ECLI:NL:RBMNE:2022:2138
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor horecabedrijf in Amersfoort
Op 3 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een bezwaar tegen een omgevingsvergunning die aan een vergunninghouder was verleend voor het plaatsen van twee parasols bij een horecabedrijf. De vergunning is verleend voor een periode van maximaal vijf jaar, of totdat de nieuwe Terrassennota in werking treedt.
De verzoeker, die woont aan een straat die langs het horecabedrijf loopt, heeft bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning en verzocht om een voorlopige voorziening. Hij voerde aan dat er eerder incidenten waren waarbij hulpdiensten niet tijdig konden passeren door blokkades veroorzaakt door de parasols. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van 'onverwijlde spoed' die een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vergunninghouder de parasols in geval van nood kan inklappen, waardoor eventuele blokkades kunnen worden voorkomen.
De voorzieningenrechter heeft verder geconcludeerd dat er geen ernstige twijfels zijn over de rechtmatigheid van de omgevingsvergunning en dat van een evident onrechtmatig besluit geen sprake is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.