ECLI:NL:RBMNE:2022:2089

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
1 juni 2022
Zaaknummer
16/327112-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Versturen van pornografisch materiaal en ontuchtige handelingen met minderjarige

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die in 2019 aan een 14-jarig meisje via WhatsApp seksuele afbeeldingen en filmpjes heeft gestuurd. De verdachte heeft ook een ontmoeting voorgesteld met de bedoeling om ontuchtige handelingen te plegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaring van het meisje wordt ondersteund door WhatsApp-berichten en getuigenverklaringen. De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd, waaronder het aanraken van het meisje over haar kleding. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, de behandeling van de verdachte en de inschatting van de reclassering over de kans op herhaling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/327112-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 juni 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1976] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.
Verdachte wordt bijgestaan door mr. J. Visscher, advocaat te Amersfoort.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 18 mei 2022. Daarbij zijn verdachte en zijn raadsman verschenen. De officier van justitie, mr. T. Tanghe en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1in de periode van 21 februari 2019 tot en met 3 maart 2019 te Soest pornografisch materiaal heeft verstuurd aan iemand beneden de 16 jaar;
feit 2in de periode van 27 februari 2019 tot en met 3 maart 2019 te Soesterberg een ontmoeting heeft voorgesteld met iemand jonger dan 16 jaar met de bedoeling om ontuchtige handelingen te plegen (grooming);
feit 3in de periode van 16 december 2018 tot en met 3 maart 2019 te Soesterberg ontuchtige handelingen bij iemand jonger dan 16 heeft gepleegd.

3.VOORVRAGEN

Geldigheid van de dagvaarding
3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de dagvaarding nietig is, nu de tenlastelegging ten aanzien van feit 1 niet voldoet aan de in artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) gestelde eis van opgave van het feit. Onder feit 1 wordt verdachte verweten meerdere foto’s of filmpjes te hebben verstuurd van personen die (orale) seksuele handelingen verrichten. Uit de tenlastelegging blijkt echter niet wat feitelijk op die foto’s en de filmpjes te zien zou zijn. Nu een feitelijke omschrijving van de foto’s en filmpjes in de tenlastelegging ontbreekt, voldoet de dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, Sv gestelde eis.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het vereiste in artikel 261, eerste lid Sv, ziet op de vraag of voor verdachte geen onduidelijkheid bestaat over wat hem onder feit 1 wordt verweten. Verdachte heeft tijdens de inhoudelijke behandeling op geen enkel moment kenbaar gemaakt dat voor hem niet duidelijk was wat hem onder feit 1 wordt verweten. De tenlastelegging voldoet ten aanzien van feit 1 dan ook aan het bepaalde in artikel 261, eerste lid, Sv.
3.3
Het oordeel van de rechtbankWat verdachte onder feit 1 ten laste wordt gelegd heeft betrekking op een korte periode en ziet op een beperkt aantal foto’s en filmpjes. Die situatie is niet te vergelijken met de situatie dat iemand pornografisch materiaal verzamelt en vaak duizenden foto’s of filmpjes opslaat in bijvoorbeeld een computer of een digitale opslag omgeving. De rechtbank heeft bij de inhoudelijke behandeling van de zaak de feiten uitvoerig met verdachte besproken en gevraagd naar de filmpjes en foto’s en ook bij de politie is hem gevraagd of hij allemaal pornografische foto's en filmpjes aan [slachtoffer] heeft gestuurd waarop verdachte antwoord dat hij die heeft gestuurd. Verdachte heeft op geen enkel moment op enige wijze kenbaar gemaakt dat voor hem niet dan wel onvoldoende duidelijk is wat hem precies onder feit 1 wordt verweten. Dat het hierbij om pornografische filmpjes en/of afbeeldingen gaat blijkt voldoende uit de inhoud van de chat waarin ze zijn verstuurd. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de tenlastelegging wat betreft feit 1 dan ook aan de in artikel 261, eerste lid, Sv gestelde eisen.
