ECLI:NL:RBMNE:2022:1966

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
9275518 UC EXPL 21-4358
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van zorgkosten door zorgverzekeraar in verband met niet-naleving van polisvoorwaarden en kwaliteitsstatuten

In deze zaak vorderden vier eisers, allen verzekerden bij de gedaagde zorgverzekeraar, vergoeding van zorgkosten voor behandelingen die zij hadden ondergaan bij een zorgaanbieder. De zorgverzekeraar weigerde de kosten te vergoeden, omdat de behandelingen niet voldeden aan de polisvoorwaarden en kwaliteitsstatuten. De kantonrechter oordeelde dat de zorgverzekeraar terecht had geweigerd te vergoeden, omdat de behandelingen niet aan de vereisten voldeden. De eisers hadden niet aangetoond dat de zorg die zij hadden ontvangen voldeed aan de standaarden van de geestelijke gezondheidszorg en de voorwaarden van hun verzekering. De rechter benadrukte dat het van belang is dat zorgaanbieders zich houden aan de kwaliteitsnormen, vooral in tijden van personeelstekorten. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9275518 UC EXPL 21-4358 MdG/51411
Vonnis van 25 mei 2022
inzake

1.[eiseres sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1]
2.
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats 2]
3.
[eiseres sub 3],
wonende te [woonplaats 3]
4. de besloten vennootschap
[eiseres sub 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
verder individueel [eiseres sub 1] , [eiseres sub 2] , [eiseres sub 3] en [eiseres sub 4] en gezamenlijk te noemen [eiseres sub 1] c.s.,
eisende partijen,
gemachtigde: mr. J. van Eijndhoven van Zorg Jurist,
tegen
de onderlinge waarborgmaatschappij
[gedaagde] U.A.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. [A] , [.] van [gedaagde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
  • de mondelinge behandeling via Teams van 13 april 2022, waar zijn verschenen mr. J. van Eijndhoven en mw. [B] , [..] van [eiseres sub 4] . Ook is mr. [A] namens [gedaagde] verschenen. De griffier heeft hiervan aantekeningen gemaakt.
  • de akte van [eiseres sub 1] c.s., houdende een vermindering van eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

Centraal staat de vraag of [gedaagde] gehouden is de kosten voor de behandeling van [eiseres sub 1] , [eiseres sub 2] en [eiseres sub 3] bij [eiseres sub 4] te vergoeden. De kantonrechter is van oordeel dat dat niet het geval is, omdat de behandelingen niet voldoen aan de polisvoorwaarden en kwaliteitsstatuten.

3.De feiten

3.1.
[eiseres sub 3] , [eiseres sub 2] en [eiseres sub 1] zijn in 2019 begonnen met een behandeling bij [eiseres sub 4] . Ten tijde van de behandeling waren zij verzekerd bij [gedaagde] . [gedaagde] had in die tijd niet gecontracteerd met [eiseres sub 4] .
3.2.
In de polisvoorwaarden 2019 van [gedaagde] staat:

Artikel 23 Geestelijke Gezondheidszorg
(…)
23.2
Gespecialiseerde GGZ vanaf 18 jaar
Waar heb ik recht op?
U heeft recht op Gespecialiseerde GGZ zoals een psychiater en klinisch psychologen als zorg plegen te bieden.
Deze zorg is toegankelijk vanaf 18 jaar. De zorg omvat niet de generalistische basis GGZ als bedoeld in artikel 23.1.
Wat zijn de voorwaarden?
- er moet sprake zijn van een regiebehandelaar:
- de verantwoordelijkheden van de regiebehandelaar bij direct contact (activiteiten die in direct contact met u plaatsvinden) zijn:
a. het vaststellen, mede beoordelen van de diagnose en vaststellen van het dossier tijdens de diagnostiekfase. De diagnose wordt tevens onderbouwd;
b. het opstellen van een behandelplan gericht op verantwoorde behandeling naar de stand van de wetenschap en conform de richtlijn;
c. het evalueren van de behandeling en als nodig bijstellen van het behandelplan.
