Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
[gedaagde sub 1],
voorheen handelend onder de naam [handelsnaam 1] ,
2.[gedaagde sub 2] , handelend onder de naam [handelsnaam 2] ,
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
Hierna hebben de advocaat van [eiser sub 1] c.s. en de [handelsnaam 1] overleg gehad.
De [handelsnaam 1] heeft op 16 oktober 2020 nog een aantal werkzaamheden aan de badkamer uitgevoerd.
3.De beoordeling
[gedaagde sub 1] c.s. de aanneemovereenkomst heeft gesloten. Daartoe wordt het volgende overwogen. Voorop wordt gesteld dat voor de beantwoording van de vraag met wie [eiser sub 1] c.s. de overeenkomst van aanneming van werk heeft gesloten niet doorslaggevend is aan wie [eiser sub 1] c.s. de aanneemsom contant heeft betaald. Vaststaat dat [gedaagde sub 1] c.s. zich als samenwerkend duo richting [eiser sub 1] c.s. heeft opgesteld, zoals [eiser sub 1] c.s. heeft gesteld. Daar komt bij dat [gedaagde sub 1] c.s. in deze procedure weliswaar stelt dat de [handelsnaam 1] geen contractspartij is, maar de [handelsnaam 1] heeft zich tijdens de uitvoering van de verbouwing en de periode daarna wel als zodanig gepresenteerd. In dat kader is in het bijzonder van belang zijn e-mail van 4 september 2020 aan de gemachtigde van [eiser sub 1] c.s., waarin hij schrijft:
‘[...] Tijdens het werk dat ik in opdracht van uw cliënt heb verricht aan zijn badkamer [...]’en
‘[...] Op dit moment vertrouw ik erop dat er geen sprake is van een wanprestatie mijnerzijds ex. ad artikel 6:74 BW c.q. een tekortkoming in de nakoming in de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst [...]’.De [handelsnaam 1] heeft in deze e-mail zichzelf als contractspartij van [eiser sub 1] c.s. gekwalificeerd. Omdat de [handelsnaam 1] niet heeft uitgelegd waarom hij op 4 september 2020 dat wel heeft gedaan, maar in deze procedure aanvoert dat hij geen partij bij de overeenkomst zou zijn, heeft hij de stelling van [eiser sub 1] c.s. dat de [handelsnaam 1] ook een contractspartij is niet (voldoende) gemotiveerd weersproken. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [eiser sub 1] c.s. een overeenkomst heeft gesloten met [gedaagde sub 1] c.s.
€ 746,00 +(2 punten x tarief € 373,-)