De dagvaarding is voor het overige geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde en de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. De verklaring van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) vindt voldoende steun in de bekennende verklaring van verdachte, de chatgesprekken tussen [slachtoffer] en verdachte, de waarneming van de moeder van [slachtoffer] en tot slot de verklaring van de getuige [getuige] over wat zij heeft waargenomen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte vrij te spreken van de drie tenlastegelegde feiten, nu de verklaring van [slachtoffer] onvoldoende betrouwbaar is en het steunbewijs onvoldoende overtuigend.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
bewijsmiddelen [1]
feit 1– versturen pornografisch materiaal aan [slachtoffer]
4.3.1
Op 23 april 2019 heeft [aangeefster] , namens haar minderjarige dochter [slachtoffer] , geboren op [2005] , aangifte tegen verdachte gedaan van seksueel misbruik. Zij heeft, zakelijk weergegeven, verklaard dat verdachte de vader is van een vriendinnetje van [slachtoffer] , woonachtig te [woonplaats] . [2] Voorts heeft zij verklaard op 3 maart 2019 in de telefoon van [slachtoffer] te hebben gekeken en de apps heeft geopend die [slachtoffer] aan verdachte heeft gestuurd. Zij heeft de apps op de telefoon van [slachtoffer] per e-mail naar haar eigen telefoon gestuurd. [3] Tijdens het verhoor heeft zij de e-mail met de apps naar de verhorende verbalisanten verstuurd, waarna de verbalisanten de apps als bijlage bij de aangifte hebben gevoegd. [4]
4.3.2
De bijlage bij de aangifte van 23 april 2019 betreft een Whatsapp-chat in de periode van 21 februari 2019 tot en met 3 maart 2019, tussen ‘ [bijnaam 1] ’ en ‘ [bijnaam 2] ’. [5]
4.3.3
Verdachte heeft ter terechtzitting van 18 mei 2022, voor zover - zakelijk weergegeven - verklaard dat hij in de Whatsapp-chat de bijnaam [bijnaam 2] had en dat [slachtoffer] de bijnaam [bijnaam 1] had. Verder heeft verdachte verklaard dat hij blijft bij hetgeen hij tegenover de politie heeft verklaard over dat hij in de chat aan [slachtoffer] pornografische foto’s en filmpjes heeft verstuurd. [6]
4.3.4
De Whatsapp-chat tussen verdachte en [slachtoffer] bevat, voor zover van belang, de volgende berichten.
23-02-19 14:38 - [bijnaam 1] : Ja
23-02-19 14:46 - [bijnaam 1] : Ook gemastrubeerd
23-02-19 15:02 - [bijnaam 2] ☆: Wat denk je zelf
23-02-19 15:02 - [bijnaam 1] : Ja dus
23-02-19 15:32 - [bijnaam 1] : Heb gister precies het zelfde gedaan
23-02-19 17:15 - [bijnaam 2] ☆: Hmm wat een fijne gedachte.
23-02-19 17:23 - [bijnaam 1] : Ik wil het liefst dat je m helemaal aflikt
23-02-19 17:27 - [bijnaam 1] :
23-02-19 17:43 - [bijnaam 2] ☆: Volgende plaatjes niet in bijzijn van andere kijken.
23-02-19 17:43 - [bijnaam 2] ☆: Oké?
23-02-19 17:49 - [bijnaam 1] : Oke
23-02-19 17:50 - [bijnaam 1] : Is goed
23-02-19 17:57 - [bijnaam 2] ☆:
23-02-19 17:57 - [bijnaam 2] ☆:
23-02-19 17:57 - [bijnaam 2] ☆:
23-02-19 17:57 - [bijnaam 2] ☆: Hmmm
23-02-19 18:13 - [bijnaam 1] : Hmmm. Héérlijk.
