In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 30 mei 2022, is de verdachte veroordeeld voor verduistering in dienstbetrekking. De zaak betreft een periode van 12 december 2017 tot en met 28 januari 2018, waarin de verdachte, werkzaam als (kassa)medewerker, etenswaren en geld heeft verduisterd. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een inhoudelijke behandeling op 16 mei 2022. De officier van justitie, mr. M.M. Lemstra, heeft de verdachte beschuldigd van verduistering, waarbij de verdediging door mr. P.W. Hermens werd bijgestaan. De rechtbank heeft de aangifte van de benadeelde partij, [aangever], in overweging genomen, evenals de camerabeelden die als bewijsmateriaal zijn gepresenteerd. De rechtbank concludeert dat de verdachte zich op een geraffineerde wijze geld heeft toegeëigend, wat resulteerde in een bewezenverklaring van de verduistering. De rechtbank heeft de verdachte een taakstraf van 40 uren opgelegd, rekening houdend met de jeugdige leeftijd van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn. De benadeelde partij heeft een vordering ingediend voor schadevergoeding, die gedeeltelijk is toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de benadeelde partij en heeft een schadevergoedingsmaatregel opgelegd.