ECLI:NL:RBMNE:2022:204
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van een Ziektewet-uitkering op basis van nieuwe medische informatie
In deze zaak heeft eiseres, een vrouw die een Ziektewet-uitkering ontving, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar verzoek tot herziening van een eerder besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Dit eerdere besluit, genomen op 4 februari 2009, stelde vast dat eiseres per die datum arbeidsgeschikt was en geen recht meer had op een Ziektewet-uitkering. Eiseres stelde dat er nieuwe medische informatie beschikbaar was, in de vorm van een expertiserapport van GZ-psycholoog Van Rijn, dat haar klachten en beperkingen op de datum van het eerdere besluit beter zou onderbouwen.
De rechtbank heeft de zaak op 19 januari 2022 behandeld. Eiseres voerde aan dat de expertiserapportage nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die de herziening van het besluit rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde echter dat de door Van Rijn gestelde diagnoses, waaronder een depressieve stoornis en posttraumatische stressstoornis, geen nieuwe feiten of omstandigheden vormden die de eerdere beoordeling van de arbeidsongeschiktheid konden veranderen. De rechtbank benadrukte dat het bij de medische beoordeling niet alleen gaat om de gestelde diagnoses, maar om de klachten die iemand heeft en de functionele mogelijkheden die daaruit voortvloeien.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het UWV terecht had beslist dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van het besluit rechtvaardigden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.