23-02-19 18:38 - [bijnaam 1] : Ik wil dat het liefst allemaal met je doen
23-02-19 18:39 - [bijnaam 1] :
23-02-19 18:39 - [bijnaam 1] :
23-02-19 18:44 - [bijnaam 1] : Zó veel zin in
24-02-19 09:55 - [bijnaam 1] : We hebben eerst gelikt. Dat was niet normaal lekker. Daarna gevingerd. En heerlijk klaargekomen
24-02-19 10:03 - [bijnaam 1] : Maar dat doe ik natuurlijk liever met jou
24-02-19 11:17 - [bijnaam 2] ☆: Zekers! Ik wil dat je dit bij me doet
24-02-19 11:18 - [bijnaam 2] ☆:
24-02-19 11:18 - [bijnaam 1] : Zal ik doen [7]
24-02-19 11:19 - [bijnaam 1] :
24-02-19 11:55 - [bijnaam 1] : Sex sex. Was niet echt sex hoor
24-02-19 11:56 - [bijnaam 1] : Even geduld dan ben jij aan de beurt
24-02-19 12:00 - [bijnaam 2] ☆:
24-02-19 12:01 - [bijnaam 1] : En dan doe ik dit
24-02-19 12:02 - [bijnaam 1] : En dit
24-02-19 12:11 - [bijnaam 2] ☆:
24-02-19 12:14 - [bijnaam 1] : Waar haal je al die gifjes vandaan?
24-02-19 12:16 - [bijnaam 2] ☆: https:// [website] [8]
25-02-19 21:24 - [bijnaam 1] : Maar denk naar niet dat ik zo'n mooi geschoren kutje heb als die vrouwen op al de gifjes
25-02-19 21:28 - [bijnaam 2] ☆: daar ga ik ook niet vanuit [9]
feit 2– afspraak met [slachtoffer]
4.3.5
De Whatsapp-chat tussen verdachte en [slachtoffer] bevat, voor zover van belang, de volgende berichten.
28-02-19 08:59 - [bijnaam 1] : Kunnen we niet gewoon een keertje ergens afspreken
28-02-19 09:07 - [bijnaam 2] ☆: 'S ochtends voor school bij het tank station
28-02-19 09:09 - [bijnaam 1] : Dat kan op een maandag of op een vrijdag
28-02-19 09:25 - [bijnaam 2] ☆: vrijdag lijkt mij het beste
28-02-19 09:26 - [bijnaam 1] : Volgende week?
28-02-19 09:27 - [bijnaam 2] ☆: en hoelaat?
28-02-19 09:27 - [bijnaam 1] : Ik moet om kwart over 9 beginnen
28-02-19 09:31 - [bijnaam 1] : Om half 9
28-02-19 09:43 - [bijnaam 2] ☆: Is goed.
28-02-19 09:44 - [bijnaam 1] : Hmm. Heb er zin in
28-02-19 10:20 - [bijnaam 1] : 8 maart
28-02-19 10:37 - [bijnaam 2] ☆: check
28-02-19 10:37 - [bijnaam 2] ☆: afspraken maken om aan je trekken te komen. waar gaat het naar toe?
28-02-19 11:00 - [bijnaam 1] : Maar niemand mag ons zo zien bij het tankstation [10]
28-02-19 11:27 - [bijnaam 1] : Daar achter is wel een soort parkeerplaats
28-02-19 13:35 - [bijnaam 1] : Hhhhh. Nu ga ik me de hele week verheugen op vrijdag
28-02-19 13:36 - [bijnaam 1] : Heb er echt zin in
28-02-19 13:44 - [bijnaam 2] ☆: wat ga je met mij doen?
28-02-19 13:55 - [bijnaam 1] : Wat? vrijdag.
28-02-19 14:19 - [bijnaam 2] ☆: jaaa....
28-02-19 14:21 - [bijnaam 1] : Zo veel mogelijk
28-02-19 14:21 - [bijnaam 2] ☆: klinkt heerlijk!
28-02-19 14:22 - [bijnaam 1] : En wat ga jij met mij doen?
