ECLI:NL:RBMNE:2022:2063
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot gezamenlijke vereffening van een nalatenschap door erfgenamen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot gezamenlijke vereffening van de nalatenschap van de overleden [A]. Verzoekers, bestaande uit [verzoeker 1] en notaris Mr. J.A. Kool, hebben het verzoek ingediend namens een deel van de erfgenamen. De erflater, die op 80-jarige leeftijd overleed, had geen testament en vijftien erfgenamen achtergelaten, die de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 maart 2022 is vastgesteld dat één erfgenaam, [C], geen volmacht had gegeven aan de verzoekers, wat complicaties met zich meebracht voor de vereffening.
De kantonrechter heeft overwogen dat op basis van artikel 4:198 BW de erfgenamen gezamenlijk de nalatenschap dienen te vereffenen, tenzij de kantonrechter anders bepaalt. De verzoekers stelden dat de notaris, als professionele partij, samen met verzoeker 1 de vereffening zou moeten uitvoeren. De kantonrechter oordeelde echter dat artikel 4:198 BW niet bedoeld is om een professionele partij aan te wijzen als vereffenaar in een lichte vereffening. Dit zou namelijk betekenen dat er geen toezicht van de kantonrechter op de werkzaamheden van de notaris zou zijn, wat in strijd is met de wetgeving.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen en bepaald dat de veertien erfgenamen, met uitzondering van [C], gezamenlijk bevoegd zijn om de nalatenschap te vereffenen. De erfgenamen kunnen onderling afspraken maken over de uitvoering van de vereffening en eventuele beloningen. De beslissing kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.