ECLI:NL:RBMNE:2022:2059

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 mei 2022
Publicatiedatum
31 mei 2022
Zaaknummer
16.212815.21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek ter terechtzitting in een strafzaak met nieuwe feiten en omstandigheden

Op 31 mei 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2002, die wordt verdacht van meerdere geweldsdelicten. Tijdens de zitting op 17 mei 2022 heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. T. Tanghe, en de standpunten van de verdachte en zijn raadsman, mr. O. Bolluyt, evenals de advocaten van de benadeelde partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die van invloed kunnen zijn op de zaak, waaronder de recente aanhouding van de verdachte voor het bezit van een revolver en harddrugs, en zorgen over zijn gedrag in het gezin.

Gezien deze nieuwe informatie heeft de rechtbank besloten het onderzoek ter terechtzitting te heropenen en dit voor onbepaalde tijd te schorsen. De rechtbank wil nader geïnformeerd worden over de persoon van de verdachte en heeft opdracht gegeven tot aanvullende rapportages door een kinder- en jeugdpsycholoog en een verslavingszorginstantie. De rechtbank heeft ook bepaald dat de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman opnieuw gehoord moeten worden. Dit besluit is genomen om ervoor te zorgen dat de rechtbank voldoende geïnformeerd is om een weloverwogen beslissing te nemen over de strafmaat en eventuele bijzondere voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.212815.21 (P)
Tussenvonnis van de meervoudige kamer van 31 mei 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit tussenvonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 mei 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. O. Bolluyt, advocaat te Almere, alsmede hetgeen mr. T. de Heer, advocaat te Almere, namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] , alsmede hetgeen mr. A. Beijersbergen van Henegouwen, advocaat te Utrecht, namens de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1 primair:
op 6 augustus 2021 in Almere, tezamen en in vereniging, althans alleen heeft geprobeerd aan [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
feit 1 subsidiair:
op 6 augustus 2021 in Almere in vereniging openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] ;
feit 2:
op 6 augustus 2021 in Almere door middel van geweld en/of bedreiging met geweld goederen toebehorende aan [slachtoffer 1] heeft weggenomen;
feit 3:
op 31 oktober 2021 in Almere [slachtoffer 2] heeft mishandeld;
feit 4:
op 31 oktober 2021 in Almere [slachtoffer 3] heeft mishandeld.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.HERVATTING VAN HET ONDERZOEK

De rechtbank is na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting en tijdens de beraadslaging ambtshalve in kennis gesteld van de recente aanhouding en inbewaringstelling van verdachte ter zake verdenking van het opzettelijk aanwezig hebben van een revolver met scherpe patronen en hard drugs in een café in Almere. Daarnaast heeft de rechtbank vernomen dat verdachte inmiddels ontslagen zou zijn bij zijn werkgever [werkgever] en dat zijn recente gedrag in het gezin zorgen baarde.
Deze ontwikkelingen zijn mogelijk van invloed op de wijze waarop de strafzaak tegen verdachte wordt afgedaan.
Uit een oogpunt van zorgvuldigheid en gelet op het belang van de te nemen beslissing omtrent het opleggen van een straf en een in dat kader eventueel op te leggen voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden acht de rechtbank zich onvoldoende voorgelicht omtrent de persoon van verdachte om thans tot een einduitspraak te komen.
De rechtbank wenst nader geïnformeerd te worden omtrent de persoon van verdachte met inachtneming van de nieuwe verdenking en de omstandigheden waaronder die zich zou hebben afgespeeld. In dat verband zal de rechtbank dan ook beslissen dat de kinder- en jeugdpsycholoog G.H.J. Friedrichs-Groenedaal en Tactus Verslavingszorg (mevrouw Breewel) aanvullend rapporteren met betrekking tot hun bevindingen, conclusies en adviezen ten aanzien van de persoon van verdachte.
Daarnaast acht de rechtbank het van belang de officier van justitie, verdachte en zijn raadsman ter zake nader te horen.
Gelet op het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek ter terechtzitting met inachtneming van de hiervoor genoemde nieuwe feiten en omstandigheden niet volledig is geweest, zodat het moet worden heropend.
De rechtbank zal het onderzoek vervolgens schorsen teneinde het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting te kunnen voortzetten.