28-02-19 14:26 - [bijnaam 2] ☆: iig lekker tongen en vingeren met je. Daar ben ik echt aan toe
28-02-19 14:33 - [bijnaam 1] : Ik ben nu al helemaal aan het fantaseren hoe dat allemaal zou kunnen gaan
28-02-19 14:34 - [bijnaam 2] ☆: fantaseer lekker verder
28-02-19 14:34 - [bijnaam 2] ☆: maak er je stoutste dromen van
28-02-19 14:46 - [bijnaam 1] : Dat gaat mijn beste ochtend in tijden worden
28-02-19 14:52 - [bijnaam 2] ☆: de mijne ook
28-02-19 14:52 - [bijnaam 2] ☆: hopelijk ongestoord
28-02-19 15:05 - [bijnaam 1] : Ik denk dat we niet gestoord gaan worden. [11]
28-02-19 16:39 - [bijnaam 1] : Gaan we het proberen vrijdag
28-02-19 16:40 - [bijnaam 2] ☆: Als de situatie het toelaat zeker. Ik zal condooms meenemen
28-02-19 16:45 - [bijnaam 1] : Wel spannend
28-02-19 16:46 - [bijnaam 1] : Om het voor het eerst te doen zeker
28-02-19 16:46 - [bijnaam 1] : Op zo'n plek
28-02-19 16:48 - [bijnaam 1] : Ik weet niet of ik helemaal ontspannen ga zijn
28-02-19 16:48 - [bijnaam 2] ☆: Dat zien we dan wel
28-02-19 16:49 - [bijnaam 1] : Ik zal me wel helemaal overgeven aan je
28-02-19 16:49 - [bijnaam 2] ☆: Hmmmm. Ik kan niet wachten
28-02-19 16:50 - [bijnaam 1] : Je mag alles doen [12]
28-02-19 22:06 - [bijnaam 2] ☆: Ik kan niet wachten tot volgende week vrijdag!
28-02-19 22:06 - [bijnaam 1] : Ik ook niet
28-02-19 22:06 - [bijnaam 1] : Heb er zo veel zin in
28-02-19 22:07 - [bijnaam 2] ☆: Ik hoop dat ik je verwachtingen kan waar maken. [13]
01-03-19 13:14 - [bijnaam 1] : Trek vrijdag een bloes aan met knoopjes
01-03-19 13:17 - [bijnaam 1] : Ik ga je zo verwennen
01-03-19 13:19 - [bijnaam 2] ☆: De achterbank is groot zat. En daar zit ook pornoglas in.
01-03-19 13:21 - [bijnaam 1] : En als we dan de stoelen voor iets naar voren doen
01-03-19 13:21 - [bijnaam 1] : Hebben we nog meer ruimte
01-03-19 13:30 - [bijnaam 2] ☆: Ik zou het super geil vinden als je ik kan laten spuiten
01-03-19 13:31 - [bijnaam 1] : Mij laten spuiten?
01-03-19 13:31 - [bijnaam 2] ☆: Dat zou jij ook heerlijk vinden. Het is klaarkomen x2
01-03-19 13:33 - [bijnaam 2] ☆: Je moet het zien. Doe ik vrijdag. [14]
01-03-19 14:45 - [bijnaam 1] : Ik kan vrijdag niet
01-03-19 14:45 - [bijnaam 1] : Moet dan naar de oogarts
01-03-19 14:45 - [bijnaam 1] : In de ochtend
01-03-19 14:49 - [bijnaam 2] ☆: Mag echt niet zo zijn .... de vrijdag erop?
01-03-19 14:51 - [bijnaam 1] : Ja dat kan wel. Maar ik man ook maandag dan heb ik pas om 11 uur school
01-03-19 15:05 - [bijnaam 1] : Aankomende
01-03-19 15:08 - [bijnaam 2] ☆: Doe maar vrijdag. Is rustiger.
01-03-19 15:26 - [bijnaam 2] ☆: Ik heb maandags altijd een weekstart om 09.00. Dan moet ik 8.15 al in de auto zitten.
01-03-19 15:29 - [bijnaam 1] : Dan deze vrijdag
01-03-19 15:32 - [bijnaam 2] ☆: Helaas wel
01-03-19 15:38 - [bijnaam 1] : Ik heb even gekeken in mijn moeders agenda en ik kan die vrijdag er staat niks gepland [15]
feit 3– ontuchtige handelingen bij [slachtoffer]
4.3.6
Op 30 april 2019 is [slachtoffer] als getuige gehoord. Zij heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard.
[verdachte] heeft wel misbruik gemaakt van de situatie. Ik ging met hem stoeien. Ik zocht aandacht van hem en toen heeft hij daar misbruik van gemaakt. [16] In december 2018 begon het dat [verdachte] mij ging aanraken. [17] Hij is de vader van [A] en [B] en zijn achternaam is [verdachte] . [18] Het adres van de familie [verdachte] is [adres] in [woonplaats] . [19]
[verdachte] heeft in totaal vijf keer aan mij gezeten.
