ECLI:NL:RBMNE:2022:2061
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot aanwijzing van erfgenamen als gezamenlijke vereffenaars in een nalatenschap zonder testament
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek van notaris Mr. M.J.C. Touw-van den Bos. De notaris verzocht om 30 erfgenamen aan te wijzen als gezamenlijk vereffenaars van de nalatenschap van erflaatster [A], die op 75-jarige leeftijd is overleden zonder testament. De erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard, maar er zijn nog veel onbekende erfgenamen en een aanzienlijk deel van de bekende erfgenamen heeft nog niet gereageerd op de oproep. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd en de erfgenamen opgeroepen, waarbij ook onbekende erfgenamen openbaar zijn opgeroepen via de Staatscourant.
De kantonrechter overweegt dat artikel 4:198 BW bepaalt dat erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars gezamenlijk uitoefenen, tenzij de kantonrechter anders bepaalt. In dit geval is er echter een derde van de erfgenamen die niet meewerkt aan de vereffening, en er zijn mogelijk nog meer erfgenamen die niet in beeld zijn. De kantonrechter wijst erop dat het verzoek van de notaris in feite neerkomt op het inschakelen van een professionele partij om de gehele vereffening uit te voeren, wat niet de bedoeling is van artikel 4:198 BW. De kantonrechter wijst het verzoek af en stelt voor om een professionele vereffenaar te benoemen op basis van artikel 4:203 lid 1 BW, ondanks de hogere kosten die daarmee gepaard gaan.
De beslissing van de kantonrechter is dat het verzoek tot aanwijzing van de 30 erfgenamen als gezamenlijke vereffenaars wordt afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.