Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de op 23 december 2021 betekende dagvaarding met vier producties,
- de conclusie van antwoord,
- de mondelinge behandeling op 15 april 2022.
2.De feiten
Ik zou in oktober met betalen beginnen. Dat is helaas niet gelukt (…). Op zich houd ik nu geld over iedere maand, de kosten zijn nu laag en we maken winst. Er moet dus ook ruimte zijn om mensen terug te gaan betalen. Ik heb alleen nog wat meer tijd nodig om alles te organiseren en in kaart te brengen (…). Excuus voor de vertraging en wederom dank voor je geduld en je chique opstelling.’
3.Het geschil
17 december 2021 tot aan de dag van algehele betaling,
4.De beoordeling
De conclusie
23 december 2016 tot en met de dag van algehele voldoening van de geldlening en rente betalen. De rente vanaf 7 juni 2010 tot 23 december 2016 is verjaard. Verder wordt de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten afgewezen. Ten slotte moet [gedaagde] de proceskosten van [eiser] vergoeden. Hierna worden deze conclusies toegelicht.
zo spoedig mogelijk’ en ‘
op het moment dat terugbetaling mogelijk was’, zou worden terugbetaald. Een redelijke uitleg van deze verklaringen houdt in dat partijen er niet van uitgingen dat [gedaagde] de lening direct zou aflossen en dat [eiser] de lening direct zou terugvorderen.
23 december 2021. De rente teruggerekend tot 23 december 2016, tot het moment van algehele betaling van lening en rente, moet dus betaald worden door [gedaagde] . De rentetermijnen vóór 23 december 2016 zijn verjaard.
het berekenenvan de samengestelde rente vanaf 23 december 2016 tot en met de dag van algehele betaling wel rekening worden gehouden.
€ 1.647,21.