De eerste keer dat er seksuele handelingen tussen mij en [verdachte] waren was op zondag 16 december 2018. Dat was op de verjaardag van [B] . Hij heeft me aangeraakt aan de binnenkant van mijn benen en aan mijn vagina. Maar dat was wel over mijn kleding. En hij heeft aan mijn borsten gezeten. Hij ging met de buitenkant van zijn hand over mijn borst heen wrijven. Met zijn andere hand greep hij mijn borst vast. Dit was ook over mijn kleren. Ik had een kapotte broek. Met zijn vinger ging hij in het gat van mijn broek, wat helemaal bovenaan, ter hoogte van mijn lies zat. Hij ging een beetje heen en weer met die vinger. Hij streelde ermee. Dit heeft zich afgespeeld bij hun thuis op de bank. Het stopte want ik moest naar huis en in de auto ging het weer verder. [20] We waren gewoon aan het rijden. Het was de weg van [woonplaats] naar [woonplaats] . Ik zat naast hem op de bijrijdersstoel. Op een gegeven moment pakte [verdachte] mijn hand, hij streelde mijn hand en ging met zijn hand van mijn hand naar mijn benen. Hij streelde toen weer aan de binnenkant van mijn benen en ging met zijn hand richting mijn vagina en hij wreef met zijn pink over mijn vagina. Hij deed dat over mijn kleren heen. Het stopte pas toen we bij mijn huis waren.
In januari 2019 wreef hij met zijn hand over mijn zij. Hij zat aan de linkerkant van mij en hij zat met zijn armen over elkaar en hij wreef met zijn linkerhand, zijn onderste hand over mijn zij ter hoogte van mijn linkerborst. [21] Het duurde de hele avond, we zaten “Wie is de mol” te kijken op televisie. Hij wreef een paar keer en stopte weer even en dan wreef hij weer.
De avond dat wij naar “Wie is de mol” keken bleef ik bij hun logeren. De volgende dag bracht [verdachte] mij naar huis met zijn auto. Tijdens het rijden pakte hij mijn hand vast en ging mij strelen over mijn been minder richting mijn vagina maar aan de binnenkant van mijn bovenbeen, vlakbij mijn lies. Hij kneep toen ook met zijn hand in mijn bovenbeen aan de binnenkant. [22]
4.3.7
De Whatsapp-chat tussen verdachte en [slachtoffer] bevat, voor zover van belang, de volgende berichten:
27-02-19 14:36 - [bijnaam 1] : Ik ben altijd heel snel nat er hoeft maar iets te gebeuren en het begint
27-02-19 14:56 - [bijnaam 1] : Ik weet nog wel die ene keer dat ik bij jullie was en dat wij lekker bezig waren. Toen was ik ook zijn nat. Ik hield het bijna niet meer
27-02-19 14:57 - [bijnaam 1] : Zeik*
27-02-19 15:14 - [bijnaam 1] : Heerlijk was dat [23]
27-02-19 15:17 - [bijnaam 2] ☆: Anders ik wel. Kneiter hard en lekken maar. Daarna nog een tijd pijnlijke ballen rondgelopen.
27-02-19 15:28 - [bijnaam 1] : Lekken maar?
27-02-19 16:51 - [bijnaam 2] ☆: Lekken als in dat er al voorvocht uitkwamen
27-02-19 16:51 - [bijnaam 2] ☆: Uitkwam
27-02-19 17:21 - [bijnaam 1] : het kriebelt al sinds die ene avond!
27-02-19 18:02 - [bijnaam 2] ☆: Moeten we maar snel wat aan doen...
27-02-19 18:11 - [bijnaam 1] : Ja zeker. Het loopt steeds hoger op bij mij [24]
4.3.8
Op 14 juli 2019 is [getuige] als getuige gehoord. Zij heeft, zakelijk weergegeven, verklaard dat [slachtoffer] in het voorjaar van 2019 rond half 8 in de ochtend aanbelde bij haar woning en dat [slachtoffer] haar toen vertelde dat ze met een man aan het appen was, dat het een beetje seksueel getint was en dat haar moeder daar achter was gekomen. [25] Zij vroeg [slachtoffer] of er lichamelijk ook iets was gebeurd, of er was geneukt en dat [slachtoffer] toen nee zei, maar wel gevoeld en gefriemeld. [26]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
feit 1
De rechtbank is van oordeel dat uit de context van de whatsapp berichten blijkt dat verdachte aan [slachtoffer] (pornografische) films en afbeeldingen heeft verstuurd, waarop personen te zien zijn die seksuele handelingen verrichten.
