en vervoermiddelen waarvan zij gebruik maakten, bijnamen die zij hanteerden en de (beëindiging en hervatting van de) samenwerking tussen beiden. De herkenning bij de fotoconfrontatie in deze zaak staat naar het oordeel van de rechtbank bovendien niet op zichzelf, maar moet worden bezien in combinatie met de overige bewijsmiddelen. Hetzelfde geldt voor de stemherkenningen door de verbalisanten.
Zo heeft de getuige [getuige 4] verklaard dat hij vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1] berichten van zijn dealer heeft ontvangen. Uit de WhatsAppgesprekken van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] kan worden afgeleid dat via dit nummer drugs is verkocht. Nadat een tap is geplaatst op dit telefoonnummer, hebben twee wijkagenten de stem van verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] herkend. De rechtbank verbindt daaraan de conclusie dat het verdachte en [medeverdachte] zijn geweest die de gebruikers waren van dit nummer. De getuigen [getuige 4] en [getuige5] hebben verklaard dat verdachte niet alleen handelde, maar dat hij samen met [medeverdachte] verscheen en dat zij beiden drugs verkochten. [medeverdachte] heeft bij de politie bekend dat hij in cocaïne en heroïne heeft gehandeld.
Hoewel getuige [getuige 4] bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat hij de persoon op de getoonde foto van verdachte op dat moment niet herkende, doet dit naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de betrouwbaarheid van de verklaring die de getuige op 12 april 2021 bij de politie heeft afgelegd. De rechtbank is van oordeel dat de eerste verklaring van de getuige betrouwbaar is, omdat die verklaring kort na de aanhouding van verdachte is afgelegd, en daarmee ook kort na het moment waarop de getuige bij verdachte drugs kocht. Het verhoor van de getuige bij de rechter-commissaris vond daarentegen pas ruim negen maanden later plaats. Het is aldus naar het oordeel van de rechtbank niet onbegrijpelijk, gelet op het tijdsverloop en de omstandigheid dat de getuige harddrugs is blijven bestellen bij andere dealers (de getuige verklaart “ze lijken allemaal op elkaar”), dat de getuige de (eerder wel door hem herkende) verdachte op een later moment niet meer herkent.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat de in de bewijsmiddelen genoemde getuigenverklaringen en stemherkenningen betrouwbaar zijn en voor het bewijs kunnen worden gebruikt. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan het dealen van cocaïne en heroïne. De rechtbank gaat er daarbij op grond van de bewijsmiddelen van uit dat [medeverdachte] in de herfst van 2020 werd geïntroduceerd door verdachte en dat daarom pas vanaf die periode sprake was van medeplegen. Nu de tenlastelegging ziet op handelen in een periode, betrekt de rechtbank dit bij de strafmaat en komt de beperktere periode van medeplegen als zodanig niet terug in de bewezenverklaring.