- de regiebehandelaar draagt hiernaast de verantwoordelijkheid voor:
a. de bevoegdheid en bekwaamheid van de medebehandelaars in relatie tot de zelfstandige uitvoering van het deel van de behandeling waarvoor het hulppersoneel verantwoordelijk is;
b. het voldoen van de dossiervoering aan de gestelde eisen. Medebehandelaars hebben daarin ook een eigen verantwoordelijkheid;
c. zich te laten informeren door medebehandelaars en andere bij de behandeling betrokken professionals, zoveel als noodzakelijk is voor een verantwoorde behandeling van de patiënt. De regiebehandelaar toetst of de activiteiten bijdragen aan, en passen in, het vastgestelde behandelplan;
d. de zorg dat hij en medebehandelaars elkaar treffen in persoonlijk contact en in teamverband met de daartoe noodzakelijke frequentie op geleide van de problematiek van de patiënt;
e. goede communicatie met de patiënt en diens naasten (als van toepassing en akkoord door patiënt) over het beloop van de behandeling in relatie tot het behandel plan;
f. het afsluiten van de behandeling conform de dbc-spelregels.
- bij een instelling voor Gespecialiseerde GGZ kan gebruik worden gemaakt van hulppersoneel. Hulppersoneel is bevoegd om een gedeelte van de behandeling onder supervisie van de regiebehandelaar uit te voeren;
- uitsluitend zorgverleners die zijn opgenomen in de beroepentabel DBC-GGZ, zoals opgenomen in bijlage 3 bij de geldende Regeling gespecialiseerde GGZ van de NZa. kunnen taken als hulppersoneel vervullen. Deze regeling kunt u vinden op [gedaagde] .nl/ggzdocumenten,
- de zorg wordt verleend in de praktijk of kliniek van de zorgverlener. Voor thuisbehandeling wordt een uitzondering gemaakt wanneer er sprake is van medische noodzaak;
- de zorgverlener heeft een kwaliteitsstatuut GGZ dat geregistreerd is bij ggzkwaliteitsstatuut.nl, wat voldoet aan het meest actuele model kwaliteitsstatuut GGZ en wordt nageleefd.
(…)
23.2.2
Ambulante gespecialiseerde GGZ vanaf 18 jaar
Waar heb ik recht op?
U heeft recht op gespecialiseerde GGZ:
(…)
- in een GGZ-instelling door één van de volgende regie-behandelaren:
a. de psychiater in alle gevallen,
b. de klinisch psycholoog in alle gevallen;
(…)
e. de GZ-psycholoog bij patiënten waar de primaire focus van de behandeling niet gericht is op biologische factoren of de gevolgen van de psychiatrische stoornis c.q. de beperkingen die deze stoornis geeft, maar meer op de psychologische factoren, op voorwaarde dat een psychiater structureel aanwezig is bij het multidisciplinair overleg (MDO);
(…)
Wat zijn de voorwaarden?
De zorgverlener heeft een kwaliteitsstatuut GGZ dat geregistreerd is bij ggzkwaliteitsstatuut.nl. wat voldoet aan het meest actuele model kwaliteitsstatuut GGZ en wordt nageleefd.
3.3.
In het Model kwaliteitsstatuut GGZ (van 26 maart 2018) staat:

SECTIE I: algemeen deel
(…)
4) De behandeling(…)
De regiebehandelaar evalueert periodiek en tijdig met de patiënt/cliënt en eventueel zijn naasten op basis van gelijkwaardigheid de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de behandeling. In het behandelplan is opgenomen welke periode hiervoor wordt gehanteerd. Hierbij zijn de uitgangspunten van gepast gebruik en termijnen zoals genoemd in de zorgstandaard van toepassing.
(…)
5) Afsluiting/nazorg
De regiebehandelaar bespreekt met de patiënt/cliënt en eventueel zijn naasten, de resultaten van de
behandeling en de mogelijke vervolgstappen.
(…)
SECTIE III Ggz-instellingen
(…)
Bij ggz-instellingen worden behandelingen binnen de gespecialiseerde ggz gegeven vanuit multidisciplinaire teams. Er is altijd een psychiater of klinisch psycholoog lid van een multidisciplinair team. Verder gelden bij het bepalen van de regiebehandelaar in de gespecialiseerde ggz de volgende uitgangspunten:
(...)

De behandelaars die naast de psychiater en klinisch psycholoog ook regiebehandelaar kunnen zijn, zijn: de verslavingsarts, de specialist ouderengeneeskunde, de klinisch geriater, de psychotherapeut, de klinisch neuropsycholoog, de verpleegkundig specialist ggz en de GZ psycholoog. De ggz-aanbieder maakt hierin eigen keuzes, mede afhankelijk van de aanwezigheid van zorgverleners binnen de organisatie of binnen het netwerk.
(…)
Specifieke taken van de regiebehandelaar binnen de gespecialiseerde ggz zijn:
(…)

Indien de regiebehandelaar een ander is dan een psychiater of klinisch psycholoog, draagt de regiebehandelaar er zorg voor dat de intakegegevens en het (voorlopige) behandelvoorstel worden besproken in het multidisciplinair team.
3.4.
In het kwaliteitsstatuut van [eiseres sub 4] staat:

7. Behandelsettingen gespecialiseerde-ggz
Patiënten/cliënten kunnen met de volgende problematiek bij [eiseres sub 4] BV. terecht en deze instelling biedt de volgende vormen van zorg en voor de aanwezige zorgvormen kunnen de volgende beroepsgroepen als regiebehandelaar optreden (indien relevant met toelichting):
Ambulante zorg
Beroepsgroep die hier als regiebehandelaar kan optreden en evt. toelichting:
De disciplines die de rol van regiebehandelaar binnen [eiseres sub 4] kunnen vervullen zijn:
- GZ psycholoog
- Psychiater
- Klinisch psycholoog/klinisch neuropsycholoog
- Psychotherapeut
(…)
17. Afsluiting/nazorg
(…)
Bij afsluiting wordt de behandeling met de cliënt geëvalueerd door de regiebehandelaar en de behandelaar als dit niet de regiebehandelaar is.
3.5.
[eiseres sub 4] heeft op 8 oktober 2019 een factuur aan [eiseres sub 3] verstuurd voor een behandeling van totaal 1.145 minuten met een te betalen bedrag van € 2.792,66. [eiseres sub 3] heeft deze factuur ingediend als declaratie bij [gedaagde] , waarna [gedaagde] deze declaratie niet heeft vergoed.
3.6.
[eiseres sub 4] heeft op 18 oktober 2019 een factuur aan [eiseres sub 2] verstuurd voor een behandeling van totaal 450 minuten met een te betalen bedrag van € 1.189,47. [eiseres sub 2] heeft deze factuur ingediend als declaratie bij [gedaagde] , waarna [gedaagde] deze declaratie niet heeft vergoed.
3.7.
[eiseres sub 4] heeft op 20 maart 2020 een factuur aan [eiseres sub 1] verstuurd voor een behandeling van totaal 3.072 minuten met een te betalen bedrag van € 8.836,64. [eiseres sub 1] heeft deze factuur ingediend als declaratie bij [gedaagde] , waarna [gedaagde] deze declaratie niet heeft vergoed.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres sub 1] c.s. vordert na de vermindering van eis dat [gedaagde] wordt veroordeeld:
om aan [eiseres sub 3] te betalen € 1.989,10 aan hoofdsom en € 298,37 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 februari 2021;
om aan [eiseres sub 2] te betalen € 827,78 aan hoofdsom en € 124,07 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 februari 2021;
om aan [eiseres sub 1] te betalen € 6.229,19 aan hoofdsom en € 646,46 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 februari 2021;
in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf betekening van het vonnis.
4.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt [eiseres sub 1] c.s. kort gezegd dat door [eiseres sub 4] aan [eiseres sub 3] , [eiseres sub 2] en [eiseres sub 1] verzekerde zorg is geleverd, zodat [gedaagde] de ingediende declaraties moet vergoeden. Omdat zij heeft nagelaten de declaraties tijdig te voldoen, is zij ook wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten verschuldigd, aldus [eiseres sub 1] c.s.
4.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter [eiseres sub 4] niet-ontvankelijk zal verklaren en voor het overige de vordering zal afwijzen, met veroordeling van [eiseres sub 1] c.s. in de proceskosten.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Deze procedure gaat in de kern om de vraag of [gedaagde] terecht facturen van [eiseres sub 4] voor verleende zorg aan [eiseres sub 3] , [eiseres sub 2] en [eiseres sub 1] heeft geweigerd te vergoeden, omdat volgens [gedaagde] niet is voldaan aan de polisvoorwaarden, het Model kwaliteitsstatuut GGZ en het kwaliteitsstatuut van [eiseres sub 4] .
Declaraties van [eiseres sub 3] , [eiseres sub 2] en [eiseres sub 1]
5.2.
Bij de beoordeling van de declaraties is het volgende van belang. Op grond van de polisvoorwaarden komt specialistische geestelijke gezondheidszorg, onder voorwaarden, voor vergoeding in aanmerking. Nu het gaat om een basisverzekering, wordt de rechtsverhouding tussen [gedaagde] en haar verzekerden mede beheerst door de wettelijke voorschriften uit de Zorgverzekeringswet, het Besluit zorgverzekering en de Regeling zorgverzekering. Een basisverzekering biedt dekking tegen het risico waartegen de verzekering volgens de wettelijke voorschriften dekking behoort te bieden. De dekking kan niet ruimer zijn dan in de wet bepaald is, maar ook niet beperkter.
5.3.
Bij de vraag of zorg verzekerde zorg is, is het de vraag of de verleende zorg voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk binnen de specialistische geestelijke gezondheidszorg, dan wel of zorg is verleend die in dat vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg (zie artikel 2.1 Besluit Zorgverzekering).
5.4.
Daarnaast moet worden gekeken naar de polisvoorwaarden. Daarin wordt (in artikel 23) invulling gegeven aan de Zorgverzekeringswet. Uit de Memorie van toelichting bij de Zorgverzekeringswet (Kamerstukken II 2003-2004, 29 763, nr. 3) en de Nota van toelichting op het Besluit Zorgverzekering (Staatsblad 2005, 389) blijkt dat het ook de taak van de zorgverzekeraar is om dergelijke afspraken over wie de zorg kan verrichten met de verzekerde te maken. Daarbij komt dat [eiseres sub 1] c.s. voor zover al gesteld niet heeft onderbouwd dat deze voorwaarden tot een beperktere dekking leiden dan de wettelijke voorschriften.
[eiseres sub 3]
5.5.
Met betrekking tot de declaratie van de zorg voor [eiseres sub 3] voert [gedaagde] aan dat (1) de regiebehandelaar geen eindevaluatie heeft gedaan, (2) de regiebehandelaar een lage betrokkenheid heeft gehad, (3) een hoog percentage van de behandeling is gedaan door een behandelaar met restricties en (4) de psycholoog zo veel is ingezet dat geen sprake meer is van medebehandelen. Daarmee heeft [eiseres sub 4] niet voldaan aan het Model kwaliteitsstatuut GGZ, haar eigen kwaliteitsstatuut en de polisvoorwaarden, zodat de factuur niet onder de vergoedbare zorg valt, aldus [gedaagde] .
5.6.
Namens [eiseres sub 3] is gesteld dat geen sprake was van een face to face eindevaluatie, omdat de begeleiding tijdens de verleende zorg goed was, tussendoor werd geëvalueerd en de eindevaluatie slechts een administratieve handeling is.
Daarnaast is gesteld dat de betrokkenheid van de regiebehandelaar niet laag was en tijdens de behandeling een andere regiebehandelaar is gekomen, omdat de eerste uit dienst is gegaan.
Verder zijn andere vergelijkbare declaraties wel vergoed, aldus [eiseres sub 3] .
5.7.
De kantonrechter overweegt dat uit de overgelegde tijdbesteding volgt dat geen eindevaluatie heeft plaatsgevonden tussen de (laatste) regiebehandelaar en [eiseres sub 3] . Ook blijkt daaruit dat de laatste regiebehandelaar in het geheel geen direct contact met [eiseres sub 3] heeft gehad. Het is niet voor niets dat in beide kwaliteitsstatuten – en in de polisvoorwaarden (in artikel 23.2) – beschreven staat dat de regiebehandelaar de behandeling tijdens een direct contact met de cliënt moet evalueren. Dat moet waarborgen dat de behandeling is geslaagd en kan worden afgerond. Te meer nu de laatste regiebehandelaar in het geheel geen direct contact heeft gehad met [eiseres sub 3] , heeft [eiseres sub 3] onvoldoende gemotiveerd dat sprake is van zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk binnen de specialistische geestelijke gezondheidszorg en aan de polisvoorwaarden. Als [eiseres sub 4] meent dat dit wel het geval is, dient zij daartoe de kwaliteitsstatuten te doen aanpassen. Dat gelet op personeelstekorten niet aan de kwaliteitsstatuten kan worden voldaan – zoals [eiseres sub 4] zegt – maakt niet dat [gedaagde] dan maar de best mogelijke zorg in plaats van kwalitatief afdoende zorg dient te vergoeden. Juist in tijden van schaarste is het van belang de kwaliteitseisen hoog te houden. De afwijking acht de kantonrechter niet dusdanig gering dat [gedaagde] toch tot vergoeding zou moeten overgaan.
[eiseres sub 3] heeft onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] eerdere soortgelijke declaraties wel heeft vergoed. Uit de facturen waar zij naar verwijst volgt zonder toelichting, die ontbreekt, niet dat het om soortgelijke declaraties gaat.
5.8.
De vordering van [eiseres sub 3] tot vergoeding van de declaratie wordt om die reden dan ook afgewezen. Op de overige bezwaren tegen de facturen hoeft dan ook niet nader te worden ingegaan. Nu de hoofdsom wordt afgewezen, worden ook de nevenvorderingen (de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten) afgewezen.
[eiseres sub 2]
5.9.
Met betrekking tot de declaratie van de zorg voor [eiseres sub 2] voert [gedaagde] aan dat (1) geen psychiater is betrokken bij het multidisciplinair overleg, (2) de intakegegevens niet zijn besproken in een multidisciplinair team, omdat daar meer dan twee personen voor nodig zijn, (3) de regiebehandelaar geen eindevaluatie heeft gedaan, (4) de regiebehandelaar een lage betrokkenheid heeft gehad, (5) een hoog percentage van de behandeling is gedaan door een behandelaar met restricties. Daarmee heeft [eiseres sub 4] niet voldaan aan het Model kwaliteitsstatuut GGZ, haar eigen kwaliteitsstatuut en de polisvoorwaarden, zodat de factuur niet onder de vergoedbare zorg valt, aldus [gedaagde] .
5.10.
Namens [eiseres sub 2] is gesteld dat een klinisch psycholoog en een psychiater wel telefonisch beschikbaar waren tijdens een multidisciplinair overleg en in het multidisciplinaire team zaten. Ook is gesteld dat dit de huidige praktijk is door het tekort aan psychiaters. In de dagvaarding heeft [eiseres sub 2] gesteld dat hierbij rekening gehouden moet worden met het feit dat [eiseres sub 4] een kleinschalige zorgaanbieder is.
Verder is gesteld dat geen sprake was van een face tot face eindevaluatie, omdat de begeleiding tijdens de verleende zorg goed was en de eindevaluatie slechts een administratieve handeling is. Ook zijn andere vergelijkbare declaraties wel vergoed, aldus [eiseres sub 2] .
5.11.
De kantonrechter overweegt dat in dit geval uit de overgelegde tijdbesteding blijkt dat een GZ-psycholoog de regiebehandelaar was en deze regiebehandelaar alleen bij de intake direct contact met [eiseres sub 2] heeft gehad en geen eindevaluatie met [eiseres sub 2] heeft gehad. Ook blijkt dat naast de regiebehandelaar alleen een psycholoog bij het multidisciplinair overleg heeft gezeten en deze psycholoog na de intake alle directe tijd met [eiseres sub 2] heeft gehad. Het had daarom juist op de weg van de regiebehandelaar gelegen om met [eiseres sub 2] zelf een eindevaluatie te houden, om te zien of de behandeling goed is verlopen en kon worden afgerond. Het is niet voor niets dat in beide kwaliteitsstatuten – en in de polisvoorwaarden (in artikel 23.2) – beschreven staat dat de regiebehandelaar de behandeling tijdens een direct contact met de cliënt moet evalueren. Dat moet waarborgen dat de behandeling is geslaagd en kan worden afgerond.
Door de invulling van het overleg over [eiseres sub 2] , tussen de GZ-psycholoog en een psycholoog, is geen sprake van een multidisciplinair overleg en zeker geen overleg met een psychiater (of klinisch psycholoog). Ook is de behandeling gestart en afgerond zonder overleg met een psychiater (of klinisch psycholoog). Dit voldoet niet aan het Model kwaliteitsstatuut (sectie III onder 2.2.) en artikel 23.2.2. onder e van de polisvoorwaarden van [gedaagde] . Zoals hiervoor overwogen (zie 5.4), mocht [gedaagde] met [eiseres sub 2] afspraken maken over de invulling van wie zorg kan verrichten. Dat een psychiater of klinisch psycholoog op afroep telefonisch beschikbaar was, zoals namens [eiseres sub 2] is aangevoerd, maakt dat niet anders. In de polisvoorwaarden staat immers dat bij een GZ-psycholoog als regiebehandelaar een psychiater
structureel aanwezigmoet zijn bij het multidisciplinair overleg. Ook het (landelijke) gebrek aan voldoende psychiaters en de kleinschaligheid van [eiseres sub 4] , waar [eiseres sub 2] zich op beroept, kan haar niet baten. Dat gelet op personeelstekorten niet aan de kwaliteitsstatuten kan worden voldaan – zoals [eiseres sub 4] zegt – maakt niet dat [gedaagde] dan maar de best mogelijke zorg in plaats van kwalitatief afdoende zorg dient te vergoeden. Juist in tijden van schaarste is het van belang de kwaliteitseisen hoog te houden. De afwijking acht de kantonrechter niet dusdanig gering dat [gedaagde] toch tot vergoeding zou moeten overgaan.
[eiseres sub 2] heeft, gelet op het voorgaande, onvoldoende gemotiveerd dat sprake is van zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk binnen de specialistische geestelijke gezondheidszorg en de polisvoorwaarden.
heeft verder onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] eerdere soortgelijke declaraties wel heeft vergoed. Uit de facturen waar zij naar verwijst volgt zonder toelichting, die ontbreekt, niet dat het om soortgelijke declaraties gaat.
5.12.
De vordering van [eiseres sub 2] tot vergoeding van de declaratie wordt om die reden dan ook afgewezen. Op de overige bezwaren tegen de facturen hoeft dan ook niet nader te worden ingegaan. Nu de hoofdsom wordt afgewezen, worden ook de nevenvorderingen (de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten) afgewezen.
[eiseres sub 1]
5.13.
Met betrekking tot de declaratie van de zorg voor [eiseres sub 1] voert [gedaagde] aan dat (1) de intakegegevens niet zijn besproken in een multidisciplinair team, (2) de behandeling voor een groot deel is verricht door behandelaren met restricties en niet door een psychiater of klinisch psycholoog en (3) geen sprake meer is van medebehandelen door de psycholoog door de hoge inzet daarvan. Daarmee heeft [eiseres sub 4] niet voldaan aan het Model kwaliteitsstatuut GGZ, haar eigen kwaliteitsstatuut en de polisvoorwaarden, zodat de factuur niet onder de vergoedbare zorg valt, aldus [gedaagde]
5.14.
