Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Op dinsdag 12 oktober 2021 om 10:00 uur werd in de kindvriendelijke studio op de
Voornamen: [slachtoffer 1 (voornamen)]
Geboren: [2013]
Voornamen: [slachtoffer 2 (voornaam)]
Geboren: [2014]
De rechtbank overweegt dat ontuchtige handelingen zien op handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Hieronder valt zonder meer het onder de kleding betasten van buik, borst en navel van een (destijds) achtjarig meisje. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte ook opzet gehad op het plegen van deze gedragingen die als ontuchtig kunnen worden aangemerkt. Uit de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] volgt dat verdachte onder haar kleren over haar buik, navel en borsten heeft gewreven. Daarbij heeft hij gezegd dat zij lekker en zacht aanvoelde, en dat hij het nog een keer wilde doen. Hieruit volgt het opzet. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor het scenario van verdachte, waarbij een en ander per ongeluk zou zijn gegaan, terwijl [slachtoffer 1 (voornaam)] zich bevond aan de andere kant van een hekje op heuphoogte.
- De verklaring van [slachtoffer 2 (voornaam)] vindt op hoofdzaken geen steun in andere bewijsmiddelen.
- Het zou kunnen dat [slachtoffer 2 (voornaam)] handelingen die verdachte ten aanzien van [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft verricht op zichzelf heeft betrokken.
- Er liggen uiteenlopende verklaringen over de aanleiding tot het tenlastegelegde.
- [slachtoffer 2 (voornaam)] verklaart dat verdachte met zijn handen in haar broek is geweest, terwijl zij die dag een rok of jurkje droeg.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
Ter zitting heeft verdachte echter aangegeven dat hij wel mee wil werken aan behandeling, om zo te onderzoeken waarom hij zo heeft gehandeld.
Een gedeelte van deze straf, te weten zes maanden, zal zij voorwaardelijk opleggen met als doel dat dit verdachte ervan zal weerhouden opnieuw dergelijke strafbare feiten te plegen. De rechtbank stelt daarbij een proeftijd vast van vijf jaren, nu de problematiek bij verdachte hardnekkig lijkt en zijn probleembesef laag.
Ter beperking van het herhalingsgevaar legt de rechtbank als bijzondere voorwaarden een contactverbod met [slachtoffer 1] en haar (directe) familie op, en een contactverbod met [slachtoffer 2] en haar (directe) familie. De rechtbank zal ook een locatieverbod opleggen. Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank dat locatieverbod niet koppelen aan het speeltuintje aan [straatnaam 1] , maar aan de woningen van de slachtoffers in deze zaak. Concreet gaat het dan om een locatieverbod van 300 meter rondom de woningen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Tevens legt de rechtbank een meldplicht bij de reclassering op, de verplichting om zich onder behandeling te stellen van [instelling 2] voor zover de reclassering dit noodzakelijk acht, en een verbod om alcohol te gebruiken.
De rechtbank begrijpt dat het locatieverbod met zich meebrengt dat verdachte een andere woning zal moeten zoeken. Dat is een vergaande consequentie, maar de rechtbank acht deze voorwaarde proportioneel, met name nu verdachte meerdere slachtoffers binnen hetzelfde gezin heeft gemaakt. Het belang van de slachtoffers weegt in dit opzicht zwaarder dan de belangen van verdachte.
De rechtbank legt een alcoholverbod op nu er volgens de psycholoog sprake is van een stoornis in alcoholgebruik, en de verdachte naar eigen zeggen ten tijde van het bewezenverklaarde alcohol had gedronken. Hoe veel dat is geweest, is niet duidelijk geworden, maar er bestaan wel degelijk zorgen. Dit volgt ook uit de opmerking van verdachte tijdens de zitting dat hij wil stoppen met alcoholgebruik.
De rechtbank legt een proeftijd op die langer is dan drie jaar, nuer ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 14b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank vindt dat een lange proeftijd geboden is om behandeling van de verdachte te laten slagen (het beperkte probleembesef in aanmerking nemend), en om de slachtoffers langere tijd tegen verdachte te beschermen.
- zich niet ophoudt binnen een straal van 300 meter van de woningen van [slachtoffer 1] aan [adres 2] , [postcode 2] in [plaatsnaam 1] en van [slachtoffer 2] aan [adres 3] , [postcode 3] in [plaatsnaam 1] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] en haar directe familie;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 2] en haar directe familie.
9.BENADEELDE PARTIJ
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard en de ernst van de normschending, aannemelijk is dat de benadeelde partij door het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks nadeel is toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Voorts zijn de gevolgen van het tenlastegelegde in de vordering toegelicht: [slachtoffer 1 (voornaam)] is angstig geworden en durfde een tijd niet meer buiten te spelen. De eerste weken na het voorval was ze verdrietig en moest veel huilen. Ook had ze moeite om in slaap te komen. Naar maatstaven van billijkheid, rekening houdend met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare zaken plegen toe te wijzen, zal de rechtbank de hoogte van de immateriële schadevergoeding op € 1.500,- vaststellen. Daarbij speelt een rol dat [slachtoffer 1 (voornaam)] deel uitmaakt van een reeds getroffen gezin en dat in zoverre de consequenties voor haar ook zwaarder zijn geweest.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de datum van het ontstaan van de schade, de pleegdatum, 7 oktober 2021.
ProceskostenReiskosten die in het kader van de vorderingsprocedure en van het strafproces worden gemaakt komen in aanmerking voor vergoeding in het kader van proceskosten in de zin van art. 532 Sv. De rechtbank zal ten aanzien van de benadeelde partij een bedrag voor proceskosten toewijzen tot € 72,80.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 15 (vijftien) maanden;
de gevangenisstraf een gedeelte van 6 (zes) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van 5 (vijf)jaren vast;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 (twee) jaren;
- beveelt dat verdachte
- zich niet ophoudt binnen een straal van 300 (driehonderd) meter van de woningen van [slachtoffer 1] aan [adres 2] , [postcode 2] in [plaatsnaam 1] en van [slachtoffer 2] aan [adres 3] , [postcode 3] in [plaatsnaam 1] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] en haar directe familie, te weten haar ouders en haar zus;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 2] en haar directe familie, te weten haar ouders en haar broers en/of zussen;
dadelijk uitvoerbaaris.
- veroordeelt verdachte tot
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij [A] gemaakt, tot op heden begroot op € 72,80 (tweeënzeventig euro tachtig cent), en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- legt aan verdachte de
- bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;