ECLI:NL:RBMNE:2022:1985

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
24 mei 2022
Zaaknummer
UTR 22/253
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing urgentieaanvraag woning op basis van mantelzorg en voorliggende voorzieningen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres, vertegenwoordigd door haar ouders, tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen. Eiseres had een urgentieaanvraag voor een woning ingediend, die door verweerder was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres, die lijdt aan schizofrenie, momenteel in een beschermde woonvorm verblijft, maar dat deze situatie niet meer voldoet aan haar behoeften. Verweerder had de afwijzing van de urgentieaanvraag gemotiveerd door te stellen dat er een voorliggende voorziening beschikbaar was in de vorm van de huidige woonlocatie bij De Triade. Eiseres betwistte dit en voerde aan dat de zorg die zij daar ontvangt niet meer toereikend is en dat zij zelfstandig wil wonen met de hulp van haar ouders. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom De Triade als voorliggende voorziening kon worden aangemerkt en dat de persoonlijke omstandigheden van eiseres niet adequaat waren meegenomen in de besluitvorming. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij ook een eigen deskundigenadvies betrokken moet worden. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/253

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 mei 2022 in de zaak tussen

[eiseres]uit [woonplaats] , eiseres, vertegenwoordigd door haar ouders
[A] en [B](gemachtigde: mr. M.E. Beukers),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen, verweerder

(gemachtigde: mr. R. de Vries).