Namens [eiseres sub 1] is gesteld dat een psychiater of klinisch psycholoog telefonisch bereikbaar waren als er vragen zouden zijn en er niet meer mensen aanwezig waren om het overleg mee te voeren. De psychiater of klinische psycholoog is daarmee wel lid van het multidisciplinaire team. Verder zijn er onvoldoende psychiaters om die overal bij in te kunnen zetten. In de dagvaarding heeft [eiseres sub 1] verder gesteld dat hierbij rekening gehouden moet worden dat [eiseres sub 4] een kleinschalige zorgaanbieder is. Ook is een voldoende deel van de behandeling uitgevoerd door de regiebehandelaar, is de inzet van de psycholoog niet te hoog en zijn vergelijkbare declaraties ook vergoed, aldus [eiseres sub 1] .
5.15.
De kantonrechter overweegt dat uit de overgelegde tijdbesteding blijkt dat de intake alleen met de GZ-psycholoog, die de eerste regiebehandelaar was, en de behandelend psycholoog is besproken. De intake is dus niet besproken in een multidisciplinair overleg en niet in een multidisciplinair overlegt met een psychiater (of klinisch psycholoog). Daardoor is de behandeling gestart zonder overleg met een psychiater (of klinisch psycholoog). Juist aan het begin van een behandeling mag verwacht worden dat bij het overleg een psychiater aanwezig is. Hiermee heeft [eiseres sub 4] niet voldaan voldoet niet aan het Model kwaliteitsstatuut (sectie III onder 2.2.) en artikel 23.2.2. onder e van de polisvoorwaarden van [gedaagde] .
Dat een psychiater of klinisch psycholoog op afroep telefonisch beschikbaar was, zoals namens [eiseres sub 1] is aangevoerd, maakt dat niet anders. In de polisvoorwaarden bij artikel 23.2.2. onder e staat immers dat bij een GZ-psycholoog als regiebehandelaar een psychiater
structureel aanwezigmoet zijn bij het multidisciplinair overleg.
De behandeling voldoet dus niet aan de polisvoorwaarden van [gedaagde] en, zoals hiervoor overwogen (zie 5.4), mocht [gedaagde] met [eiseres sub 1] afspraken maken over de invulling van wie zorg kan verrichten. Ook het (landelijke) gebrek aan voldoende psychiaters en de kleinschaligheid van [eiseres sub 4] , waar [eiseres sub 1] zich op beroept, kan haar niet baten. Dat gelet op personeelstekorten niet aan de kwaliteitsstatuten kan worden voldaan – zoals [eiseres sub 4] zegt – maakt niet dat [gedaagde] dan maar de best mogelijke zorg in plaats van kwalitatief afdoende zorg dient te vergoeden. Juist in tijden van schaarste is het van belang de kwaliteitseisen hoog te houden. De afwijking acht de kantonrechter niet dusdanig gering dat [gedaagde] toch tot vergoeding zou moeten overgaan.
[eiseres sub 1] heeft, gelet op het voorgaande, onvoldoende gemotiveerd dat sprake is van zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk binnen de specialistische geestelijke gezondheidszorg en de polisvoorwaarden.
[eiseres sub 1] heeft verder onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] eerdere soortgelijke declaraties wel heeft vergoed. Uit de facturen waar zij naar verwijst volgt zonder toelichting, die ontbreekt, niet dat het om soortgelijke declaraties gaat.
5.16.
De vordering van [eiseres sub 1] tot vergoeding van de declaratie wordt om die reden dan ook afgewezen. Op de overige bezwaren tegen de facturen hoeft dan ook niet nader te worden ingegaan. Nu de hoofdsom wordt afgewezen, worden ook de nevenvorderingen (de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten) afgewezen.
[eiseres sub 4]
5.17.
Nu de door [eiseres sub 1] c.s. ingestelde vorderingen worden afgewezen, hoeft niet meer te worden beoordeeld of [eiseres sub 4] ontvankelijk is in deze procedure.
Proceskosten
5.18.
[eiseres sub 1] c.s. wordt als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten van [gedaagde] veroordeeld. Deze proceskosten worden begroot op € 746,00 aan salaris gemachtigde (2 punten van € 373,00).

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiseres sub 1] c.s. hoofdelijk tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 746,00 aan salaris gemachtigde;
6.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats en dor mr. D.C.P.M. Straver in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2022.