De rechtbank acht feit 1 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
feit 2
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte concreet een datum, tijdstip en locatie voor een ontmoeting aan [slachtoffer] heeft voorgesteld, met geen andere bedoeling dan om tijdens die ontmoeting seks met [slachtoffer] te hebben. Dat het enkel zou gaan om een fantasie die nooit werkelijkheid zou worden acht de rechtbank gelet op de concrete invulling ongeloofwaardig.
De rechtbank acht feit 2 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
feit 3
De rechtbank stelt voorop dat volgens het tweede lid van artikel 342 Sv - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - het bewijs dat de verdachte een tenlastegelegd feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige of enkel op de verklaring van aangeefster. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door de aangever genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De vraag of aan het bewijsminimum als bedoeld in artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Het voorschrift van artikel 342, tweede lid, Sv leidt ertoe dat - in een geval als het onderhavige, waarin de verklaringen van het slachtoffer en verdachte tegenover elkaar staan en er geen getuigenverklaringen voorhanden zijn - de rechter de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer moet beoordelen en daarnaast moet bepalen of voor de beweringen van het slachtoffer voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is. De juistheid van de kern van de tenlastelegging moet - met andere woorden - niet alleen uit de (betrouwbaar bevonden) gebezigde verklaringen van het slachtoffer volgen, maar ook uit ander bewijsmateriaal dat bovendien afkomstig moet zijn uit een andere bron.
De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer] voldoende betrouwbaar om die voor het bewijs te gebruiken. [slachtoffer] heeft gedetailleerd, consistent en uitvoerig verklaard over de seksuele handelingen die verdachte bij haar heeft verricht, over wanneer verdachte deze handelingen bij haar heeft verricht en waar deze handelingen hebben plaatsgevonden. Aan de betrouwbaarheid van haar verklaring draagt verder bij dat [slachtoffer] eerlijk en open is over zichzelf, bijvoorbeeld daar waar zij verklaart dat zij het op sommige momenten prettig vond en er daarom in meeging en direct nadat haar moeder de chats ontdekt bezorgd is voor de gevolgen die dit voor verdachte zal hebben.
De rechtbank is van oordeel dat voor haar verklaring ook voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is, zodat wordt voldaan aan het bewijsminimum, zoals bedoeld in artikel 342, tweede lid, Sv. Het betreft de chatberichten waarin [slachtoffer] het heeft over die ene keer bij verdachte thuis en dat ze toen zo lekker bezig waren, hetgeen door verdachte in de chatberichten op geen enkele wijze wordt tegengesproken. Integendeel, verdachte van zijn kant stuurt berichten over welke lichamelijke gevolgen die avond voor hem hebben gehad. Daarnaast blijkt uit de verklaring van [getuige] dat [slachtoffer] tegenover haar heeft verklaard over dat er alleen is gefriemeld en gevoeld.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 tenlastegelegde feit waarbij de rechtbank het betasten van de zij en handen in de context van de overige aanrakingen ook als ontuchtige handelingen aanmerkt.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1in de periode van 23 februari 2019 tot en met 24 februari 2019 te Soest, gemeente Soesterberg, een of meerdere malen een afbeelding en/of videofilm, bevattende een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van 16 jaar, meerdere foto’s en filmpjes van personen die (orale) seksuele handelingen verrichten, heeft verstrekt aan een minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [2005] , van wie hij, verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze jonger is dan 16 jaar;
feit 2in de periode van 27 februari 2019 tot en met 1 maart 2019 te Soesterberg, gemeente Soest, met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer] , geboren op [2005] , die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen, met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen, terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door concreet een datum en tijdstip en locatie af te spreken om die [slachtoffer] te ontmoeten.
feit 3in de periode van 16 december 2018 tot en met 3 maart 2019 te Soesterberg, gemeente Soest, met [slachtoffer] , geboren op [2005] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het
- betasten/aanraken van en knijpen in de borsten en
- betasten/aanraken van de zij en de handen;
- betasten/aanraken van en knijpen in het been en de lies en de vagina, althans de schaamstreek.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1een afbeelding, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekken aan een minderjarige van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar;
feit 2door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting
feit 3met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het aangevoerd dat verdachte vanaf het begin openheid van zaken heeft gegeven. Verdachte heeft spijt van wat er heeft plaatsgevonden en hij heeft geprobeerd om zijn fouten te herstellen. Verdachte heeft direct hulp gezocht, hij is in behandeling gegaan en hij heeft zijn omgeving op de hoogte gebracht van wat er is gebeurd en van de rechtszaak. De reclassering schat de kans op herhaling in op laag, nu deze situatie zich heeft voorgedaan door de omstandigheden waarin verdachte op dat moment verkeerde. Het is inmiddels 3.5 jaar geleden dat dit heeft plaatsgevonden en verdachte heeft zijn leven op orde. Zoals de reclassering ook schrijft, zal de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, deze situatie doorbreken en mogelijk zelfs recidive verhogend zijn, omdat verdachte dan alles kwijt zal raken. Mede gelet op een ruimschootse overschrijding van de redelijke termijn, kan worden volstaan met een eventueel deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht en het versturen van pornografische foto’s en filmpjes aan een meisje van 14 jaar oud. Daarnaast heeft verdachte een afspraak met haar gemaakt voor een ontmoeting, met de bedoeling om dan seks met haar te hebben. Verdachte was destijds 43 jaar oud. Uit de verklaring van het slachtoffer blijkt dat zij bij verdachte de aandacht kreeg, die haar moeder haar op dat moment niet kon geven. Kort daarna begon verdachte haar aan te raken en via de chats seksuele dingen met haar te bespreken. In het verloop van de chats is te lezen hoe hij haar steeds verder daarin “inwijdt” in de volwassen seksuele beleving en als het ware “meezuigt” in zijn eigen seksuele behoeften. Zoals ook door het slachtoffer is verwoord, heeft verdachte hiermee op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zij in hem had, alleen maar ter bevrediging van zijn eigen behoeften. Ook heeft verdachte zich niet druk gemaakt over de mogelijke (psychische) gevolgen die zijn handelen zou kunnen hebben voor een meisje van die leeftijd. Dit alles neemt de rechtbank verdachte ernstig kwalijk.
Persoon van verdachte
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 26 april 2022 blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Reclassering Nederland heeft een op 22 maart 2022 gedateerd Reclasseringsadvies over verdachte uitgebracht. Daarin staat - zakelijk weergegeven - dat verdachte ten tijde van de verdenking niet goed in zijn vel zat als gevolg van een problematische partnerrelatie en hun scheiding en dat verdachte zich gezien voelde tijdens de seksueel getinte chatgesprekken met het slachtoffer. De kans op recidive wordt ingeschat als laag en verdachte is erg onder de indruk van hetgeen er is gebeurd, hij lijkt zich bewust te zijn van de gevolgen van zijn daden en wil zijn gedrag hierop aan te passen. Bij een veroordeling wordt geadviseerd een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. Interventies en toezicht zijn niet nodig.
De straf
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De rechtbank stelt vast dat geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn, nu het verhoor van verdachte heeft plaatsgevonden op 21 december 2021. Dat neemt echter niet weg dat de feiten lang geleden hebben plaatsgevonden en verdachte vanaf het moment van aangifte rekening hield met een eventuele strafvervolging, hetgeen de rechtbank heeft laten meewegen.
De rechtbank heeft voorts meegewogen, zonder af te doen aan de ernst van het handelen van verdachte, dat bij de ontuchtige gedragingen geen penetratie heeft plaatsgevonden en het strelen en aanraken telkens plaats vond over de kleding van het slachtoffer.
Verder heeft verdachte zich inmiddels onder behandeling laten stellen en uit het advies van de Reclassering blijkt dat de kans op herhaling wordt ingeschat op laag, mede doordat destijds sprake was specifieke delict gerelateerde factoren. Tot slot heeft ook de rechtbank bij de inhoudelijke behandeling ter zitting vastgesteld dat verdachte thans nog steeds erg onder de indruk is van hetgeen is gebeurd en hij zich enigszins bewust is van zijn gedrag.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, passend en geboden is. Daarnaast legt de rechtbank aan verdachte een taakstraf op van maximale duur (240 uur), vanwege de ernst en aard van zijn kwalijk handelen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240a, 247 en 248e van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Geldigheid dagvaarding
- verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder feit 3 ten laste gelegde geldig;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
6 maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
2(twee)
jarenvast;
- als algemene voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.J.B. Corbeij, voorzitter, mr. L.C. Michon en mr. S.C.M. de Bont, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 juni 2022.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 21 februari 2019 tot en met 3 maart 2019 te Soest,
gemeente Soesterberg, althans in Nederland, een of meerdere ma(a)l(en) een
afbeelding en/of een video/film en/of een gegevensdrager, bevattende een
afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de
leeftijd van 16 jaar,
- een (pornografische) of meerdere foto('s)/film(pjes) van personen die (orale)
seksuele handelingen verrichten, heeft verstrekt, vertoond en/of aangeboden aan
een minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [2005] , van wie hij,
verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze jonger is dan 16
jaar;
( art 240a Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 27 februari 2019 tot en met 3 maart 2019 te
Soesterberg, gemeente Soest, althans in Nederland, door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan
een persoon, te weten [slachtoffer] , geboren op [2005] , die de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt een ontmoeting heeft voorgesteld met het
oogmerk ontuchtige handelingen, met een persoon die de leeftijd van zestien jaren
nog niet had bereikt, te plegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging te
vervaardigen, waarbij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
bereikt was betrokken,
terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het
verwezenlijken van die ontmoeting, door concreet een datum en/of tijdstip en/of
locatie af te spreken om die [slachtoffer] te ontmoeten.
( art 248e Wetboek van Strafrecht )
3
hij in of omstreeks de periode van 16 december 2018 tot en met 3 maart 2019 te
Soesterberg, gemeente Soest, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op
[2005] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten
echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens) het
- betasten/aanraken van en/of knijpen in de borsten en/of
- betasten/aanraken van de zij en/of de hand(en);
- betasten/aanraken van en/of knijpen in het/de been/benen en/of de lies en/of de
vagina, althans de schaamstreek;
( art 247 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn, tenzij anders vermeld, als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 7 december 2021, opgemaakt door politie Midden-Nederland, genummerd PL0900-2019064477, doorgenummerd 1 tot en met 111. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal aangifte, pag. 13.
3.Proces-verbaal aangifte, pag. 16.
4.Proces-verbaal aangifte, pag. 17.
5.Bijlage bij het proces-verbaal aangifte, pag. 20 tot en met 48.
6.Proces-verbaal van de terechtzitting van 18 mei 2022.
7.Proces-verbaal aangifte, pag. 22.
8.Proces-verbaal aangifte, pag. 23.
9.Proces-verbaal aangifte, pag. 26.
10.Proces-verbaal aangifte, pag. 36.
11.Proces-verbaal aangifte, pag. 37.
12.Proces-verbaal aangifte, pag. 38.
13.Proces-verbaal aangifte, pag. 39.
14.Proces-verbaal aangifte, pag. 42.
15.Proces-verbaal aangifte, pag. 43.
16.Proces-verbaal verhoor getuige, pag. 54.
17.Proces-verbaal verhoor getuige, pag. 55.
18.Proces-verbaal verhoor getuige, pag. 59.
19.Proces-verbaal verhoor getuige, pag. 60.
20.Proces-verbaal verhoor getuige, pag. 62.
21.Proces-verbaal verhoor getuige, pag. 63.
22.Proces-verbaal verhoor getuige, pag. 64.
23.Proces-verbaal aangifte, pag. 33.
24.Proces-verbaal aangifte, pag. 34.
25.Proces-verbaal van verhoor getuige, pag. 71.
26.Proces-verbaal van verhoor getuige, pag. 72 en 73.