5.BESLISSING

De rechtbank:
  • heropenthet onderzoek ter terechtzitting en
    schorstdit terstond voor onbepaalde tijd naar een nog nader te bepalen zittingsdatum;
  • beveelt de officier van justitiede processen-verbaal ten aanzien van de nieuwe verdenking te verstrekken aan de rechtbank en de raadsman;
  • beveelt de officier van justitieom een aanvullende rapportage te laten opmaken door de kinder- en jeugdpsycholoog G.H.J. Friedrichs-Groenedaal en Tactus Verslavingszorg (mevrouw Breewel);
  • beveeltde oproeping van
    verdachtetegen de dag en het tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting;
  • beveeltde kennisgeving van de dag en tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting aan de
    raadsmanvan verdachte;
  • beveeltde kennisgeving van de dag en tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting aan de
    benadeelde partij[slachtoffer 1] en zijn advocaat mr. T. de Heer;
  • beveeltde kennisgeving van de dag en tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting aan de
    benadeelde partijen[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en hun advocaat mr. A. Beijersbergen van Henegouwen;
  • bepaaltdat voor de behandeling op de volgende zitting
    75 minutendienen te worden uitgetrokken.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. R.A. Hebly en J. van Zeijts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Doorman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 mei 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
2
hij, op of omstreeks 6 augustus 2021 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
een of meerdere malen in het gezicht, althans tegen het hoofd, en/of tegen het lichaam
heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of een of meerdere malen tegen de ribben en/of benen,
althans het lichaam, heeft/hebben geschopt/getrapt en/of bij de keel/hals heeft/hebben
gepakt/gegrepen en/of daarin heeft/hebben geknepen, althans heeft/hebben gewurgd, en/of een
of meerdere malen met een stok/tak, althans een hard puntig voorwerp, in het gezicht en/of
in/tegen het lichaam heeft/hebben geprikt en/of geslagen en/of (duct)tape op/over de ogen en/of
mond, althans om het hoofd, heeft/hebben getracht te plakken,
terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 302
lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 6 augustus 2021 te Almere, althans in Nederland, openlijk, te weten, op/aan de
Kombuis, althans in een bos gelegen bij de Kombuis, in elk geval op of aan de openbare weg en/of
op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een
persoon en/of een goed te weten [slachtoffer 1] door die [slachtoffer 1]
een of meerdere malen in het gezicht, althans tegen het hoofd, en/of tegen het lichaam te
stompen en/of slaan en/of een of meerdere malen tegen de ribben en/of benen, althans het
lichaam, te schoppen/trappen en/of bij de keel/hals te pakken/grijpen en/of daarin te knijpen,
althans te wurgen, en/of een of meerdere malen met een stok/tak, althans een hard puntig
voorwerp, in het gezicht en/of in/tegen het lichaam te prikken en/of te slaan en/of (duct)tape
op/over de ogen en/of mond, althans om het hoofd, (trachten) te plakken, terwijl die M.
op de grond lag;
(Artikel art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij, op of omstreeks 6 augustus 2021 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, een tas en/of een portemonnee (met inhoud) en/of een
powerbank en/of een of meerdere passen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan M.
[slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan
het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door die [slachtoffer 1]
een of meerdere malen in het gezicht, althans tegen het hoofd, en/of tegen het lichaam te
stompen en/of slaan en/of een of meerdere malen tegen de ribben en/of benen, althans het
lichaam, te schoppen/trappen en/of bij de keel/hals te pakken/grijpen en/of daarin te knijpen,
althans te wurgen, en/of een of meerdere malen met een stok/tak, althans een hard puntig
voorwerp, in het gezicht en/of in/tegen het lichaam te prikken en/of te slaan en/of (duct)tape
op/over de ogen en/of mond, althans om het hoofd, (trachten) te plakken, terwijl die M.
op de grond lag;
(Artikel art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1
Wetboek van Strafrecht)
4
hij, op of omstreeks 31 oktober 2021 te Almere, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft
mishandeld door die [slachtoffer 2] een of meerdere malen in het gezicht, althans tegen het hoofd,
te slaan/stompen en/of tegen het lichaam te schoppen/trappen;
(Artikel art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij, op of omstreeks 31 oktober 2021 te Almere, althans in Nederland, [slachtoffer 3] heeft
mishandeld door die [slachtoffer 3] een of meerdere malen in het gezicht, althans tegen het hoofd,
te slaan/stompen en/of een tegen het lichaam te trappen/schoppen;
(Artikel art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht)