ECLI:NL:RBMNE:2022:2047

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
30 mei 2022
Zaaknummer
22/433
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 18 mei 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingdienst gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 9 december 2021. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet had betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiser op 12 maart 2022 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en eiser geen geldige reden had gegeven voor de niet-betaling, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb.

De beslissing van de rechtbank houdt in dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend en dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 mei 2022 door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/433

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 mei 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingdienst gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
9 december 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 12 maart 2022 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Van een vergoeding van proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2022.
de griffier is verhinderd de uitspraak
te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.