Procesverloop

In het besluit van 19 mei 2021 (primair besluit) heeft verweerder de urgentieaanvraag voor een woning van eiseres afgewezen.
In het besluit van 8 december 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 22 maart 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Ook de ouders van eiseres zijn verschenen, de heer [A] en mevrouw [B] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Inleiding
1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1991. Zij is sinds langere tijd bekend met de diagnose schizofrenie. De situatie is stabiel en eiseres ervaart geen tot weinig klachten dankzij medicatie. Zij woont op dit moment in een eigen woning in de beschermde woonvorm en zorginstelling De Triade in [plaats] .
2. In het bestreden besluit heeft verweerder geweigerd om aan [eiseres] een urgentieverklaring te verlenen voor een woning in de gemeente Huizen. Verweerder heeft hierbij het advies van de bezwaarschriftencommissie niet overgenomen. Volgens verweerder is er voor [eiseres] een voorliggende voorziening beschikbaar in de zin van een beschermde woonvorm De Triade in [plaats] . Zij woont daar in een zelfstandige woning. De situatie is daarnaast volgens verweerder niet dusdanig ernstig dat [eiseres] op basis van de hardheidsclausule alsnog in aanmerking moet komen voor een urgentieverklaring.
Beroepsgronden3. Eiseres is van mening dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij niet aan de voorwaarden voor urgentie vanwege mantelzorg voldoet en is onvoldoende ingegaan op de deskundigenverklaringen en de persoonlijke en medische situatie van eiseres. Eiseres voldoet wel aan de toepasselijke voorwaarden, Er is sprake van intensieve en langdurige zorg door haar ouders, die noodzakelijk is in de zin van de Huisvestingsverordening. Door naar Huizen te verhuizen kan eiseres zelfstandig wonen zonder afhankelijkheid van een zorginstelling. Triade kan niet beschouwd worden als een voorliggende voorziening. Uit het advies van de huisarts van 28 juli 2021 en van mevrouw [C] , gedragswetenschapper van De Triade, van 26 juli 2021 blijkt dat het noodzakelijk is voor eiseres dat zij vertrekt uit de zorginstelling en zelfstandig gaat wonen in Huizen met hulp van haar ouders. Haar huidige woonlocatie is volgens mevrouw [C] belemmerend voor haar herstel en het halen van participatiedoelen.
4. Eiseres stelt zich ook op het standpunt dat er wel degelijk sprake is van een uitzonderlijke situatie in de zin van de hardheidsclausule: de zorg die zij krijgt voldoet niet meer. Verweerder heeft niet de deskundigheid om zo maar af te wijken van de deskundigenadviezen door te oordelen dat de voorzieningen bij de Triade in afwijking van die adviezen nog altijd voldoen voor eiseres.
Wettelijk kader
4.1.
Volgens artikel 1.1, onder 23, van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019 (hierna: de Verordening) is mantelzorg zorg zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning. In die bepaling staat dat mantelzorg is: ‘hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.’
4.2.
Volgens artikel 3.1, eerste lid, onder b, van de Verordening heeft iemand recht op een urgentieverklaring vanwege mantelzorg als er voor de mantelzorger en mantelzorgontvanger geen voorliggende voorzieningen zijn waarmee de noodzaak tot verhuizen vervalt. De mantelzorgrelatie wordt zo nodig aangetoond met een deskundigenverklaring waaruit de mate van zorg blijkt.
Advies van de bezwaarschriftencommissie
5.1.
De bezwaarschriftencommissie heeft geadviseerd om de hulp van de ouders van eiseres te kwalificeren als mantelzorg vanwege de hoeveelheid hulp en de zeer intensieve begeleiding op een groot aantal gebieden. De commissie heeft verder geadviseerd Triade niet als een voorliggende voorziening aan te merken nu uit het advies van mevrouw [C] blijkt dat deze woonvorm niet meer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van eiseres, en het voor haar welzijn noodzakelijk is om zelfstandige woonruimte te betrekken in de nabijheid van haar ouders en overige mantelzorgers. Het kan volgens de commissie ook niet de bedoeling zijn dat mensen langer in een zorginstelling wonen dan medisch noodzakelijk is.
Oordeel van de rechtbank
6.1.
De rechtbank overweegt over de beroepsgronden als volgt. Ter zitting is duidelijk geworden dat verweerder niet bestrijdt dat sprake is van een mantelzorgrelatie tussen eiseres en haar ouders in de zin van de Verordening. Verweerder handhaaft als grondslag voor het bestreden besluit alleen het feit dat er volgens verweerder voor eiseres een voorliggende voorziening voorhanden is in de zin van de beschermde woonvorm bij De Triade, als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onder b, van de Verordening,
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet deugdelijk gemotiveerd heeft dat De Triade een voorliggende voorziening is.
6.3.
In de verklaring van mevrouw [C] , gedragsdeskundige van De Triade, staat duidelijk dat het voor eiseres helpend en zelfs noodzakelijk is om binnen een veilige en vertrouwde omgeving van haar steunende netwerk zich verder te ontwikkelen in haar herstel. Ook staat erin dat haar huidige woonlocatie, en dus de fysieke afstand tot haar steunende netwerk, beperkt haar in het behalen van haar herstel- en participatiedoelen vanwege de extreme angstklachten die zij ervaart zonder de directe nabijheid van haar netwerk. Verder staat in deze verklaring dat eiseres met de intensieve begeleiding van haar ouders zelfstandig zal kunnen wonen en zich verder kan ontwikkelen.
6.4.
In de verklaring van de huisarts van eiseres staat dat de situatie van eiseres al langere tijd stabiel is en zij weinig klachten meer ervaart. Ook blijkt daaruit zij veel hulp krijgt van haar ouders en dat het verantwoord is als zij dicht bij haar ouders verblijft.
6.5.
De adviescommissie bezwaarschriften heeft zoals hiervoor overwogen op grond van deze verklaringen geconcludeerd dat De Triade geen voorliggende voorziening is voor eiseres.
6.6.
De door eiseres overgelegde adviezen van mevrouw [C] en de huisarts zijn deskundigenadviezen, Verweerder heeft deze adviezen en de vraag of De Triade een voor eiseres geschikte voorliggende voorziening is niet door een eigen deskundige laten beoordelen. Verweerder heeft tegenover deze adviezen alleen zijn eigen beoordeling gesteld waarin verweerder op basis van algemene informatie op de website van De Triade over de aangeboden voorzieningen concludeert dat De Triade, in afwijking van de door eiseres overgelegde deskundigenadviezen wél een voorliggende voorziening is die voor eiseres geschikt is. Naar het oordeel van de rechtbank is deze motivering onvoldoende zwaarwegend om de door eiseres overgelegde deskundigenadviezen opzij te zetten. Dit te meer nu ook de bezwaaradviescommissie geadviseerd heeft dat De Triade geen voor eiseres geschikte voorliggende voorziening is. Niet duidelijk is waarom verweerder op basis van de algemene informatie waar hij naar verwijst, meent dat de deskundigenverklaringen die zijn toegespitst op de specifieke situatie van eiseres, en opgesteld zijn door haar behandelaars niet juist zijn.
6.6.
Over de hardheidsclausule overweegt de rechtbank het volgende. Gezien het voorgaande moet verweerder beter motiveren waarom de hardheidsclausule in het geval van eiseres niet wordt toegepast. Hij moet hierbij (meer) specifiek de persoonlijke omstandigheden van eiseres en de door haar overgelegde deskundigenadviezen betrekken. Die zijn in het bestreden besluit bij de motivering van de hardheidsclausule nu niet kenbaar betrokken. Ook de beroepsgrond over de hardheidsclausule slaagt daarom.
Conclusie
7. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Verweerder moet een nieuw besluit op bezwaar nemen met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen. Daarbij is met name relevant dat verweerder een eigen deskundigenadvies betrekt als onderbouwing van het besluit als hij het niet eens is met de inhoud van de deskundigenadviezen die door eiseres zijn overgelegd.
8. Omdat het beroep gegrond is, moet verweerder de proceskosten vergoeden. Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht stelt de rechtbank deze kosten vast op € 1.518,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
9. Verweerder moet ook het griffierecht van € 184,- vergoeden dat eiseres betaald heeft.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit op bezwaar neemt met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen;
- draagt verweerder op het door eiseres betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.518,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, rechter, in aanwezigheid van mr. M.P.M. Veerman-Timmer, griffier. De beslissing is uitgesproken op 24 mei 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
Rechter

De rechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.